Subacromiale schouderpijn (SSP), vaak geassocieerd met rotator cuff tendinopathie, is een veelvoorkomend probleem bij patiënten. Hoewel de behandeling traditioneel uiteenloopt van oefentherapie tot passieve technieken zoals laser en ultrageluid, blijft de vraag: wat werkt écht? In deze blog vatten we een uitgebreide systematische review (Pieters et al., 2020) samen, gericht op conservatieve therapieën binnen de fysiotherapie. De inzichten helpen fysiotherapeuten om hun behandelstrategieën te optimaliseren.
Voor fysiotherapeuten die streven naar evidence-based behandeling van subacromiale schouderpijn is deze review een duidelijke richtlijn: kies voor actieve oefentherapie, overweeg manuele therapie als aanvulling, en wees kritisch over passieve technieken. Verdere precisering van oefenprotocollen zal in de toekomst bijdragen aan nog effectievere zorg.
Kernpunten uit het artikel
1. Sterk bewijs voor oefentherapie
- Oefening als eerste keus: Oefentherapie heeft het sterkste bewijs voor effectiviteit bij het verminderen van pijn, verbeteren van mobiliteit en functie bij SSP.
- Vergelijkbaar met chirurgie: Bij langdurige SSP biedt oefentherapie vergelijkbare resultaten als chirurgische decompressie, met lagere kosten en minder risico’s.
- Soorten oefeningen: Scapulaire stabilisatie, rotator cuff-versterking en flexibiliteitsoefeningen zijn effectief, al is het optimale protocol nog niet vastgesteld.
2. Manuele therapie als aanvullende interventie
- Toegevoegde waarde in de beginfase: Het combineren van manuele therapie met oefentherapie kan kortetermijnvoordelen opleveren, zoals extra pijnreductie.
- Definitie is vaag: Er is veel variatie in wat onder ‘manuele therapie’ valt, wat interpretatie van de resultaten bemoeilijkt.
3. Multimodale therapie: veelbelovend, maar beperkt bewijs
- Combinatie van methodes: Therapieën zoals taping, elektrotherapie en manuele technieken in combinatie met oefening lieten kleine verbeteringen zien.
- Klinische betekenis twijfelachtig: Door de grote variatie in multimodale benaderingen is het moeilijk om duidelijke conclusies te trekken.
4. Corticosteroïd-injecties: slechts matig aanbevolen
- Korte termijn effect: Er is enig bewijs dat injecties tijdelijk effectiever zijn dan nietsdoen, maar niet beter dan oefentherapie op de lange termijn.
- Geen fysio-interventie: Injecties vallen niet direct onder het domein van fysiotherapeuten, maar beïnvloeden vaak het revalidatiebeleid.
5. Passieve fysische modaliteiten: onvoldoende bewijs
- Lasertherapie: Geen overtuigend bewijs dat het effectief is als monotherapie.
- Ultrageluid: Steeds minder relevant; systematische reviews toonden geen voordeel boven placebo.
- Shockwave en elektromagnetische therapie: Ook deze interventies hebben geen bewezen meerwaarde.
Praktische implicaties voor de fysiotherapeut
Deze review onderstreept het belang van actieve therapie als centrale pijler in de behandeling van SSP. Oefentherapie moet dus niet alleen een onderdeel zijn van het behandelplan, maar de basis vormen. Manuele technieken kunnen worden overwogen in de vroege fase, vooral bij patiënten met veel pijn. Het gebruik van passieve fysische modaliteiten moet kritisch worden bekeken en bij voorkeur worden vermeden wegens het gebrek aan effectiviteit.
Belangrijk is ook dat veel RCT’s de oefenprogramma’s onvoldoende beschrijven, waardoor meer onderzoek nodig is naar het ideale type oefening, frequentie en duur. Een goede praktijk is om te werken met een 12-weeks programma, waarbij lichte pijn (<5/10 op VAS) tijdens oefening acceptabel is.
Bronvermelding
Pieters, L., Lewis, J., Kuppens, K., Jochems, J., Bruijstens, T., Joossens, L., & Struyf, F. (2020). An Update of Systematic Reviews Examining the Effectiveness of Conservative Physical Therapy Interventions for Subacromial Shoulder Pain. Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy, 50(3), 131–141. https://doi.org/10.2519/jospt.2020.8498
De schoudercursus van prof. dr. Jeremy Lewis
Tijdens de tweedaagse cursus ‘The Shoulder: Theory & Practice’ (KRF 18pt) voor Fysiolinks legt hij de nadruk op een biopsychosociale benadering van de schouderrevalidatie, een combinatie van evidence based oefeningen, pijnwetenschap, levensstijl, psychosociale factoren en educatie. Zijn belangrijkste klinische expertisegebieden zijn: subacromiale pijn (impingement) syndroom, rotator cuff peesproblemen, schouderpijnsyndromen en frozen shoulder.
Daarnaast biedt de cursus praktische trainingen, veel educatie over de anatomie en biomechanica van de schouder, over de invloed van houding en spieronbalans en zijn verband met schouderpathologie, evenals over hoe schouderaandoeningen kunnen worden gediagnosticeerd en behandeld. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Jeremy Lewis ».