Complexe schouderklachten behandelen

Schouderproblemen kunnen complex en uitdagend zijn om te diagnosticeren en te behandelen. Om complexe schouderklachten effectief op te lossen is voorkennis over de klacht van belang en is een achtergrondkennis om een diagnose te stellen essentieel. Dit omdat er veel verschillende soorten schouderblessures zijn met soms dezelfde type klachten en symptomen.

The unstable shoulder; schouderinstabiliteit

Schouderinstabiliteit is anatomisch het onvermogen van de humeruskop om in de glenoid fossa te blijven wat kan resulteren in (sub)luxaties. Dit zorgt ervoor dat jouw patiënt waarneemt dat de schouder wegglijdt of een giving away gevoel heeft. Objectief is dit vaak slecht te meten. Symptomen hiervan kunnen pijn zijn, het giving away gevoel en/of bewegingsangst.

Classificatie van schouderinstabiliteit is grofweg te onderscheiden in 2 hoofdgroepen, traumatische versus a-traumatische instabiliteit. Traumatische instabiliteit is grotendeels unidirectioneel, waarvan Bankert-laesies, Hill-Sacks laesie het meest voorkomen. Deze groep bestaat vaak uit jonge atleten en oudere vrouwen. De jongere groep, bestaat uit meer mannen dan vrouwen in verband met contactsport, hebben meer instabiliteitlaesies. Terwijl de oudere groep boven de 60 jaar, meer vrouwen omvat dit doordat ze ouder worden en hun botkwaliteit vaker lager is door osteoporose, meer last hebben van rotator cuff laesies hebben en zenuwbeschadigingen. Hoe groter het trauma en de structurele schade hoe meer indicatie er is tot een chirurgische ingreep, als er minder schade aanwezig is dan is het eerder een spiercontrole probleem en is een fysiotherapeutisch interventie het belangrijkste.

A-traumatische instabiliteit is een multidirectionele instabiliteit, die vaak voorkomt

Deze groep patiënten zijn mensen die veel boven hun hoofd werken of een bovenhandse sport uitvoeren. Door de repeterende bewegingen die ze uitvoeren ontstaat er laxiteit.
Bij a-traumatische instabiliteit heeft 80% effect van oefentherapie. Er is een sterke aanbeveling voor krachttraining en fysiotherapie. Uit een recent onderzoek van Jaggi met een placebo OK en een werkelijke OK qua stabiliteit. Laten de resultaten zien dat alle patiënten na 6 maanden zo’n 40% verbeterd zijn, dit effect bleef gelijk na 1 en na 2 jaar. Er was geen significant verschil aanwezig na 2 jaar. Vanuit de studie werd de aanbeveling gedaan dat fysiotherapie de verbetering geeft bij deze patiëntengroep en dat dit meer doet dan een operatie.

De a-traumatische groep is nog in te delen in een extra groep. Vanuit de Stanmore-driehoek, zie je deze 3 groepen. De 3e groep is gegeneraliseerd hypermobiel. Deze mensen, vrouwen 60% versus mannen 40%, hebben vaker een bewegingsstoornis, met een zichtbaar dyskinesie beeld. En daarnaast naast een instabiele schouder ook vaak andere pijnsyndromen in andere gewrichten en bevinden zich vaker in de chronische pijngroep.

Nociceptieve pijn ontstaat bij een traumatische instabiliteit door de klassieke dislocatie die plaatsvindt, de patiënt ervaart pijn op de locatie van de dislocatie. De structuren komen onder stress te staan, waardoor er vanuit het gebied een pijnprikkel naar de hersen wordt gestuurd. Wat opvallend kan zijn is dat als de schouder weer stabiel en hersteld is, de pijnklachten in dezelfde mate aanwezig kan blijven. Wel is bekend dat bij instabiliteit de asymptomatische groep pijn heeft door centrale sensitisatie. Deze verhoogde pijnbeleving is soms lastig te beïnvloeden door een versterkt pijnsignaal vanuit het brein.

Naast de behandeling van de lichamelijke symptomen van complexe schouderproblemen is het dus ook belangrijk om aandacht te besteden aan de psychologische en sociale aspecten de de aandoening. Stress of angst als gevolg van de pijn en de beperking geven een extra uitdaging voor herstel.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Solving complex shoulder problems met Pt PhD Anju Jaggi
Onze tweedaagse cursus (KRF 19pt) helpt je klachten van de schoudergordel beter te begrijpen door te focussen op het beïnvloeden van de motorische controle. Als cursist word je daarnaast meegenomen in de problematiek van schouderinstabiliteit veroorzaakt door gebrek aan rotator cuff controle. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Solving complex shoulder problems ->.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus
Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Specifieke oefentherapie voor sporters vanuit het Frans Bosch Systeem

Specifieke oefentherapie voor sporters vanuit het Frans Bosch Systeem

Mogelijk is het Frans Bosch Systeem (FBS) jou allang bekend. Het is een benadering van training en revalidatie die zich richt op het ontwikkelen van functionele bewegingspatronen. Deze benadering is ontwikkeld door de Nederlandse bewegingswetenschapper en voormalig atletiekcoach, Frans Bosch.

De kracht van motorisch leren bij revalidatie van sportblessures

Specifieke oefentherapie voor sporters die de principes van het FBS hanteren, zal zich richten op het ontwikkelen van functionele bewegingspatronen die specifiek zijn voor de sport van de atleet. Deze analyse wordt gedaan bij de doelbewegingen van de sport. Dit kan onder meer betekenen dat de oefeningen worden aangepast aan de specifieke eisen van de betreffende sport, zoals het energieverbruik, maar ook adaptaties in kracht en motorische controle. Motorisch leren is hiervan van belang tijdens het trainen.

Motorisch leren is een belangrijk aspect in de revalidatie van sportblessures. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen impliciet en expliciet motorisch leren.

Impliciet motorisch leren vindt plaats wanneer de persoon zich niet bewust is van het leerproces. Dit betekent dat de persoon zich niet bewust richt op het aanleren van een bepaalde beweging of vaardigheid, maar eerder door middel van ervaring en feedback leert. In de sport specifieke revalidatie kan impliciet motorisch leren worden gestimuleerd door middel van functionele oefeningen, waarbij de nadruk ligt op het aanleren van bewegingspatronen in een natuurlijke omgeving.

Impliciet leren heeft verschillende voordelen ten opzichte van expliciet leren:

  1. Efficiëntie; impliciet leren kan efficiënter zijn dan expliciet leren, omdat de sporter zich niet bewust hoeft te richten op het leerproces en de leerervaringen onbewust kunnen worden opgenomen.
  2. Geschikt voor complexe taken; impliciet leren is vaak geschikter voor het aanleren van complexe taken, omdat het een meer natuurlijke manier van leren is die past bij de manier waarop de menselijke hersenen werken.
  3. Meer duurzaam; impliciet leren kan duurzamer zijn dan expliciet leren, omdat de sporter de beweging of vaardigheid op een dieper niveau begrijpt en kan toepassen in verschillende contexten.
  4. Minder kans op overbelasting; impliciet leren kan leiden tot minder fysieke of mentale overbelasting dan expliciet leren, omdat de sporter niet zo intensief bezig is met het bewust aanleren van de beweging.
  5. Beter voor het aanleren van nieuwe bewegingsvormen; impliciet leren kan beter zijn voor het aanleren van nieuwe bewegingsvormen, omdat het de sporter in staat stelt om te experimenteren en te verkennen zonder te veel te focussen op het eindresultaat.

Over het algemeen kan impliciet leren een effectieve manier zijn om bewegingen en vaardigheden aan te leren, vooral voor complexe taken. Echter, het is belangrijk om te benadrukken dat impliciet en expliciet leren elkaar niet uitsluiten en dat beide vormen van leren complementair kunnen zijn in verschillende contexten en voor verschillende leerlingen.

De basisprincipes vanuit het Frans Bosch Systeem

Het FBS hanteert een aantal basisprincipes, waaronder:

  • het belang van variatie in bewegingspatronen,
  • het ontwikkelen van kracht en snelheid,
  • het gebruik van plyometrische oefeningen om explosiviteit te ontwikkelen,
  • er wordt veel nadruk gelegd op het ontwikkelen van een goede lichaamshouding en het voorkomen van blessures dit door analyse van doelbewegingen.

Attractors en fluctuators

Dit zijn concepten uit de complexiteitstheorie die gebruikt kunnen worden om bewegingsvormen te beschrijven en te begrijpen, maar ook om het aantal vrijheidsgraden van bewegen in gewrichten te beschrijven.

  • Een attractor in bewegingsvormen is een stabiele toestand; waarin een persoon kan bewegen met minimale inspanning en weinig variabiliteit in de beweging. Deze zijn stabiel en economisch. Bijvoorbeeld, wanneer een tennisser een backhand slaat, kan een bepaalde beweging een attractor zijn als het leidt tot een stabiele, gecontroleerde en nauwkeurige backhand.
  • Een fluctuator in bewegingsvormen is een onstabiele toestand; waarin de beweging van een persoon variabel is en kan veranderen als reactie op interne of externe factoren. Dit zijn de veranderlijke elementen die instabieler zijn en die hoge energiekosten hebben. Bijvoorbeeld, wanneer een persoon een nieuwe vaardigheid leert, kan de beweging variëren en onstabiel zijn totdat de persoon de vaardigheid onder de knie heeft en het een attractor wordt.

In de bewegingsvormen kan een persoon tussen attractors en fluctuators bewegen. Wanneer een persoon een nieuwe vaardigheid leert, kan de beweging fluctueren totdat de persoon de vaardigheid onder de knie heeft en de beweging stabiel en geautomatiseerd wordt.

Het begrip van attractors en fluctuators in bewegingsvormen kan nuttig zijn bij het ontwerpen van oefeningen en revalidatieprogramma’s. Het kan helpen om te bepalen welke bewegingen de meest efficiënte en stabiele zijn, en welke bewegingen nog ontwikkeld moeten worden. Het is lastig om te analyseren welke bewegingselementen stabiel en instabiel zijn. Deze analyse is wel nodig om tot een trainingsopzet te komen die deze vaste elementen van bewegen op een efficiënte manier meeneemt in het bewegingspatroon.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Loopanalyse bij de geblesseerde atleet door PhD Kurt Schütte en MSc Philip Cortvriendt
De tweedaagse cursus (KRF 16pt) objectieve loopanalyse: van data tot een doelgericht behandelplan bij revalidatie is niet alleen interessant voor de sportfysiotherapeut, maar voor elke fysiotherapeut die zijn sporter en revalidant naar een hogere level wil brengen via veelbelovende en ongeëvenaarde oefeningen. Je vindt op onze website een korte video-impressie van deze cursus. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Loopanalyse bij de geblesseerde atleet ».

Explain Pain – begrijp de pijn cursus
Onze tweedaagse cursus (KRF 19pt) heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ».

Deze rol kan een fysiotherapeut innemen bij hoofdpijnklachten Fysiolinks

Deze rol kan een fysiotherapeut innemen bij hoofdpijnklachten

Hoofdpijn is een veelvoorkomend probleem. Veel patiënten met hoofdpijnklachten melden zich bij de fysiotherapeut of worden door de huisarts doorverwezen. Migraine is misschien wel de bekendste hoofdpijn, die wordt veroorzaakt door een hersenaandoening die daardoor lastiger te behandelen is door een fysio- of een manueel therapeut.

Behandeling van de fysiotherapeut bij Tension-type headache

Tension-type headache of anders gezegd, spanningshoofdpijn is de meest voorkomende vorm van hoofdpijn, maar liefst 30 tot 78% van de bevolking heeft last van die specifieke spanningshoofdpijn.

Het is ook het type hoofdpijn dat het vaakst door fysiotherapeuten wordt behandeld. In veel gevallen is er sprake van hypertonie in de nek- en schouderspieren. Wist je bijvoorbeeld dat bij spanningshoofdpijn de pijn vaak bilateraal gelokaliseerd is? Er is matig bewijs dat aerobe oefeningen, actieve oefentherapie, relaxatietraining en pijneducatie de pijnintensiteit en invaliditeit verminderen bij patiënten met (spannings)hoofdpijn. Andere hands-off interventies zijn beperkt in bewijs (Mukhtar et al 2021),

Welke soorten hoofdpijn kunnen wij als fysiotherapeut nog meer behandelen

Er zijn meerdere soorten hoofdpijn, waarbij wij als fysiotherapeuten een belangrijke rol kunnen spelen in het behandelen van de klacht.

Types als: cervicogene hoofdpijn, cervicale myofasciale pijn en Temperomandibulaire gewricht gerelateerde hoofdpijn zijn minder bekend. Toch zijn deze soorten hoofdpijn goed te behandelen door de fysiotherapeut. Een vereiste is dat hier dan wel gedegen en gericht lichamelijk onderzoek naar wordt gedaan.

Cervicogene hoofdpijn is door fysiotherapeuten aan te tonen door een lichamelijk onderzoek. Waarbij de focus ligt op een beperkte beweeglijkheid van de bovenste nekwervels, dat soms in combinatie met een verhoogde spierspanning voorkomt. Tijdens het lichamelijk onderzoek is er sprake van een beperkte beweeglijkheid van de nek en is er sprake van drukpijn in de hoog cervicale of occipitale regio (Sjaastad 2008). Als (manueel) therapeut kun je de mobiliteit van de cervicale wervelkolom verbeteren door gebruik te maken van manuele mobilisaties of -manipulaties. Een eventuele verhoogde spierspanning kan worden verholpen door middel van fricties, maar ook Dry Needling kan ondersteunen bieden.

Zelfs bij migraine kunnen cervicale manipulaties effectief zijn om het aantal migrainedagen en de pijn/intensiteit te verminderen (Rist et al 2019). Al is migraine tevens een hersenaandoening, het reduceren van het aantal migrainedagen of de pijnvermindering is iets waar een patiënt al baat bij kan hebben.

Het is daarom belangrijk om de verschillende types hoofdpijn goed te herkennen en de karakteristieken en verschillende ontstaanswijzen goed te onderscheiden. Als een patiënt zelf al weet welke factor de hoofdpijn triggert, helpt je dit bij het opstellen van je behandelplan. En kun je verder kijken dan alleen een therapeutische behandeling door bijvoorbeeld samen te werken met een diëtist, Dry Needling of een sportfysiotherapeut.

Welke nascholingscursussen voor fysiotherapeuten zijn interessant voor het behandelen van hoofdpijnklachten

In onze cursussen ‘Onderzoek en behandeling van hoog cervicale klachten’ (KRF 18pt) en de cursus ‘Manueel therapeutische interventies van de CWK’ (KRF 18pt) leer je meer over het onderzoek en behandelen van problematiek van de cervicale wervelkolom. Omdat de hoog cervicale gewrichten betrokken zijn bij verschillende aandoeningen (bijv. trauma’s van hoofd en nek, duizeligheid, craniomandibulair disfunctioneren, tinnitus) is de cursus geschikt voor fysiotherapeuten met zowel een algemene registratie als manueel therapeuten, craniomandibulair fysiotherapeuten en sportfysiotherapeuten.

Maar ook een basiscursus Dry Needling (KRF 22pt) en Dry Needling Advanced Upper Quadrant (KRF 16pt) geven je mogelijk meer inzichten bij het behandelen van hoofdpijnklachten. Meer weten over de cursussen Dry Needling »

Explain Pain - kracht van metaforen | Fysiolinks nascholing fysiotherapie

Explain Pain – De kracht van metaforen

De kracht van het gesproken woord is niet te onderschatten. Zowel in negatieve als in positieve zin zijn woorden voor patiënten met aanhoudende pijnklachten relevant. In deze blog gaan MSc Bart van Buchem, MSc Rutger Gerritsen en MSc Iris Barten in op de negatieve en positieve impact van woorden. Hoe je de positieve impact kunt bekrachtigen en relevant kunt maken voor het herstel.

Een metafoor waarbij je een woord of beeld voor iets anders, waarmee het een overeenkomst vertoont, gebruikt is snel gemaakt. Vaak zonder dat we het doorhebben gebruiken we er zomaar een stuk of 50 per dag. Hoe vaak gebruik je niet de vergelijking van iets? Denk hierbij aan: het is als… het lijkt op…

Beïnvloed jij onbewust de gedachte en het gedrag van jouw patiënt?

De interpretatie van een metafoor is voor jouw patiënt mogelijk anders, dan die van jou als fysiotherapeut. Neem het voorbeeld van de diagnostische metafoor ‘Frozen shoulder’. Dit geeft de suggestie aan je patiënt dat de schouder zodanig vast zit, dat het niet meer te bewegen valt. Je patiënt kan hierdoor worden beïnvloed, waardoor hij/zij de gedachte aanneemt dat bewegen met pijn daardoor niet goed is en de hele arm niet meer durft te bewegen. Bedenk dat hoe erger een diagnose klinkt, hoe meer een patiënt zich daar mogelijk naar gaat gedragen. Zie hieronder enkele voorbeelden van gedachtes, emoties, gedrag en andere componenten van patiënten zelf die hun pijn kunnen beïnvloeden;

  • Bewegen met pijn is niet goed (gedachte)
  • Er is iets kapot in het lichaam (gedachte)
  • Voel me onzeker als ik beweeg (emotie)
  • Ik twijfel erg of het nog goed komt (emotie)
  • Mijn werkdruk is hoog (sociaal)
  • Ik heb geen tijd om te sporten (sociaal)
  • Ervaringen met pijn vanuit opvoeding (levensfase)
  • Geen grenzen stellen en bewaken (gedrag)
  • Dat heb ik altijd zo gedaan (gedrag)
  • Steunweefsel aandoeningen (bijkomende ziekte)
  • Overgevoeligheid voor prikkels (genetisch)
  • Mentale klachten (genetisch)

Gebruik daarom liever taal die ontzenuwt en minder angst inboezemt dan noodzakelijk is. Dit kan een positieve bijdrage leveren aan de beleving en daarbij het herstel. In plaats van aan te geven dat: onderuitgezakt zitten niet mag, bukken slecht is, pijn betekent dat er iets kapot is, last van vastzittende spieren of dat je moet stoppen met bewegen als iets pijn doet. Kan je ook de nadruk leggen op: dat een rug sterk is, elke beweging goed is, je lichaam zich kan aanpassen, je lijf ook zelf voor herstel zorgt en dat je niets hoeft te vermijden om veilig te kunnen bewegen.

Uit de praktijk; zijn metaforen in de gezondheidszorg behulpzaam of niet?

Vraag jezelf eens af; zijn metaforen überhaupt wel behulpzaam of niet? Voegt het iets toe, zonder de waarde van de pijn of diagnose te verliezen. En hoe vaak corrigeer jij je patiënt? Als zorgverlener ben je geneigd om dit te doen, om een aandoening, diagnose of behandeling correct weer te geven. Maar onbewust kun je daarmee je patiënt invalideren.

Manueel therapeut Rutger vertelt
In de 14 jaar dat ik als manueel therapeut werk, heb ik geleerd dat het gebruik van taal soms essentieel is in het vergroten van de kans van slagen van de behandeling. Ik heb regelmatig patiënten voor het eerst in mijn behandelkamer gehad die mij vroegen om een ‘verschoven wervel’ weer op zijn plaats te zetten of om een ‘scheve rug’ recht te zetten. Ik heb ook gemerkt dat het direct willen corrigeren van dit type van gedachten vaak niet direct en soms zelfs averechts werkt. Ik probeer bij patiënten met langdurige pijnklachten altijd eerst te achterhalen wat hun eigen gedachten over het ontstaan van de klachten zijn. Door in gesprek te gaan en een behandelrelatie op te bouwen, staan patiënten vaak meer open voor de visie die jij zelf als therapeut hebt. Ons vak blijft maatwerk en dat maakt het ook zo ontzettend interessant!

Bewust communiceren als fysiotherapeut kun je leren

Als paramedici worden we vooral getraind te denken en te handelen binnen het medische model. Bij een cursus NLP (Neuro Linguïstisch Programmeren) leer je op een praktische manier hoe zowel verbale- als non-verbale communicatie/gesprekstechnieken werkt, de waarde van taalgebruik en wat je kunt doen om deze te sturen.

Sportfysiotherapeut Iris vertelt
Steeds vaker valt het op hoe negatief mensen over hun eigen lichaam spreken met termen als; mijn spieren zitten vast, of er is niets meer aan te doen want alles is versleten. Daarbij zelfs juist al hun klachten in handen van ons, de therapeut, leggen. Want wij kunnen het wel ‘even’ oplossen. Zelfredzaamheid wordt meer een externe factor in plaats van dat het intrinsiek is. Onze gesprekken in de behandelkamer worden nog belangrijker om deze gedachtes mogelijk om te kunnen draaien. Waarbij de patiënt weer een positieve kijk ervaart over hun eigen lijf. En dat ze ook begrijpen dat ze zelf veel kunnen bereiken in hun klachtenbeeld. Vooral om focus te geven wat de reden van pijnklachten bij slijtage kan zijn, of waarom spieren vastzitten. Wellicht ademt iemand gewoon niet goed. Zijn andere factoren, qua vitaliteit niet op orde. Door meer kennis te geven in termen als: er is duidelijk een spierkrachtsverschil, of je hebt wel wat minder kracht in je been. Zorg je ervoor dat je samen met je patiënt aan hun klachten kunt werken.

Gratis webinar voor fysiotherapeuten; Explain Pain – de kracht van metaforen

Wil je meer weten over de kracht van metaforen (tijdens de cursus Explain Pain gaan we dieper in op dit onderwerp) volgens de inzichten van MSc Bart van Buchem? Luister dan naar de uitgebreide versie van de gratis webinar via onderstaande link.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Pijn is een wereldwijd probleem, met 1 op 5 mensen die een chronische vorm van pijn ervaart. De druk op de gezondheidszorg is aan het toenemen en de vraag naar een oplossing wordt groter. Opvattingen met betrekking tot (chronische) pijn maken daardoor ook een evolutie door. Sommige hebben het zelfs over een pijnrevolutie. Waarbij je radicaal anders leert denken en handelen met betrekking tot pijn en gezondheid. Maar hoe?

Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Dry needling cursus voor fysiotherapeuten van Fysiolinks

Dry Needling bij Fysiolinks

Dry Needling is niet meer weg te denken in de moderne fysiotherapiepraktijk. Wanneer triggerpoints bij de patiënt bewegingsbeperkingen, stijfheid, krachtverlies en langdurige/chronische pijnklachten veroorzaken, kan Dry Needling uitkomst bieden.

Mensen denken vaak dat Dry Needling hetzelfde is als acupunctuur. Bij acupunctuur wordt geprikt in energiebanen, terwijl je bij Dry Needling juist de spieren aanprikt, waardoor deze zich aanspant en vervolgens ontspant. De behandeltechniek is uiterst effectief bij myofasciale pijn en triggerpoints.

Onze driedaagse basiscursus Dry Needling (KRF 22pt) bij Fysiolinks start met een evidence-based theoretische inleiding over myofasciale pijn, de pathofysiologie van myofasciale triggerpoints en de werkingsmechanismes van Dry Needling. Het is betrekkelijk eenvoudig te leren en het geeft je praktische skills voor in je therapeutische toolbox. Het is dé nascholingscursus voor fysiotherapeuten en manueel therapeuten die je een keer gedaan moet hebben!

Wat krijg je bij onze Dry Needling cursus

  • Begeleiding door meerdere docenten met een universitaire achtergrond.
  • Bij elke spier die we behandelen wordt systematisch de anatomie doorlopen, de locatie van de meest voorkomende triggerpoints gepalpeerd en de meest geschikte dry needlingtechniek gedemonstreerd en ingeoefend.
  • Een digitale leeromgeving met alle priktechnieken, waar je een jaar lang toegang tot krijgt.
  • Toegang tot een app, een soort “digitale Needle gids”.
  • Een leuke interactieve eindquiz.

Driedaagse cursus Dry Needling en vervolgcursussen mogelijk

Met een opbouw van de basiscursus Dry Needling in drie dagen, twee advanced cursussen één voor de bovenste extremiteit (KRF 16pt) en één voor de onderste extremiteit (KRF 16pt) van steeds twee dagen en uiteindelijk nog experts modules voor specifieke aandoeningen van één dag. Volg je ze allemaal en wil je een examen doen, dan krijg je een certificaat van deelname.

Bekijk hier de basiscursus

Bewust communiceren als fysiotherapeut kun je leren Fysiolinks

Bewust communiceren als fysiotherapeut kun je leren met deze 5 tips

Stel je hebt een patiënt met lage rugklachten. Een dame met een beetje overgewicht, een zittend beroep en die ook nog eens een uur op en neer naar haar werk rijdt. Jij adviseert haar wekelijks een aantal oefeningen te doen om meer kracht en flexibiliteit op te bouwen. Maar ze boekt geen enkele vooruitgang, zegt ze… Ze zeurt iedere week een beetje tegen je aan tijdens haar bezoek aan jou. “Die oefeningen helpen niet, waarom zou ik ze doen?” Ai, wat zeg je dan? Inmiddels zie je er haast tegenop om deze patiënt wekelijks te ontvangen.

Waarschijnlijk komt bovenstaande jou bekend voor. Patiënten helpen en motiveren die aanhoudende pijnklachten hebben, is zonder meer een uitdagende situatie voor iedere fysiotherapeut. Het is dus van wezenlijk belang dat je gesprekstechnieken leert om de patiënt te motiveren, zodat ze zelf verantwoordelijkheid nemen.

Je kunt namelijk wel 10 bijscholingscursussen gevolgd hebben. Nog eens 20 verschillende oefeningen klaar hebben voor behandeltechnieken, maar als je niet kunt doordringen tot je patiënt dan heb je daar niet zoveel aan. Want drie dingen zijn minstens net zo belangrijk;

  • Je patiënt moet geloven dat de behandeling helpt in het herstelproces van de klacht. Als de patiënt er niet in gelooft, is dat niet bevorderlijk voor zijn of haar herstel.
  • De patiënt moet gemotiveerd genoeg zijn om de oefeningen te (blijven) doen. Doen ze die thuis niet, dan heeft jouw behandeling niet zoveel zin.
  • Ga vooral ook het gesprek aan met je patiënt; om te informeren naar de eigen ideeën van de patiënt rondom hun pijnklacht en maak daarbij duidelijk wat er echt (of echt niet) met bijvoorbeeld de rug van de patiënt aan de hand is. Sommigen kampen met onterechte ‘illness beliefs’ dat hun herstel ook niet bevordert. Zie hiervoor ook de blog over Explain Pain – de kracht van metaforen ->

Dit is de reden waarom enkele van onze docenten dit onderdeel specifiek mee in hun cursussen uitlichten. Ze leren je niet alleen technieken aan om bijvoorbeeld complexe schouderproblemen of rugklachten te behandelen, maar ook hoe je direct het gedrag van de patiënt kunt beïnvloeden.

5 tips hoe zowel verbale- als non-verbale communicatie/gesprekstechnieken werkt:

  1. Probeer motiverende gespreksvoering te doen. Dat is een benadering die als inzet heeft de intrinsieke motivatie van de patiënt te versterken. Intrinsieke motivatie komt vanuit je patiënt zelf. Kijk of je deze kunt beïnvloeden. Wat kan deze dame met lage rugklachten wel weer als de pijn minder is? Welk plezier of energie zou vrijkomen bij afgenomen pijn? Kun je de behandeling daarop inrichten? Dit type gespreksvoering verrijkt je mogelijkheden om mensen te begeleiden bij aanhoudende pijnklachten enorm.
  2. Integreer een vorm van spel in je behandeling, maak het leuk en grappig om met een attribuut aan de gang te gaan. Is er iets dat ze thuis ook kunnen gebruiken? Een oefening die een lach op het gezicht tovert?
  3. Focus samen met je patiënt op wat er al wel goed gaat. Het kan zitten in hele kleine dingen! Misschien is je patiënt gestart met wat ochtendstretches of misschien is de pijn al wat minder bij het autorijden?  Wellicht stopt je patiënt wel halverwege de lange rit naar werk voor een kop koffie en wat beweging?
  4. Laat ze zelf meedenken over welke oefeningen ze kunnen doen, dan hebben ze vaak meer motivatie.
  5. Vraag ze duidelijk hoe ze hun oefeningen willen ontvangen. Uitgeprint, via email of bijvoorbeeld via een app met videovoorbeelden.

Bewust communiceren als fysiotherapeut kun je leren

NLP; methodiek voor training, coaching en communicatieverbetering
Als paramedici worden we vooral getraind te denken en te handelen binnen het medische model. Bij een cursus NLP (Neuro Linguïstisch Programmeren) leer je op een praktische manier hoe zowel verbale- als non-verbale communicatie/gesprekstechnieken werkt, de waarde van taalgebruik en wat je kunt doen om deze te sturen.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus
Onze tweedaagse cursus (KRF 19pt) heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Docent Bart van Buchem geeft 3 tips over pijn die jouw patiënten absoluut moeten weten.

Wij waren afgelopen week op bezoek bij fysiotherapeut en docent Bart van Buchem om te praten over patiënten met pijn. Wij vroegen hem de belangrijkste dingen die een patient moet weten over pijn en hij gaf ons drie handige tips. Wil je ze weten? Bekijk direct onderstaande video!

Meer over Bart van Buchem:

Bart van Buchem is sinds 2007 werkzaam als fysiotherapeut en is gespecialiseerd in het behandelen en begeleiden van mensen met chronische pijn en functionele stoornissen.

In 2010 studeerde Bart af als ‘Master in Physiotherapy’ in de psychosomatische fysiotherapie. Zijn interesse gaat uit naar chronische pijn en de ontwikkelingen voor de behandelmogelijkheden daarvan. Naast het behandelen van patiënten adviseert hij netwerken, opleidingen en collega’s over de laatste ontwikkelingen op dit gebied.

Wat andere cursisten zeggen over de cursussen van Bart.

 

“Goede en leerzame cursus, veel opgestoken van Bart. Goeie manier van presenteren en duidelijke uitleg.”

Zeer goede docent. Vertelt veel nieuwe informatie, maar is prettig om naar te luisteren”

“Wat heb ik genoten van deze twee dagen!! Ik denk nu de hele dag in DIM’s en SIM’s en probeer hier mee aan de slag te gaan. Inspirerende docent, Bart van Buchem! Dat smaakt naar meer!”

De cursussen van Bart bij Fysiolinks.

Bart geeft bij ons de cursus Explain Pain en de cursus Functioneel Neurologische Symptomen.

Wil je de hele cursus agenda zien? Klik hier.

Bestel het boek ‘Shoulder Rehabilitation’ van Ann Cools

Zoek je een interessant boek om te lezen?  Ann Cools heeft een nieuw boek uitgebracht! Deze moet je als fysiotherapeut lezen. Haar boek “Shoulder Rehabilitation – a practical guide for the clinician” is net vers van de drukker. Het is een science-based maar ook praktisch bruikbaar handboek geworden, met veel tips en tricks voor de praktijk.

Dit boek biedt praktische richtlijnen voor de clinicus op het gebied van schouderrevalidatie. Het is een must-have voor iedere fysiotherapeut met een interesse in schouderaandoeningen. Dit boek is het resultaat van vele jaren evoluerende kennis en ervaring op dit gebied, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en klinische praktijk. Elk hoofdstuk vertrekt vanuit een theoretische achtergrond over het onderwerp, presenteert een gedetailleerde behandelstrategie die direct toepasbaar is in de klinische setting en sluit af met een kritische discussie op basis van actuele literatuur.

  • In deel 1 worden het klinisch onderzoek en de algemene revalidatieprincipes besproken.
  • In deel 2 worden behandelrichtlijnen beschreven voor de meest voorkomende schouderaandoeningen zoals tendinopathie, instabiliteit, stijfheid en disfunctie van de scapula.
  • Deel 3 is gewijd aan speciale overwegingen voor de sportieve schouder, waaronder sportspecifieke revalidatie, blessurepreventie en terugkeer naar sport.
Boek shoulder rehabilitation Ann Cools
Meer informatie of bestelinformatie vind je op: https://www.skribis.be/…/shoulder-rehabilitation.html
Je kunt ook tijdens haar live cursus het boek aankopen voor een gereduceerde prijs. Geniet van dit naslagwerk! Namens Ann Cools en Team Fysiolinks, veel leesplezier!

Pertubaration oefeningen

Spring deze zomer samen met je knierevalidanten in het diepe.  Met deze set aan pertubaration oefeningen daag je jouw patiënten uit om de stabiliteit te handhaven, ook bij impact uit onverwachte hoek.

Pertuberation oefeningen zijn oefeningen die niet mogen ontbreken in de laatste fase van je knie revalidatie bij sporters. Ter voorbereiding op het RTP moment. Met pertubaration oefeningen daag je jouw patiënten uit om de stabiliteit te trainen en te handhaven, ook bij impact uit onverwachte hoek.

Wij geven je met deze set oefeningen een basis waarna jij ze specifiek kunt maken voor jou patiënt/sport revalidant.
De oefeningen worden o.a. behandeld tijdens de cursus over de knie van Prof. Dr. Erik Witvrouw (UGent en FC Liverpool) bij Fysiolinks.

 

 

Wil je meer weten en oefenen? Volg dan een knie cursus van prof. dr. Erik Witvrouw.

Oefentherapie bij rotator cuff rupturen

Oefentherapie bij rotator cuff rupturen.

Er is steeds meer bewijs dat fysiotherapeutische revalidatie van veel rotator cuff rupturen net zo succesvol is als operatief ingrijpen. Positieve verwachtingen over een dergelijk traject dragen voor een groot deel bij aan het succes ervan. Informeer je patiënt dus goed en schep positieve verwachtingen voor aanvang van het oefenprogramma.

Het primaire behandeldoel bij a-traumatische rotator cuff rupturen is het optimaliseren van de functie en dan met name in elevatie boven schouderhoogte met een beperkte belasting van de rotator cuff. Om dat te bereiken kun je het volgende oefenprogramma gebruiken.

Het oefenprogramma bestaat uit 2 oefeningen. Kies één oefening uit de set ‘Elevatie oefeningen in half-gesloten keten’ en één oefeningen uit de set ‘Programma M. Deltoideus Anterieur’. Start in beide gevallen bij de eerste oefening van de set en bepaal op welk niveau je patiënt kan oefenen. De patiënt moet de beide oefeningen 3x per dag 10x kunnen uitvoeren. Als je patiënt in staat is om de oefening goed uit te voeren, dan kun je naar de volgende oefening van het programma.

Succes!

 

En wil je meer weten en oefenen? Volg dan een schouder cursus van Ann Cools.