De cruciale eerste maanden na een kruisbandblessure BFRT - Fysiolinks

Stel je voor dat je als fysiotherapeut een patiënt ontmoet die net een voorste kruisbandreconstructie heeft ondergaan. Ze zijn vastberaden om hun sportieve leven te hervatten, maar staan voor een uitdagende revalidatieperiode. We duiken daarom dieper in op de eerste weken van herstel na een voorste kruisbandreconstructie. Ook verkennen we de veelbelovende techniek genaamd Blood Flow Restriction (BFR) training, die kan bijdragen aan een efficiënter herstelproces.

De eerste maanden van de revalidatie na een kruisbandblessure spelen een cruciale rol bij het herstelproces. Het is tijdens deze periode dat de basis wordt gelegd voor het bereiken van een goede mobiliteit, tonus, afname van zwelling en toename van functionaliteit. Het is van essentieel belang om deze doelen te bereiken, zodat later in de revalidatie progressieve krachttraining, functionele training en uiteindelijk de terugkeer naar sportactiviteiten mogelijk worden. Hoe pak je dit aan?

  • Inhibitie en spierreactiviteit: In de eerste weken van de revalidatie kunnen verschillende uitdagingen ontstaan. Zwelling, beperking van de bewegingsvrijheid en pijn kunnen de Quadriceps-spieren belemmeren. Daarnaast kan er sprake zijn van een onevenwichtige activatie van bepaalde spiergroepen, wat de revalidatie verstoort. Het gebrek aan activatie van een spier of spiergroep kan leiden tot onvoldoende bijdrage aan krachtopbouw en stabiliteit tijdens het herstelproces.
  • Reactiviteit van de knie: Gedurende de eerste weken van de revalidatie moet rekening worden gehouden met de reactiviteit van de knie. Zwelling en het herstel van de nieuwe kruisband moeten in acht worden genomen om verdere complicaties te voorkomen. Een zorgvuldige benadering en monitoring zijn vereist om een optimaal herstel te bevorderen. Deze fase van de revalidatie is ook erg geschikt om gebruik te maken van Blood Flow Restriction Training (BFRT). Hierbij kan de musculatuur zwaarder worden belast, zonder dat dat een te zware belasting voor het gewricht geeft. Wil je meer weten over een BFR-trainingsprogramma? Bekijk deze dan via onze BFRT-blog (inclusief video’s) »
  • Opbouw van mobiliteit en functionaliteit: Na de eerste vier tot zes weken verschuift de focus naar het opbouwen van mobiliteit en het normaliseren van het looppatroon zonder krukken. Het verkrijgen van functionaliteit in de dagelijkse activiteiten wordt een nieuw doel vanaf de tweede maand van de revalidatie. Het herwinnen van onafhankelijkheid en het kunnen uitvoeren van alledaagse taken zijn belangrijke mijlpalen in het herstelproces.
  • Krachttraining en symmetrie: Vanaf de derde maand wordt progressieve krachttraining geïntroduceerd in het revalidatieprogramma. Tegelijkertijd wordt er gekeken naar de Leg Symmetry Index (LSI). De LSI meet de symmetrie in kracht en functionaliteit tussen de geopereerde en niet-geopereerde been. Het is cruciaal dat aan het einde van de revalidatie de LSI binnen 10% valt, om een succesvolle terugkeer naar sport te waarborgen.

De eerste maanden van de revalidatie na een kruisbandblessure zijn van onschatbare waarde. Het bereiken van mobiliteit, tonus, afname van zwelling en toename van functionaliteit vormen de basis voor het verdere herstelproces. Het overwinnen van spierinhibitie, het omgaan met kniereactiviteit en het geleidelijk opbouwen van krachttraining spelen een cruciale rol bij het bereiken van een succesvol herstel.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Blood Flow Restriction Training: Conservatieve en postoperatieve revalidatie van musculoskeletale aandoeningen met MSc Mathias Thoelen
Dé cursus voor revalidatieprofessionals die de kracht en wetenschap achter Blood Flow Restriction willen begrijpen en weten hoe je het toepast! Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus BFRT ».

“Over de knie”, Knieklachten bij sport met prof. dr. Erik Witvrouw
In deze tweedaagse evidence based cursus deelt prof. dr. Erik Witvrouw de laatste interessante kennis ‘Over de knie’ met jou. De meest voorkomende knieaandoeningen met boeiende onderwerpen als patellofemorale pijnsyndroom, voorste kruisbandletsels en de behandeling van hamstringletsels komen aan bod en je leert allerlei nieuwe oefentechnieken. Waardoor je deze kennis over knieaandoeningen gelijk in de praktijk kunt toepassen.

Na de cursus kun je alle stof nog een keer op je eigen tempo herhalen door middel van de online herhalingsmodule. Hierin nemen we alle ‘clinical pearls’ uit de cursus nog een keer met je door. Hierin delen we ook alle video’s van oefeningen die je kunt gebruiken in je praktijk. De online module is gratis en levert bij het succesvol afronden 4 extra accreditatiepunten op!

Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Over de knie ».

Zoek je een interessant boek om te lezen binnen je vakgebied en heb je specifiek interesse in de schouder? Onze docent prof. dr. Ann Cools heeft een boek uitgebracht. Deze moet je als fysiotherapeut lezen. Haar boek “Shoulder Rehabilitation – a practical guide for the clinician” is een science-based, maar ook praktisch bruikbaar handboek geworden, met veel tips en tricks voor de praktijk.

Dit boek biedt praktische richtlijnen voor de clinicus op het gebied van schouderrevalidatie. Het is een must-have voor iedere fysiotherapeut met een interesse in schouderaandoeningen. Dit boek is het resultaat van vele jaren evoluerende kennis en ervaring op dit gebied, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en klinische praktijk. Elk hoofdstuk vertrekt vanuit een theoretische achtergrond over het onderwerp, presenteert een gedetailleerde behandelstrategie die direct toepasbaar is in de klinische setting en sluit af met een kritische discussie op basis van actuele literatuur.

  • In deel 1 worden het klinisch onderzoek en de algemene revalidatieprincipes besproken.
  • In deel 2 worden behandelrichtlijnen beschreven voor de meest voorkomende schouderaandoeningen zoals tendinopathie, instabiliteit, stijfheid en disfunctie van de scapula.
  • Deel 3 is gewijd aan speciale overwegingen voor de sportieve schouder, waaronder sportspecifieke revalidatie, blessurepreventie en terugkeer naar sport.
Boek shoulder rehabilitation Ann Cools
Meer informatie of bestelinformatie vind je op: https://www.skribis.be/…/shoulder-rehabilitation.html
Je kunt ook tijdens haar live cursus het boek aankopen voor een gereduceerde prijs. Geniet van dit naslagwerk! Namens Ann Cools en Team Fysiolinks, veel leesplezier!
Webinar frozen schoulder door prof. dr. Jeremy Lewis - Fysiolinks

Tijdens dit gratis webinar zal prof. dr. Jeremy Lewis, internationaal erkend schouderspecialist en expert op het gebied van schouderpathologie, de laatste wetenschappelijke inzichten in de diagnose en behandeling van frozen shoulder bespreken. Prof. Lewis zal ingaan op de verschillende behandelmethoden ondersteund door wetenschappelijk onderzoek en klinische ervaring.

Met een vleugje droge humor beschrijft Jeremy Lewis een stukje geschiedenis én de op dit moment meest evidente behandeling van frozen shoulder. Het is van belang dat je als therapeut goed kunt differentiëren in welke frozen shoulder fase jouw patiënt zich bevindt. De beste behandeling voor frozen shoulder op dit moment is volgens prof. dr. Jeremy Lewis; injectietherapie en excentrische oefentherapie. Effectieve inzet van deze twee therapieën is wel afhankelijk van de fase waarin de patiënt zich bevindt. Dit webinar biedt fysiotherapeuten de kans om hun kennis te verdiepen en nieuwe technieken te leren die direct toepasbaar zijn in de praktijk, met als doel betere behandelresultaten voor patiënten met schouderproblemen te bereiken.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

De schoudercursus van prof. dr. Jeremy Lewis

Tijdens de tweedaagse cursus ‘The Shoulder: Theory & Practice’ (KRF 18pt) voor Fysiolinks legt hij de nadruk op een biopsychosociale benadering van de schouderrevalidatie, een combinatie van evidence based oefeningen, pijnwetenschap, levensstijl, psychosociale factoren en educatie. Zijn belangrijkste klinische expertisegebieden zijn: subacromiale pijn (impingement) syndroom, rotator cuff peesproblemen, schouderpijnsyndromen en frozen shoulder.

Daarnaast biedt de cursus praktische trainingen, veel educatie over de anatomie en biomechanica van de schouder, over de invloed van houding en spieronbalans en zijn verband met schouderpathologie, evenals over hoe schouderaandoeningen kunnen worden gediagnosticeerd en behandeld. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Jeremy Lewis ».

Casus complexe heupklachten de zogeheten 'black box' - Fysiolinks

Emily, een 32-jarige kantoormedewerkster en fervente sportschoolbezoeker, ervaarde 10 maanden geleden pijn in haar rechter voorheup, gediagnosticeerd als een verrekking van de heupflexor.

De pijn in haar rechterheup is opnieuw opgedoken sinds ze met de fiets naar haar werk ging, waardoor ze nogmaals naar de fysiotherapeut is verwezen. Op haar recente bekkenröntgenfoto is een acetabulair cross-over teken waargenomen, wat duidt op pincer FAI in beide heupen.

  1. Hoe kun je klinisch vaststellen of de röntgenresultaten daadwerkelijk de bron van haar symptomen zijn en niet slechts een toevallige bevinding zijn?
  2. Wat zijn haar behandelopties?
  3. Wat is de meest effectieve revalidatiestrategie?
  4. Zou een doorverwijzing naar een chirurg worden overwogen?

Als fysiotherapeut zie je vaak patiënten zoals Emily met heup- en liespijn. Het heup- en liesgebied wordt vaak beschouwd als een “black box” vanwege de complexe anatomie en overlappende pijnpatronen. Of het nu gaat om de dagelijkse atleet, de yogaliefhebber of de fanatieke triatleet, een nauwkeurige diagnose en behandeling van heup- en liespijn kan uitdagend zijn. Aandoeningen zoals heup impingement syndromen, labrale scheuren, chondrale laesies en ligamentum teres letsels worden steeds vaker geïdentificeerd als oorzaken van heup- en liespijn bij fysiek actieve mensen tussen de 18 en 45 jaar. Hoewel verschillende behandelmethoden worden beschreven, bestaat er geen consensus over de rol van conservatieve behandeling.

Benieuwd hoe je zo’n casus kunt aanpakken en behandelen? Je leert er veel meer over tijdens onze Fysiolinks cursus: The Adult Hip ». Zie aanvullende informatie over de cursus hieronder.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

The Adult Hip door MSc Benoy Mathew
Tweedaagse Engelstalige cursus over de heup met onder andere tendinopathieën, FAI, dysplasie, GTPS en heupfracturen komen aan bod. De cursus The Adult Hip is sterk praktijkgericht en biedt tal van klinische tips die direct toepasbaar zijn in de praktijk. De cursus behandelt beoordeling, differentiële diagnose, manuele therapie, vroege revalidatie en revalidatie in een later stadium. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus The Adult Hip ».

In deze webinar bespreken we met MSc Bart van Buchem en een ervaringsdeskundige Jef Huijbers hoe verwachtingen een grote rol in het therapeutische proces spelen. Gaat het over? Hoe lang gaat het nog duren? Is er wel iets aan te doen? Hoe kun je als fysiotherapeut invloed uitoefenen op het proces van de verwachtingen? En hoe kun je de patiënt centraal stellen in dit proces?

Als fysiotherapeut is het belangrijk om realistische verwachtingen te creëren bij de patiënt, ongeacht of de patiënt overtuigd is van volledige genezing of het idee heeft dat niets meer helpt. Hieronder vind je enkele suggesties voor hoe je als fysiotherapeut met deze scenario’s om kunt gaan:

Scenario 1: Patiënt is overtuigd van volledige genezing

Het is belangrijk om de patiënt te begrijpen en hun verwachtingen te respecteren. Leg uit dat het verminderen van chronische pijn vaak een langdurig en complex proces is, waarbij veel factoren betrokken zijn. Leg uit dat behandelingen gericht zijn op het verminderen van pijn en het verbeteren van de kwaliteit van leven, maar dat volledige genezing mogelijk niet haalbaar is.

Je kunt de patiënt ook aanmoedigen om realistische doelen te stellen en samen met hen een behandelplan opstellen dat past bij hun individuele behoeften en mogelijkheden. Het is belangrijk om de patiënt te ondersteunen en te motiveren om zelfmanagementtechnieken te gebruiken, zoals oefeningen en ontspanningstechnieken, om de pijn te verminderen en de kwaliteit van leven te verbeteren.

Scenario 2: Patiënt denkt dat niets meer helpt

Het is belangrijk om te begrijpen waarom de patiënt denkt dat niets meer helpt. Mogelijk hebben ze een aantal behandelingen gehad die niet succesvol waren, of hebben ze slechte ervaringen gehad met eerdere behandelaars. Het is belangrijk om naar hun zorgen te luisteren en hen gerust te stellen dat er nog steeds opties zijn die kunnen helpen.

Leg uit dat chronische pijn een complexe aandoening is en dat er vaak geen eenvoudige oplossing is. Leg uit dat je een zorgvuldige beoordeling zult uitvoeren en samen met de patiënt een persoonlijk behandelplan zult opstellen dat past bij hun individuele behoeften en mogelijkheden.

Je kunt de patiënt ook aanmoedigen om realistische doelen te stellen en hen motiveren om zelfmanagementtechnieken te gebruiken, zoals oefeningen en ontspanningstechnieken, om de pijn te verminderen en de kwaliteit van leven te verbeteren. Het is belangrijk om de patiënt aan te moedigen om positief te blijven en te geloven dat er nog steeds opties zijn die kunnen helpen.

Neem als voorbeeld mensen met lage rugpijn die hiervoor een fysiotherapeut zoeken
Deze patiënten hebben al een vooroordeel dat bukken slecht is voor de rug. Een associatie daarbij is dat mensen verwachten daardoor nog meer klachten te krijgen. Een andere associatie is dat ze denken dat ze door het bukken bij lage rugpijn iets beschadigen of stuk maken, waardoor de rug andermaal aan slijtage onderhevig is. Vanuit de ervaringsgerichte benadering ga je die ervaring toetsen in de praktijk. Je ziet vaak dat deze patiënten tijdens de beweging zichzelf schrap zetten en hun adem vasthouden. Dit doen ze omdat ze het gevoel hebben hun rug te moeten beschermen, anders is het slecht. Leg daarom bij dezelfde beweging jouw handen op de buik of rug van de patiënt. En vraag hem/haar de beweging nogmaals te doen, en in plaats daarvan door te blijven ademen en de rugspieren actief te ontspannen. De uitkomst kan conflicterend voor ze zijn, omdat ze niet nog meer pijn ervaren. Dit botst dus met de verwachting dat iets schadelijks is.

Gratis webinar voor fysiotherapeuten; Explain Pain – Verwachtingen over therapie

Wil je meer weten over de verwachtingen over therapie (tijdens de cursus Explain Pain gaan we dieper in op dit onderwerp) volgens de inzichten van MSc Bart van Buchem? Luister dan naar de uitgebreide versie van de gratis webinar via onderstaande link.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Pijn is een wereldwijd probleem, met 1 op 5 mensen die een chronische vorm van pijn ervaart. De druk op de gezondheidszorg is aan het toenemen en de vraag naar een oplossing wordt groter. Opvattingen met betrekking tot (chronische) pijn maken daardoor ook een evolutie door. Sommige hebben het zelfs over een pijnrevolutie. Waarbij je radicaal anders leert denken en handelen met betrekking tot pijn en gezondheid. Maar hoe?

Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

De sleutel tot efficiënt hardlopen Fysiolinks

Vraag je je ooit af wat toplopers als Usain Bolt en Eliud Kipchoge zo buitengewoon maakt? Natuurlijk spelen hun fysiologische kwaliteiten en talenten een grote rol. Het is daarnaast ook hun moeiteloze, soepellopende techniek die hen in staat stelt om records te breken en historische wereldprestaties neer te zetten.

Een loopanalyse richt zich vaak op het begrijpen en verbeteren van de biomechanica en bewegingspatronen tijdens het hardlopen. Het is van belang om functionele bewegingen en het optimaliseren van de interactie tussen spieren, gewrichten en het zenuwstelsel plaats te laten vinden. Bij een loopanalyse worden verschillende aspecten geobserveerd en beoordeeld:

  • Algemene houding: Men kijkt naar de algehele houding van de hardloper, inclusief de positie van het hoofd, de schouders, de wervelkolom en het bekken. Een goede houding zorgt voor een efficiënte overdracht van krachten en minimaliseert blessurerisico’s.
  • Voetafwikkeling: het is van belang om een efficiënte voetafwikkeling te hebben, waarbij de voet op een natuurlijke manier contact maakt met de grond. Er wordt gekeken naar factoren zoals pronatie (inwaartse kanteling van de voet), supinatie (uitwaartse kanteling van de voet) en de mate van contact met de grond.
  • Knie- en heupflexie: De analist observeert de mate van knie- en heupflexie tijdens het hardlopen. Een goede flexie zorgt voor een efficiënte krachtoverdracht en vermindert de impact op de gewrichten.
  • Armbeweging: De beweging van de armen tijdens het hardlopen is van invloed op de balans en de coördinatie. Een gecontroleerde en tegenovergestelde beweging van de armen ten opzichte van de benen is belangrijk.
  • Grondcontacttijd: De duur van het contact van de voet met de grond is een belangrijk aandachtspunt bij de loopanalyse. Een kortere grondcontacttijd wijst vaak op een efficiëntere loopstijl.
  • Krachtoverdracht: het maximaliseren van de krachtoverdracht tussen verschillende lichaamsdelen is essentieel voor een effectieve loopstijl. De analist let op de coördinatie en timing van de spieractivatie om te beoordelen hoe goed de kracht wordt overgedragen.

Tijdens de loopanalyse kunnen verschillende technieken worden gebruikt, zoals video-opnamen, sensoren en biomechanische metingen. Deze gegevens helpen bij het objectief beoordelen van de loopstijl en het identificeren van eventuele gebieden die verbetering behoeven.

Het uiteindelijke doel van een loopanalyse is om de hardloper bewust te maken van zijn of haar bewegingspatronen en hen te helpen deze te optimaliseren. Door functionele bewegingen en een efficiënte biomechanica na te streven, kan de hardloper zijn prestaties verbeteren en blessures helpen voorkomen. Dit alles waarbij de principes vanuit het Frans Bosch Systeem (FBS) gehanteerd worden met veel focus op impliciet leren.

Wat hebben een soepele lichaamstorsie, voldoende heupmobiliteit, het vermogen om het bekken te beheersen, de voetproprioceptie en enkelcontrole met elkaar gemeen? Je leest het in onze blog: Dit zijn de bepalende factoren voor dynamische stabiliteit bij hardlopen »

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Loopanalyse bij de geblesseerde atleet door MSc Philip Cortvriendt
De tweedaagse cursus (KRF 16pt) objectieve loopanalyse: van data tot een doelgericht behandelplan, waarbij de principes vanuit het Frans Bosch Systeem (FBS) gehanteerd worden met veel focus op impliciet leren. De revalidatie is niet alleen interessant voor de sportfysiotherapeut, maar voor elke fysiotherapeut die zijn sporter en revalidant naar een hogere level wil brengen via veelbelovende en ongeëvenaarde oefeningen. Je vindt op onze website een korte video-impressie van deze cursus. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Loopanalyse bij de geblesseerde atleet ».

Webinar - Behandeling tenniselleboog door PhD Val Jones - Fysiolinks

Waarom is het herstel van een tenniselleboog zo’n probleem om te managen? Daar wordt in deze video van elleboog specialist Pt PhD Val Jones aandacht aan besteed. Ze zal onder andere kijken naar de risicofactoren, de klinische signalen en symptomen en wat het pijnsysteem doet. Daarnaast gaat ze dieper in op wat wij als fysiotherapeuten kunnen doen in de behandeling en hoe een positieve mindset hierbij een recept voor succes kan zijn.

Dus heb je patiënten met vervelende en langdurige elleboogklachten zoals een tenniselleboog? Val Jones, dé elleboogspecialist uit Engeland, neemt je in deze Engelstalige webinar mee om haar kennis aan jullie over te brengen. Ze leert je hoe je dit gewricht kunt evalueren en behandelen in een zeer praktijkgerichte webinar van ongeveer 3o minuten.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

The Elbow Complex Demystified met Pt PhD Val Jones

In deze tweedaagse cursus komt het evidence based onderzoek en de behandeling aan bod van mensen met klachten van de elleboog. De elleboogcursus helpt je jouw kennis en kunde van het evidence based onderzoeken en behandelen van patiënten met een probleem aan de elleboog te verbeteren.

In de cursus The Elbow Complex Demystified » ligt de focus op het klinisch redeneren via casuïstiek en het oefenen van vaardigheden die nodig zijn om effectief onderzoek van de elleboog te kunnen doen.

Waarom leren met Fysiolinks

Fysiolinks heeft met 20 cursussen een ruim aanbod in erkende trainingen voor fysiotherapeuten. We hebben een interessant leerproces ontwikkeld waarin kennis en praktijk samen worden gebracht – de link tussen denken en doen. Samen met onze topdocenten die een passie hebben voor het vak en dit graag laten ervaren, helpen wij dat te realiseren. In een gratis videopresentatie van minder dan een half uur vergroot jij je kennis onder begeleiding van de beste internationale docenten van Fysiolinks. Prikkel je nieuwsgierigheid en wordt nog sterker in je vak.

De afgelopen twee decennia hebben we een opmerkelijke toename gezien in de belangstelling voor coretraining om de bekkenstabiliteit van sporters, vooral hardlopers, te verbeteren. Dit is een geweldige ontwikkeling die ons heeft geholpen om atleten naar hogere prestatieniveaus te tillen. We richten ons daarbij niet alleen op de basisprincipes van coretraining. We kiezen voor een aanpak die alle factoren omvat die bijdragen aan dynamische stabiliteit.

Wat is dynamische stabiliteit en waarom is het belangrijk?

Voordat we dieper ingaan op de beïnvloedende factoren, is het belangrijk om te begrijpen hoe we dynamische stabiliteit meten. Het is de zij-aan-zij beweging van het zwaartepunt (CoM) en het weerspiegelt het vermogen om het bekken te controleren tijdens de standfase van het looppatroon. Meer zijwaartse bewegingen zal de belasting van de stabiliserende spieren verhogen, wat leidt tot een verminderde loopefficiëntie en een groter risico op blessures (Schütte et al. 2017; Pla et al. 2021).

*Illustratie van de zijwaartse beweging van COM tijdens de standfase van het lopen

Bepalende factoren voor een optimale dynamische stabiliteit

1. Soepele lichaamstorsie

Torsie verwijst naar het roterende samenspel tussen het boven- en onderlichaam, waarbij ze in tegengestelde richtingen bewegen. Wanneer je bijvoorbeeld je linkerbeen en de linkerkant van je bekken naar voren brengt, bewegen je rechterarm en schouder naar voren. Dit patroon creëert een rek door onze schuine sling, die korter wordt bij de overgang naar de andere kant. Dit gecoördineerde patroon creëert een stabiel, voorwaarts en voortbewegend lichaam CoM.

Om het belang van torsie te begrijpen, kun je bij wijze van test eens vooruit rennen zonder je armen en schouders hierbij te bewegen. Je merkt al snel hoe uitdagend het is om snelheid te genereren en de controle over je bekken te behouden. Dit komt doordat de gecoördineerde beweging van het boven- en onderlichaam een cruciale rol speelt bij het genereren van beweging.

Een slechte/asymmetrische coördinatie van het bovenlichaam kan een gevolg zijn van een slechte controle van het bekken. Forceer het niet om te veranderen!

2. Voldoende heupmobiliteit

Wist je dat heupmobiliteit en flexibiliteitstekorten de manier kunnen verstoren waarop we tijdens het hardlopen dynamische stabiliteit kunnen behouden? Vooral het extensiebereik (ROM) van ons heupgewricht, dat beperkt is tot +-20-30°, speelt hierbij een essentiële rol. Dit is waar het een uitdaging vormt tijdens het hardlopen, omdat we onze benen moeten kunnen strekken. Om de vereiste ROM te bereiken, moeten we kunnen draaien en kantelen.

Hoewel het vergroten van onze bekkenkanteling zo zijn voordelen kan hebben, heeft het ook een nadeel. Wanneer we ons bekken naar voren kantelen, kunnen we onbedoeld de gespannen voorste spiergroepen losmaken die energie hebben opgeslagen om ons been naar voren te bewegen. Dit kan resulteren in een been dat niet zo snel beweegt als zou moeten. Het beïnvloedt ons vermogen om onze voet goed te plaatsen tijdens de eerste contactfase van onze stap.
Merk je een lange grondcontacttijd en een lage cadans op? Probeer kleinere stappen uit te voeren om de dynamische stabiliteit te verbeteren.

*Illustratie van de ‘aangepaste thomas-test’ om heupflexibiliteit te beoordelen. Bekijk de YouTubevideo met uitleg ->

3. Vermogen om het bekken te beheersen

Om een goede dynamische stabiliteit te bereiken, moeten we ons bekken dus onder controle kunnen houden. Hoewel de krachten die op het lichaam worden uitgeoefend hoog zijn, is het niet alleen de maximale spierkracht die deze controle bepaalt, maar ook de timing van spieractivatie. De impactduur, de tijd waarin de piekimpact ons bekken bereikt, kan erg kort zijn (15-150 ms), waardoor het moeilijk voor de spieren wordt om op tijd te reageren. Om dit aan te pakken, moeten we vertrouwen op pre-activering van de spieren, waarbij de spieren al actief zijn voordat de voet de grond raakt. Zelfs als we een goede heupspierkracht hebben, is een goede timing cruciaal en moet deze op de juiste manier worden getraind. Houd er rekening mee dat blessures vertraagde spieractivering kunnen veroorzaken bij het stabiliseren van de heupspieren (Willson et al. 2011)

Een goede controle over ons bekken behouden wordt een nog grotere uitdaging wanneer we moe beginnen te worden. De afbeeldingen hierboven tonen een voorbeeld van een hardloper uit het artikel van Schutte et al., (2014) die zijn bekken beweegt met meer zijdelingse verplaatsingen (Figuur B vermoeid vs. Figuur A vers) en met hogere, minder gecontroleerde, zijdelingse versnellingen (Figuur D vermoeid vs. Figuur C fris). Dit benadrukt hoe belangrijk het is om tijdens een langere of intensievere hardloopsessie een goede controle over ons bekken te behouden en energieverspilling door bewegingen te minimaliseren.

4. Voetproprioceptie en enkelcontrole

Tegenwoordig dragen we meer schoenen met kussens. Dit kan gunstig zijn om de impact op te vangen, maar kan ook het vermogen verminderen om de grond onder onze voeten te voelen, de zogeheten proprioceptie. Daarom is het belangrijk om onze stabiliserende spieren goed te activeren voor het eerste contact, omdat we maar weinig tijd hebben om adequaat te reageren. Of je nu met een voorvoet, middenvoet of achtervoet rent, actieve dorsaalflexie van je voet is cruciaal om slapte in je kuitspieren te verminderen en de voorste spieren van je enkel te activeren. Dit kan de eerste schokabsorptie in de voet en enkel verbeteren (echt belangrijk!) en de gewrichten controleren om de energieopslag in het peesweefsel te verbeteren voor een betere energieteruggave.

*Spieren rond de voet en enkel zijn lang en zeer peesvormig, waardoor ze geschikt zijn voor energieopslag en -afgifte tijdens het hardlopen.

Hoewel dynamische stabiliteit een belangrijke biomechanische parameter is om het risico op letsel te verminderen en de efficiëntie van bewegingen te verbeteren, kunnen verschillende bepalende factoren deze parameter beïnvloeden. Maar hoe kunnen we nu beter worden in het voortstuwen van onze CoM door middel van training? Tijdens onze nascholingscursus Loopanalyse bij de geblesseerde atleet leer je hier meer over.

Dit artikel is in samenwerking met MSc Philip Cortvriendt van Runeasi ontwikkeld. Philip behaalde een masterdiploma in fysiotherapie en revalidatiewetenschappen en heeft kernexpertise op het gebied van hardlopen, waarbij hij werkt met zowel recreatieve als toplopers.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Loopanalyse bij de geblesseerde atleet door MSc Philip Cortvriendt
De tweedaagse cursus (KRF 16pt) objectieve loopanalyse: van data tot een doelgericht behandelplan, waarbij de principes vanuit het Frans Bosch Systeem (FBS) gehanteerd worden met veel focus op impliciet leren. De revalidatie is niet alleen interessant voor de sportfysiotherapeut, maar voor elke fysiotherapeut die zijn sporter en revalidant naar een hogere level wil brengen via veelbelovende en ongeëvenaarde oefeningen. Je vindt op onze website een korte video-impressie van deze cursus. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Loopanalyse bij de geblesseerde atleet ».

Webinar - Return tot play criteria bij hamstring letsel en VKB-reconstructies met prof. dr. Erik Witvrouw

In deze gratis webinar (29 minuten) neemt prof. dr. Erik Witvrouw je op een vlotte manier mee in de wetenschappelijke achtergronden rondom return tot play criteria bij hamstringletsel en VKB-reconstructies. Wanneer geef je het lichaam voldoende tijd om te genezen van deze ingreep? Een combinatie van respect voor de tijd voor natuurlijk herstel én functionele tests zal op termijn tot betere resultaten leiden om te bepalen of een sporter klaar is om weer te gaan spelen (return to play).

 

De cursus revalidatie bij kniekklachten van prof. dr. Erik Witvrouw

Zeg je de best mogelijke inzichten en behandeling van knieklachten bij sportletsel, dan zeg je prof. dr. Erik Witvrouw. Zowel bij de minder actieve bevolking als bij de fysiek actieve (sport)bevolking, komt knieletsel zeer vaak voor. Bijna alle knieletsels hebben een fysiotherapeutische behandeling nodig om operatief ingrijpen te voorkomen of juist na een operatieve ingreep.

In zijn tweedaagse (KRF 19pt) evidence based cursus deelt prof. dr. Erik Witvrouw de laatste interessante kennis ‘Revalidatie bij (sport)letsel van de knie’ met jou. De meest voorkomende knieaandoeningen met boeiende onderwerpen als patellofemorale pijnsyndroom, voorste kruisbandletsels en de behandeling van hamstringletsels komen aan bod en je leert allerlei nieuwe oefentechnieken. Waardoor je deze kennis over knieaandoeningen gelijk in de praktijk kunt toepassen.

Waarom leren met Fysiolinks

Fysiolinks heeft met 20 cursussen een ruim aanbod in erkende trainingen voor fysiotherapeuten. We hebben een interessant leerproces ontwikkeld waarin kennis en praktijk samen worden gebracht – de link tussen denken en doen. Samen met onze topdocenten die een passie hebben voor het vak en dit graag laten ervaren, helpen wij dat te realiseren. In een gratis videopresentatie van minder dan een half uur vergroot jij je kennis onder begeleiding van de beste internationale docenten van Fysiolinks. Prikkel je nieuwsgierigheid en wordt nog sterker in je vak.

 

Type 1 (Winging) Scapuladyskinesie oefeningen - Fysiolinks

Wanneer er bij een scapula dysfuntie het evenwicht tussen de vier rotator cuff spieren wordt verstoord waardoor de grote rug-, borst- en nek¬spieren compensatoir het schouderblad moeten stabiliseren, zijn daar verschillende schouderoefeningen voor die je als fysiotherapeut kunt inzetten. Heeft jouw patiënt een type 1 scapula dysfunctie (winging)? Ga aan de slag met deze serie oefeningen uit de schoudercursussen van prof. dr. Ann Cools en prof. dr. Anju Jaggi.

  1. Stretching Pectoralis Minor
  2. Side-lying external rotation (low ratio UT-LT)
  3. Inferior Glide Scapula With Er And Thoracic Extension
  4. Prone extension (low ratio UT-LT)
  5. Serratus punch supine (low ratio UT-SA)

 

 

De schoudercursus van prof. dr. Ann Cools

Ann Cools is een Belgische fysiotherapeut en onderzoeker, die bekend staat om haar expertise in schouderrevalidatie en -behandeling. Ze heeft ook haar eigen schoudercursussen ontwikkeld, genaamd “Schouderklachten (level I, II en III)” en ‘Return to sport; The shoulder in sports medicine’, waarin ze zich richt op het ontwikkelen van een dieper begrip van de anatomie en biomechanica van de schouder en het toepassen van wetenschappelijk onderbouwde revalidatieprincipes.

Hier is wat feedback van cursisten:

Gefascineerd zoals Ann Cools de recente wetenschap koppelt aan praktische tools voor de praktijk!

Zeer enthousiast na het volgend van de cursussen van Ann. Zij weet zo veel van dit onderwerp maar kan dit ook snel koppelen aan praktische tools voor in de praktijk. Een ontzettend inspirerende vrouw die je weet te boeien van begin tot eind!

 

Hele leuke en praktijkgerichte cursus van Anju Jaggi

Goede ervaring met Fysiolinks! Alle informatie voor de cursus ruim op tijd waardoor je jezelf goed kon voorbereiden. De cursus is erg praktijkgericht en ze gebruikt veel praktijkvoorbeelden! Verder alles goed evidence based onderbouwd! Zet je goed aan het denken om kritisch naar je eigen vak te blijven kijken!

De schoudercursus van dr. Anju Jaggi

Anju Jaggi is een fysiotherapeut en wetenschapper uit het Verenigd Koninkrijk, die gespecialiseerd is in de behandeling van complexe schouderaandoeningen. Ze heeft haar eigen schoudercursus ontwikkeld, genaamd “Solving complex shoulder problems“, waarin ze zich richt op een combinatie van mobilisatie, versterkende oefeningen en neuromusculaire re-educatie om schouderaandoeningen zoals schouderinstabiliteit te behandelen. De belangrijkste doelstellingen zijn het beter begrijpen van spierrekruteringspatronen, structurele tekorten en de psychosociale factoren bij de behandeling van complexe schouderinstabiliteit en pijn (RCRSP).