Sven (29 jaar), een fanatieke recreatieve hardloper, meldt zich in de praktijk met persisterende lies- en onderbuikklachten die zich geleidelijk hebben ontwikkeld over de afgelopen vier maanden. De pijn treedt vooral op na tempoblokken en heuveltrainingen en is duidelijk belastingsafhankelijk. Rust brengt slechts tijdelijke verlichting; zodra de loopbelasting wordt hervat, keren de klachten terug. Eerdere behandelingen bij een collega-fysiotherapeut en sportarts leverden slechts kortdurende verbetering. Beeldvorming toonde geen liesruptuur of hernia. Er is sprake van een functioneel probleem zonder structurele pathologie.
Klinisch onderzoek
Bij het fysiotherapeutisch onderzoek rapporteert Sven pijn bij actieve adductie, diepe heupflexie en tijdens core-activaties. Bij palpatie worden meerdere actieve triggerpoints vastgesteld in de:
- m. adductor longus en brevis
- m. pectineus
- m. iliopsoas
- m. rectus abdominis (onderste deel)
- m. obliquus externus en transversus abdominis
Er is sprake van verhoogde spierspanning in de diepe abdominale wand, asymmetrie van de bekkenstand, en een verminderde activatie van de m. transversus abdominis, zoals vastgesteld met low-threshold activatietesten en palpatie tijdens ademhalingscontrole.
Klinische redenering
De werkhypothese luidt: myofasciale dysfunctie binnen de lumbopelvische en abdominale spierketens, in combinatie met motorische disbalans, leidt tot een onderhoudende overbelasting en pijn in het liesgebied. De klachten zijn mogelijk het gevolg van een functionele Athletic Pubalgia, waarbij referentiële pijn vanuit de diepe abdominale en adductorgroep centraal staat, zonder aantoonbare structuurschade.
Behandelplan: Dry Needling advanced binnen een multimodale aanpak
- Dry Needling interventies (Lower Quadrant)
Gebaseerd op de richtlijnen van Dry Needling advanced, worden onderstaande spiergroepen getarget, met aandacht voor veiligheid, naaldhoek en referentiepunten:
- m. adductor longus en brevis: ontspanning van de lokale tonus, verlaagde spierspanning bij diepe adductie.
- m. iliopsoas en m. pectineus: diepe needling met twitch responses; duidelijke afname van referentiële liespijn.
- m. rectus abdominis en transversus abdominis: voor verbetering van co-contractie en rompstabiliteit.
- m. obliquus externus abdominis: aanvullend bij core-training en ademhalingspatroon.
Clinical Pearl: Dry Needling van de transversus abdominis vereist specifieke patiëntpositionering en palpatoire controle ter hoogte van de onderste ribboog — dit verhoogt de effectiviteit en veiligheid bij diepe Dry Needling van de buikwand.
- Oefentherapie en neuromusculaire hertraining
- Activatie van de m. transversus abdominis met focus op ademhaling, lumbopelvische controle en low-load motor control.
- Geïntegreerde training in stand met gebruik van asymmetrische core-stimuli (bv. split-stance met elastische weerstand).
- Progressieve return-to-run met video-analyse van looptechniek, inzet van heuveltraining onder begeleiding, en sprinttechniek.
- Educatie en load management
- Uitleg over de rol van myofasciale pijn en het belang van diepe spierbalans in lies- en buikregio.
- Voorlichting over periodisering in training, herstelperiodes, en opbouw van kracht en mobiliteit rondom de bekkenregio.
- Monitoring met VAS-scores en subjectieve vermoeidheid tijdens looptraining.
Resultaat na 5 weken Dry Needling
Na vijf weken ervaart Sven een significante afname van de pijn bij lopen (VAS 6 → 1 à 2). Hij heeft zijn looptraining opgebouwd tot 80% van zijn normale belasting, inclusief heuvelintervallen. Triggerpoints zijn klinisch niet meer actief. De spieractivatie van de transversus abdominis is verbeterd, zowel subjectief (betere rompcontrole) als objectief (palpatie en ademhalingstesten). Sven ervaart minder vermoeidheid en betere controle bij sprintbelasting.
Deze casus onderstreept de meerwaarde van een geavanceerde dry needling-aanpak bij sporters met chronische lies- en onderbuikklachten zonder structurele pathologie. Door diepgelegen spiergroepen — zoals de m. iliopsoas, m. pectineus en transversus abdominis — doelgericht te behandelen, wordt zowel de lokale pijn als de onderliggende motorische disbalans aangepakt. In combinatie met motorische hertraining vormt dit een krachtige, evidence-based strategie voor sportfysiotherapeuten.
De cursus Dry Needling advanced (LQ) biedt een concreet kader voor het effectief en veilig behandelen van complexe klachten in het onderste kwadrant, en vormt daarmee een essentieel onderdeel van het klinisch handelen bij actieve sporters.
Doe mee met de cursus Dry Needling advanced
De gevorderde tweedaagse cursus Dry Needling advanced van het onderste kwadrant focust op diepere spierlagen van het onderlichaam (benen en bekken), buikspieren en de lage rug. Je leert 21 nieuwe spieren behandelen in de onderste kwadrant, triggerpoints te palperen en de meest effectieve technieken toe te passen. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus: Dry Needling advanced »
Let op: voor het volgen van deze Dry Needling advanced cursus heb je de basiscursus Dry Needling nodig.