Schouderproblemen kunnen complex en uitdagend zijn om te diagnosticeren en te behandelen. Om complexe schouderklachten effectief op te lossen is voorkennis over de klacht van belang en is een achtergrondkennis om een diagnose te stellen essentieel. Dit omdat er veel verschillende soorten schouderblessures zijn met soms dezelfde type klachten en symptomen.

The unstable shoulder; schouderinstabiliteit

Schouderinstabiliteit is anatomisch het onvermogen van de humeruskop om in de glenoid fossa te blijven wat kan resulteren in (sub)luxaties. Dit zorgt ervoor dat jouw patiënt waarneemt dat de schouder wegglijdt of een giving away gevoel heeft. Objectief is dit vaak slecht te meten. Symptomen hiervan kunnen pijn zijn, het giving away gevoel en/of bewegingsangst.

Classificatie van schouderinstabiliteit is grofweg te onderscheiden in 2 hoofdgroepen, traumatische versus a-traumatische instabiliteit. Traumatische instabiliteit is grotendeels unidirectioneel, waarvan Bankert-laesies, Hill-Sacks laesie het meest voorkomen. Deze groep bestaat vaak uit jonge atleten en oudere vrouwen. De jongere groep, bestaat uit meer mannen dan vrouwen in verband met contactsport, hebben meer instabiliteitlaesies. Terwijl de oudere groep boven de 60 jaar, meer vrouwen omvat dit doordat ze ouder worden en hun botkwaliteit vaker lager is door osteoporose, meer last hebben van rotator cuff laesies hebben en zenuwbeschadigingen. Hoe groter het trauma en de structurele schade hoe meer indicatie er is tot een chirurgische ingreep, als er minder schade aanwezig is dan is het eerder een spiercontrole probleem en is een fysiotherapeutisch interventie het belangrijkste.

A-traumatische instabiliteit is een multidirectionele instabiliteit, die vaak voorkomt

Deze groep patiënten zijn mensen die veel boven hun hoofd werken of een bovenhandse sport uitvoeren. Door de repeterende bewegingen die ze uitvoeren ontstaat er laxiteit.
Bij a-traumatische instabiliteit heeft 80% effect van oefentherapie. Er is een sterke aanbeveling voor krachttraining en fysiotherapie. Uit een recent onderzoek van Jaggi met een placebo OK en een werkelijke OK qua stabiliteit. Laten de resultaten zien dat alle patiënten na 6 maanden zo’n 40% verbeterd zijn, dit effect bleef gelijk na 1 en na 2 jaar. Er was geen significant verschil aanwezig na 2 jaar. Vanuit de studie werd de aanbeveling gedaan dat fysiotherapie de verbetering geeft bij deze patiëntengroep en dat dit meer doet dan een operatie.

De a-traumatische groep is nog in te delen in een extra groep. Vanuit de Stanmore-driehoek, zie je deze 3 groepen. De 3e groep is gegeneraliseerd hypermobiel. Deze mensen, vrouwen 60% versus mannen 40%, hebben vaker een bewegingsstoornis, met een zichtbaar dyskinesie beeld. En daarnaast naast een instabiele schouder ook vaak andere pijnsyndromen in andere gewrichten en bevinden zich vaker in de chronische pijngroep.

Nociceptieve pijn ontstaat bij een traumatische instabiliteit door de klassieke dislocatie die plaatsvindt, de patiënt ervaart pijn op de locatie van de dislocatie. De structuren komen onder stress te staan, waardoor er vanuit het gebied een pijnprikkel naar de hersen wordt gestuurd. Wat opvallend kan zijn is dat als de schouder weer stabiel en hersteld is, de pijnklachten in dezelfde mate aanwezig kan blijven. Wel is bekend dat bij instabiliteit de asymptomatische groep pijn heeft door centrale sensitisatie. Deze verhoogde pijnbeleving is soms lastig te beïnvloeden door een versterkt pijnsignaal vanuit het brein.

Naast de behandeling van de lichamelijke symptomen van complexe schouderproblemen is het dus ook belangrijk om aandacht te besteden aan de psychologische en sociale aspecten de de aandoening. Stress of angst als gevolg van de pijn en de beperking geven een extra uitdaging voor herstel.

Video schouderinstabiliteit met prof. dr. Anju Jaggi

Schouderinstabiliteit, dat is wat prof. dr. Anju Jaggi na aan het hart ligt. In onderstaande video bespreekt zij diverse vormen van schouderinstabiliteit én de behandeling ervan. Ook krijg je meer inzicht in de factoren die je in overweging moet nemen om een goed individueel behandelprogramma samen te stellen voor jouw patiënt. 

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Solving complex shoulder problems met Pt PhD Anju Jaggi
Onze tweedaagse cursus (KRF 19pt) helpt je klachten van de schoudergordel beter te begrijpen door te focussen op het beïnvloeden van de motorische controle. Als cursist word je daarnaast meegenomen in de problematiek van schouderinstabiliteit veroorzaakt door gebrek aan rotator cuff controle. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Solving complex shoulder problems ->.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus
Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Oefentherapie bij rotator cuff rupturen.

Er is steeds meer bewijs dat fysiotherapeutische revalidatie van veel rotator cuff rupturen net zo succesvol is als operatief ingrijpen. Positieve verwachtingen over een dergelijk traject dragen voor een groot deel bij aan het succes ervan. Informeer je patiënt dus goed en schep positieve verwachtingen voor aanvang van het oefenprogramma.

Het primaire behandeldoel bij a-traumatische rotator cuff rupturen is het optimaliseren van de functie en dan met name in elevatie boven schouderhoogte met een beperkte belasting van de rotator cuff. Om dat te bereiken kun je het volgende oefenprogramma gebruiken.

Het oefenprogramma bestaat uit 2 oefeningen. Kies één oefening uit de set ‘Elevatie oefeningen in half-gesloten keten’ en één oefeningen uit de set ‘Programma M. Deltoideus Anterieur’. Start in beide gevallen bij de eerste oefening van de set en bepaal op welk niveau je patiënt kan oefenen. De patiënt moet de beide oefeningen 3x per dag 10x kunnen uitvoeren. Als je patiënt in staat is om de oefening goed uit te voeren, dan kun je naar de volgende oefening van het programma.

Succes!

 

En wil je meer weten en oefenen? Volg dan een schouder cursus van Ann Cools.

video met schouder oefeningen

Samen een filmpje kijken?

Veel deelnemers van onze cursussen zijn druk met het filmen van de praktijk tijdens de cursus met hun eigen telefoon. Dat mag natuurlijk maar het hoeft niet meer. Wij hebben van veel oefeningen en vaardigheden tijdens de cursus videomateriaal gemaakt. Dit videomateriaal krijg je na de cursus, in de online module aangeboden. Wel fijn toch, dan kun je erop vertrouwen dat het praktijk materiaal uit je cursus niet verloren gaat, maar altijd is terug te vinden. Zo blijf je sterk in je vak.

Bekijk hieronder alvast het filmpje met enkele schouder oefeningen!

 

Cursist van Fysiolinks

“De exoratatoren zijn de zwakste schakel in de rotator cuff bij bovenhands sportende atleten en bij schouderpijn”.
Twee belangrijke experts in de wereld van de sport revalidatie in de schouder: Prof. Dr. Ann Cools en Prof. Dr. Frederik Johansson. Zij leren ons de volgende drie belangrijke “clinical pearls” bij bovenhandse sporters om blessures aan de schouder te voorkomen.

  1. Check your brake
  2. Train your parachute
  3. Before the bomb goes off

1. Check your brake: Onderzoek de exorotatie kracht

Uit onderzoek van Dr. Frederik Johansson is gebleken, dat de test waarbij de exorotatie kracht wordt gemeten met een Hand Held Dynamometer betrouwbaar is als predictor voor schouderklachten bij bovenhandse sporters.
Meer weten over de betrouwbaarheid …
Check de referentiewaarde …

2. Train your parachute: Train het deceleratie mechanisme van de exorotatie van de schouder

Je kunt starten (Fase 1) met langzame excentrische training van de exorotaoren in abductie en exorotatie. Daarna (Fase 2) kun je langzaam progressief naar meer plyometrische oefeningen in een neutrale positie trainen en in de laatste fase (3) de deceleratie oefeningen in abductie en exorotatie.

 Scapular muscle activity in a variety of plyometric exercises (Maenhout, Benzoor, Werin & Cools, 2016)

Scapular muscle activity in a variety of plyometric exercises (Maenhout, Benzoor, Werin & Cools, 2016)

 

3. Before the bomb goes off: Uit onderzoek blijkt verhoogde kwetsbaarheid aan de dominante schouder bij bovenhandse sporters.

Bij top tennissers zonder klachten blijkt toch tendinose van de dominante schouder aantoonbaar aanwezig (Johansson et al 2015). De m. infraspinatus is verminderd actief bij experimenteel opgewekte pijn in de schouder (Castelein et al. 2017).

Meer weten? Schrijf je in bij Fysiolinks en kom naar de KNGF geaccrediteerde cursus fysiotherapie “Return to sport” van Prof. Dr. Ann Cools en Prof. Dr. Frederik Johansson en train al deze en nog veel meer clinical pearls!