Terugkeer naar sport na schouderinstabiliteit fysieke en mentale parameters - Fysiolinks

Het moment waarop een patiënt veilig kan terugkeren naar sport na een episode van schouderinstabiliteit is cruciaal en complex. Het vereist meer dan spierkracht of bewegingsuitslag. Volgens prof. Jaggi moeten zowel fysieke als psychologische parameters worden meegenomen in de beslissing.

Casus: Bram, 28 jaar, handbalkeeper

Na een traumatische voorste schouderluxatie onderging Bram een arthroscopische Bankart repair. Vijf maanden postoperatief voelt hij zich fysiek sterk, maar ervaart nog angst bij bovenhandse worpen en bepaalde rotatiebewegingen. Hij wil binnen 4 weken terugkeren naar competitie.

Ondanks dat zijn kracht en ROM vrijwel hersteld zijn, merkt Bram dat hij tijdens training zwaarder ademt en gespannen raakt zodra hij de bal uit het doel wil slaan, alsof hij op onbewust niveau ‘gehoorzaamt’ aan een oude herinnering van instabiliteit. Dit gevoel van spanning maakt hem terughoudend en leidt tot psychologische spanning tijdens sportmomenten. Hoewel hij bedachtzaam traint, heeft hij moeite de automatische beweging van een worp te laten gebeuren, omdat zijn aandacht afgeleid wordt door gedachten aan een hernieuwde dislocatie. Daardoor mist hij timing en coördinatie, terwijl zijn fysieke vermogen eigenlijk voldoende is.

Klinisch redeneren en validatiecriteria

De terugkeer naar sport moet gebaseerd zijn op:

  • Objectieve criteria: Kracht (90% van niet-aangedane zijde), ROM, scapulacontrole.
  • Functionele tests: Shoulder Symptom Modification Procedure, SS test-batterij.
  • Psychologische readiness: vragenlijst SIRSI (Shoulder Instability Return to Sport Index). Angst en bewegingsvermijding blijven belangrijke predictoren voor een terugval.

Volgens Jaggi blijven zelfs 12 maanden na de eerste dislocatie nog tekenen van kinesiofobie aanwezig. Graded exposure, VR-revalidatie en taakgerichte training kunnen bijdragen aan heropbouw van vertrouwen en veiligheid.

Behandelplan

  • Week 20-24 postoperatief:
    • SS test afnemen.
    • Beoordeling met SIRSI (score >80%) vereist.
    • Integratie van bovenhandse worpen onder supervisie.
  • Week 25+:
    • Volledige return to play mits positieve testresultaten, absence van apprehension, GROC-score >4 en functionele belasting zonder klachten.

Een veilige terugkeer naar sport na schouderinstabiliteit vereist een combinatie van objectieve fysieke testen en subjectieve readiness-scores. De rol van angst en perceptie mag niet onderschat worden. De fysiotherapeut is hierin coach, tester en begeleider.

Leer meer over schouderinstabiliteit met prof. dr. Anju Jaggi en effectieve behandelingen in onderstaande inzichtelijke webinar van 25min.

Meer weten over schouderinstabiliteit met de schoudercursus van dr. Anju Jaggi

Onze tweedaagse Engelstalige cursus ‘Solving complex shoulder problems’ helpt je klachten van de schoudergordel beter te begrijpen door te focussen op het beïnvloeden van de motorische controle. Als cursist word je daarnaast meegenomen in de problematiek van schouderinstabiliteit veroorzaakt door gebrek aan rotator cuff controle, rotator cuff insufficiëntie en de classificatie en behandeling van niet traumatische instabiliteit. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde schoudercursus van Anju Jaggi ».

 

Functioneel Neurologische Symptomen (FNS) bij jongeren - Fysiolinks

Functioneel Neurologische Symptomen (FNS) bij jongeren zijn sterk in opkomst. Steeds meer jongeren presenteren zich met motorische stoornissen, onbegrepen uitvalsverschijnselen of tremoren zonder neurologische schade. Ondanks dat de symptomen er “echt” uitzien, zijn ze functioneel van aard en volledig reversibel. Toch leidt deze presentatie vaak tot verwarring, medische rondes en stigmatisering. Fysiotherapeuten kunnen hier het verschil maken met heldere uitleg en een actief, functioneel behandelplan.

Casus: Nienke, 13 jaar, VWO-scholiere

Nienke komt bij de fysiotherapeut met loopproblemen sinds twee maanden. Haar rechterbeen sleept en ze gebruikt inmiddels een kruk. Ze heeft eerder een MRI gehad, zonder afwijkingen. Tijdens het onderzoek valt op dat ze achteruit lopend vrijwel normaal beweegt. Ze meldt dat ze schoolstress ervaart en zich vaak moe voelt.

In een observatiegesprek met ouders erbij komt naar voren dat de klachten plots zijn ontstaan na een stressvolle toetsweek. Nienke is bezorgd dat ze “iets ernstigs” heeft en vertrouwt haar lichaam niet meer. Ze vermijdt gym en sociale activiteiten. De huisarts heeft FNS als werkhypothese genoemd, maar er is nog geen concreet behandelplan.

Veelvoorkomende FNS-symptomen bij jongeren

Motorische symptomen

  • Onverklaarbare loopstoornissen; Jongeren presenteren zich vaak met slepend lopen, steppage gait of niet-consistente bewegingspatronen. Opvallend is dat ze vaak achteruit wél goed kunnen lopen.
  • Acute of fluctuerende zwakte van ledematen; Bijvoorbeeld plotseling ‘doorzakken’ van een been zonder spieratrofie of pathologische reflexen.
  • Trillen of schokken (myoclonieën, tremoren); Deze zijn vaak beïnvloedbaar door aandacht of ritme (bv. entrainment test positief).
  • Soms plots functieverlies (drop attacks); Vooral bij emotionele belasting of stressmomenten.

Niet-motorische symptomen

  • Visusklachten (bv. wazig zien, tunnelzicht)
  • Verlies van gevoel (bv. doof gevoel in arm of been, vaak niet in dermatomaal patroon)
  • Spraakstoornissen zoals stotteren of hese stem zonder laryngologische oorzaak

Psychosomatische klachten als onderdeel van FNS

  • Chronische vermoeidheid
  • Buikpijn, hoofdpijn zonder somatische verklaring
  • Misselijkheid en duizeligheid

Jongeren met FNS rapporteren ook vaak concentratieproblemen, verminderde belastbaarheid op school en gevoelens van angst of onzekerheid over hun klachten.

Klinisch redeneren en wetenschappelijke onderbouwing

Bij jongeren met FNS speelt psycho-educatie een sleutelrol. De kern van de diagnostiek is het herkennen van incongruenties: symptomen die variabel zijn, afhangen van aandacht en zich niet houden aan neuroanatomische patronen. De Hoover’s sign of tremor entrainment test kan ook bij jongeren veilig worden toegepast.

De neurobiologie van FNS toont verhoogde activiteit in gebieden zoals de amygdala en prefrontale cortex. Bij adolescenten komt hier hormonale sensitiviteit en identiteitsontwikkeling bij, wat FNS vatbaarder maakt voor beïnvloeding door stress en omgeving.

Jonge patiënten reageren sterk op taal. Het is essentieel dat uitleg geen suggestie van “tussen de oren” oproept, maar focust op herstel van functie. Bijvoorbeeld: “Je hersenen sturen het bewegen even anders aan, maar de spierkracht is er wel. We gaan trainen om het automatische bewegen terug te krijgen.”

FNS bij jongeren gaat vaak gepaard met andere klachten zoals concentratieproblemen, slaapproblemen of schoolverzuim. De fysiotherapeut werkt idealiter samen met huisarts, psycholoog en school om tot een gecoördineerde aanpak te komen.

Behandelplan

  • Week 1-2: Uitleg in begrijpelijke taal (“softwarefout, geen hardwareprobleem”), gebruik van video’s of spiegeltherapie. Ouders betrekken in uitleg.
  • Week 3-4: Oefentherapie gericht op normaliseren van lopen via automatische bewegingen zoals achteruit lopen of op muziek bewegen.
  • Week 5-6: Integratie van sport en ADL. Exposure naar schoolactiviteiten. Eventueel samenwerking met jeugd-GGZ.
  • Week 7+: Terugvalpreventie, omgaan met stressoren en lichamelijke signalen. Empowerment door zelfmonitoring en lichaamsvertrouwen.

FNS bij jongeren vraagt om een veilige, ondersteunende aanpak waarin vertrouwen en uitleg centraal staan. De fysiotherapeut biedt niet alleen beweging, maar ook betekenis. Door het gedrag van het zenuwstelsel begrijpelijk te maken en bewegingsvrijheid te herstellen, ontstaat ruimte voor herstel.

Bronnen:

  • Cursus FNS – Fysiolinks
  • Gelauff, J. 2024 (Amsterdam UMC)
  • Nielsen et al. (2024). Functional Neurological Disorders in Youth

Deze FNS cursus kan jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen

Fysiotherapie bij Functioneel Neurologische Symptomen (FNS) met dr. Sonja Rutten, dr. Jeannette Gelauff, en MSc Bart van Buchem

Onze tweedaagse cursus (KRF 18pt) Fysiotherapie bij Functioneel Neurologische Symptomen (FNS) wordt gegeven door dr. Jeannette Gelauff (AIOS neurologie), dr. Sonja Rutten (psychiater) en Bart van Buchem (MSc) die vooraan staan in de kennis en kunde over de FNS-patiënt. Meer weten over de cursus Fysiotherapie bij Functioneel Neurologische Symptomen (FNS)

Casus Dry Needling bij pijnlijke heup door artrose - Fysiolinks

Dry Needling wordt vaak geassocieerd met sportblessures, maar blijkt ook bijzonder effectief in het behandelen van myofasciale pijnklachten bij degeneratieve aandoeningen, zoals coxartrose. De volgende casus beschrijft een patiënt met heupslijtage waarbij triggerpointbehandeling in de omliggende musculatuur resulteerde in een significante afname van pijn en verbetering van mobiliteit. Deze aanpak past binnen de mogelijkheden die een fysiotherapeut leert tijdens de dry needling cursus (KNGF-geaccrediteerd).

Casus:

Mevrouw Van Dijk, 68 jaar, gepensioneerd verpleegkundige, woont zelfstandig en wandelt graag dagelijks. Ze meldt zich met aanhoudende pijn in de linker heup en bilregio, die sinds ongeveer een jaar progressief verergert. Er is sprake van bekende matige artrose in het linker heupgewricht, vastgesteld via röntgenfoto door de huisarts.

Klachtenbeeld:
De pijn is zeurend van aard, soms stekend bij het opstaan uit een stoel, en straalt uit naar de laterale zijde van het bovenbeen. In de ochtend is er sprake van startstijfheid en bij vermoeidheid ontstaat er een trekkend gevoel richting de knie. Lopen boven de 500 meter wordt moeizaam. Slapen op de aangedane zijde is niet mogelijk.

Klinisch onderzoek & redeneren

Subjectieve gegevens

  • Pijnscore (NRS): 7/10 na belasting, 3/10 in rust
  • Functiebeperking: beperkt in ADL-taken zoals traplopen, sokken aantrekken, lang wandelen
  • Bewegingsangst: vooral bij onverwachte bewegingen (bijv. uitstappen uit de auto)

 

Objectieve bevindingen

  • Beperkte actieve heupabductie en endorotatie, pijnlijk in eindstand
  • Positieve FABER-test links
  • Drukpijn en actieve triggerpoints in:
    • m.gluteus medius (pijn met uitstralend patroon naar trochanterregio)
    • m.tensor fascia lata
    • m.vastus lateralis (secundaire compensatie)
  • Verminderde spiercontrole bij eenbenige stand links
  • Geen tekenen van acute inflammatie of neurologische afwijkingen

Klinisch redeneren

Hoewel de primaire oorzaak van de pijn de coxartrose is, blijkt uit onderzoek dat er ook duidelijke myofasciale componenten aanwezig zijn, met name in de gluteale spieren en de tractus iliotibialis. De aanhoudende pijn en stijfheid zorgen voor verhoogde tonus en lokale triggerpoints, wat de functionele beperkingen versterkt. Door Dry Needling toe te passen op deze structuren kan de vicieuze cirkel van spierspanning, pijn en inactiviteit worden doorbroken.

Behandelplan: Dry Needling

Fase 1: Dry Needling gericht op ontspanning

  • Dry Needling van m.gluteus medius, m.tensor fascia lata en m.vastus lateralis
  • Directe subjectieve verlichting na de eerste sessie (vermindering uitstralingspijn)
  • Educatie over tijdelijke post-needling reactie en nazorg

Fase 2 (week 2–4): Mobiliteit & spierfunctie

 

  • Mobiliserende oefeningen voor de heup
  • Excentrische activatie van gluteale keten
  • Wandelschema met pauzemomenten om belastbaarheid op te bouwen

Fase 3 (week 5–6): Functionele integratie

  • Oefeningen met balanscomponent (bijv. step-up)
  • Aandacht voor gewrichtsbesparende bewegingen
  • Evaluatie ADL-prestaties en zelfredzaamheid

Deze casus toont aan dat Dry Needling – ook op basaal niveau zoals aangeleerd in de dry needling cursus, effectief ingezet kan worden bij patiënten met artrotische heupklachten. Door de myofasciale structuren rond het heupgewricht gericht te behandelen, nam de spierspanning af, verbeterde de functie en herwon de patiënt zelfvertrouwen in het dagelijks bewegen. De integratie van deze techniek in een breder oefenprogramma versterkte het effect op lange termijn.

De cursus dry needling opleiding bij Fysiolinks biedt fysiotherapeuten de kennis en vaardigheden om deze technieken verantwoord en effectief toe te passen, ook bij een oudere doelgroep zonder sportprofiel.

Doe mee met de cursus Dry Needling basis

Volg de driedaagse cursus Dry Needling basis (KRF 22pt) die gaat over myofasciale pijn, de pathofysiologie van myofasciale triggerpoints en de werkingsmechanismes. Voor de basismodule worden een 27-tal spieren zorgvuldig geselecteerd die enerzijds vrij eenvoudig te prikken zijn, maar anderzijds ook klinisch heel relevant zijn. Zowel spieren uit het onderste als bovenste lidmaat als de wervelkolom komen aan bod.

Casus Leven met endometriose - Fysiolinks

Endometriose is een complex, vaak onderschat gezondheidsprobleem dat invloed heeft op meerdere domeinen van het dagelijks functioneren van vrouwen. De chronische pijnklachten gaan vaak verder dan alleen gynaecologische symptomen. Binnen de fysiotherapie vraagt dit om een integrale, biopsychosociale benadering, waarbij aandacht is voor het hele lichaam, de bekkenbodem, de viscerale functies én het emotionele welzijn. De volgende casus laat zien hoe een fysiotherapeut met expertise in endometriose succesvol bijdraagt aan het herstelproces.

Casus

Lisa (34), werkzaam als HR-manager, komt op verwijzing van de huisarts naar de fysiotherapiepraktijk met chronische bekken- en onderbuikpijn. Zij heeft recent de diagnose endometriose gekregen na jarenlange klachten en meerdere medische trajecten. Lisa ervaart pijn bij menstruatie, bij zitten >30 minuten, pijn bij gemeenschap en vermoeidheid. Ze is angstig geworden om naar haar werk te gaan uit vrees voor nieuwe pijnopvlammingen. Ook geeft ze aan zich onbegrepen te voelen in haar omgeving.

Lisa heeft in het verleden meerdere trajecten gevolgd, waaronder bezoeken aan de gynaecoloog, bekkenfysiotherapie gericht op incontinentie, en psychologische begeleiding. Hoewel ze baat had bij de psychologische ondersteuning, vond ze dat de lichamelijke aspecten van haar klachten onvoldoende werden aangepakt. Ze is gemotiveerd om actief bij te dragen aan haar herstel, maar voelt zich door haar langdurige klachten soms machteloos. Haar copingstijl is vermijdend, met de neiging zich terug te trekken bij opvlammingen. Ze beschrijft haar lichaam als “onbetrouwbaar” en worstelt met het gevoel de controle kwijt te zijn. Deze overtuigingen worden meegenomen in de klinische besluitvorming en behandeling.

Doelstelling patiënt:
Meer controle krijgen over haar klachten, minder pijn ervaren in het dagelijks functioneren, en uiteindelijk haar werkduur weer opbouwen naar 32 uur per week.

Veelvoorkomende symptomen endometriose

De symptomen van endometriose kunnen zeer variëren. De meest voorkomende symptomen van endometriose zijn:

  • Bekkenpijn / Rugpijn: Dit is de meest voorkomende klacht bij vrouwen met endometriose. De pijn kan variëren van mild tot ernstig en kan soms verergeren tijdens de menstruatie.
  • Pijnlijke menstruatie: Vrouwen met endometriose kunnen last hebben van zeer pijnlijke menstruaties die gepaard gaan met krampen en buikpijn.
  • Pijn bij het vrijen: Endometriose kan leiden tot pijnlijke geslachtsgemeenschap, wat kan leiden tot angst of spanning in de relatie.
  • Onvruchtbaarheid: Bij sommige vrouwen kan endometriose leiden tot verminderde vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid.
  • Problemen met de darmen of blaas: Endometriose kan leiden tot problemen met de darmen of blaas, zoals pijn bij het plassen of ontlasten.

Klinisch redeneren en wetenschappelijke onderbouwing

Subjectieve gegevens

  • Pijnscore NRS (gemiddeld): 6/10 – pieken tot 8/10 rond menstruatie
  • Kwaliteit van leven (PDI): ernstig beperkt functioneren (score: 47/70)
  • Vermoeidheid: dagelijks aanwezig, score 7/10 op VAS
  • Angst voor pijn en vermijding van belasting (Tampa Scale): hoog

Objectieve gegevens

  • Palpatie: verhoogde spanning in de m. iliopsoas, m. obliquus internus en bekkenbodem musculatuur (levator ani)
  • Beperkte lumbopelvische mobiliteit bij rotatiebewegingen
  • Verstoord ademhalingspatroon met verhoogde thoracale activiteit
  • Verstoord lichaamsbewustzijn: moeite met spieractivatie en ontspanning

Klinisch redeneren

Bij Lisa is er sprake van centrale sensitisatie in combinatie met myofasciale en viscerale dysfunctie. De chronische pijn leidt tot hyperactiviteit van de bekkenbodem, disbalans in de rompstabiliteit en secundaire psychosociale spanningsklachten. Binnen het biopsychosociale model zijn er meerdere aangrijpingspunten voor fysiotherapeutische interventie, waarbij de fysiotherapie bij endometriose gericht is op educatie, ontspanning, mobiliteit, spierfunctie, en zelfmanagement.

Behandelplan

Fase 1: Educatie & bewustwording (week 1–2)

  • Uitleg over pijnmechanismen, centrale sensitisatie en de invloed van stress op pijnperceptie
  • Instructie ademhalingsoefeningen en lichaamsbewustzijn
  • Introductie van het pijndagboek met flare-up tracking

Fase 2: Manuele therapie en bekkenbodemtherapie (week 3–6)

  • Zachte myofasciale technieken op m. iliopsoas en obliquus internus
  • Interne behandeling bekkenbodem gericht op ontspanning (zonder forceren)
  • Oefeningen voor mobiliteit van SI-gewricht en onderrug

Fase 3: Oefentherapie en zelfmanagement (week 7–10)

  • Opbouw van algehele activiteit, inclusief lichte krachttraining
  • Gedoseerde werkhervatting via opbouwschema
  • Integratie van pacing & copingstrategieën

Deze casus toont hoe een fysiotherapeut via een online cursus fysiotherapie inzicht kan verkrijgen in de complexe mechanismen van endometriose en deze kennis doelgericht kan inzetten in de praktijk. Door in te zetten op pijneducatie, bekkenbodemontspanning, mobilisatie en zelfmanagementstrategieën, kan een tastbare verbetering van functie en kwaliteit van leven bereikt worden — zelfs bij chronische klachten zoals bij endometriose. Fysiotherapeuten die zich willen verdiepen in deze doelgroep vinden in deze geaccrediteerde cursussen fysiotherapie bij Fysiolinks direct toepasbare en wetenschappelijk onderbouwde handvatten.

Deze endometriose cursus kan jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen

Physiotherapy management for endometriosis met MSc Angela James

Deze Engelstalig (online) cursus biedt een diepgaand overzicht van de meest actuele evidence-based benaderingen voor de fysiotherapeutische behandeling van endometriose en endometriose-gerelateerde pijn (EAP). Je krijgt inzicht in de relatie tussen endometriose, ontstekingsprocessen, perifere en centrale sensitisatie en de wisselwerking met viscero-somatische functies. Meer weten over deze cursus »

Frozen shoulder en verwachtingsmanagement het psychosociale perspectief - Fysiolinks

Frozen shoulder is niet alleen een orthopedisch probleem. Patiënten ervaren veel onzekerheid, frustratie en angst. Verwachtingsmanagement en educatie blijken een belangrijke rol te spelen in het herstelproces. Prof. Jeremy Lewis benadrukt dat verkeerde informatie en onrealistische verwachtingen herstel kunnen vertragen.

Casus: Eva, 49 jaar, docent

Eva vertelt dat ze vanwege de onzekerheid over wat ze moet doen, haar werktempo heeft verlaagd en sociale activiteiten laat schieten. Ze voelt zich niet alleen lichamelijk beperkt, maar ervaart ook schuldgevoel over haar afgenomen beschikbaarheid voor haar studenten en gezin. In gesprekken met collega’s krijgt ze te horen dat haar klachten ‘tussen de oren zitten’, wat haar het gevoel geeft niet serieus genomen te worden. Dit versterkt haar angst en leidt tot een vicieuze cirkel van terughoudendheid en verwachtingen dat zij er alsnog zelf verantwoordelijk voor moet zijn dat het herstelt. Gezondheid heeft bij Eva altijd een praktische waarde gehad: zij wil niet uitstralen afhankelijk of ‘zwak’ te zijn. Hierdoor wil ze de verzorgende rol thuis behouden, maar voelt ze zich daar steeds minder toe in staat. Deze psychosociale factoren, onzekerheid, stigma en persoonlijke waarden, beïnvloeden haar pijnbeleving en belemmeren haar motivatie om consistent te oefenen, ondanks haar bereidheid om te herstellen.

Klinisch redeneren en onderbouwing

Lewis stelt dat educatie bij frozen shoulder essentieel is: het gemiddeld herstel duurt 30 maanden, en slechts 40-50% van de mensen is na 7 jaar klachtenvrij. De aandoening heeft vaak geen voorspelbaar beloop. Uitleg over het natuurlijke verloop, behandelopties per fase, en risico’s van snelle interventies (zoals Trigenics) helpen bij het vormen van realistische verwachtingen.

Subjectieve klachten zoals pijnperceptie, bewegingsangst en frustratie kunnen objectief meetbaar zijn via PROMs zoals GROC en PASS. Door deze te combineren met objectieve ROM- en krachtmetingen ontstaat een compleet beeld van het herstelproces.

Behandelplan

  • Week 1: Intakegesprek met uitgebreide uitleg over het natuurlijke verloop (3 fasen, gemiddeld 30 maanden)
  • Week 2-4: Implementatie van cognitieve gedragsinterventies (CBT light), dagelijks logboek voor pijn, ROM en stemming
  • Week 5-8: Integratie van graded exposure oefeningen (functionele ADL-bewegingen)
  • Week 9+: Evaluatie via GROC, PROMIS Pain Interference, doelstelling op “subjectief acceptabele symptoomstatus”

Patiënten met frozen shoulder hebben baat bij transparante communicatie en gestructureerde uitleg. Verwachtingsmanagement is even belangrijk als fysieke behandeling en beïnvloedt direct het vertrouwen in het herstel.

Tijdens onderstaande gratis webinar zal prof. dr. Jeremy Lewis, internationaal erkend schouderspecialist en expert op het gebied van schouderpathologie, de laatste wetenschappelijke inzichten in de diagnose en behandeling van frozen shoulder bespreken.

Bron: Webinar “Frozen Shoulder – Prof. Dr. Jeremy Lewis”

De schoudercursus van prof. dr. Jeremy Lewis

Tijdens de tweedaagse cursus ‘The Shoulder: Theory & Practice’ voor Fysiolinks legt hij de nadruk op een biopsychosociale benadering van de schouderrevalidatie, een combinatie van evidence based oefeningen, pijnwetenschap, levensstijl, psychosociale factoren en educatie. Zijn belangrijkste klinische expertisegebieden zijn: subacromiale pijn (impingement) syndroom, rotator cuff peesproblemen, schouderpijnsyndromen en frozen shoulder.

Daarnaast biedt de cursus praktische trainingen, veel educatie over de anatomie en biomechanica van de schouder, over de invloed van houding en spieronbalans en zijn verband met schouderpathologie, evenals over hoe schouderaandoeningen kunnen worden gediagnosticeerd en behandeld. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Jeremy Lewis ».

Casus Schouderklachten behandelen met Dry Needling - Fysiolinks

Een correcte toepassing van Dry Needling vereist niet alleen technische vaardigheid, maar ook klinisch inzicht en zorgvuldige indicatiestelling. Binnen de dry needling-cursus voor fysiotherapeuten leer je veilig en effectief werken met myofasciale triggerpoints. De volgende casus illustreert hoe een fysiotherapeut, pas afgestudeerd aan onze dry needling-opleiding, met succes Dry Needling inzet bij een patiënt met persisterende schouderklachten. Dit onderbouwt direct de praktische toepasbaarheid van de opgedane kennis uit de basismodule.

Casus:

Tobias, 24 jaar, student en fervent tennisspeler op competitieniveau. Sinds 3 maanden ervaart hij stekende pijn in de posterieure schouderregio bij het serveren. De pijn straalt soms uit naar de laterale bovenarm en is vooral aanwezig na intensieve trainingen. Hij heeft eerder oefentherapie en taping gehad, zonder langdurig effect. Tobias speelt vier keer per week tennis en volgt daarnaast twee keer per week krachttraining op de sportschool. Tijdens de anamnese blijkt dat zijn krachtprogramma vooral gericht is op de grote spiergroepen, met weinig aandacht voor rotator cuff stabiliteit of scapulaire controle. Zijn trainingsbelasting is de afgelopen maanden fors toegenomen in aanloop naar het nieuwe tennisseizoen. Tobias geeft ook aan dat hij zijn techniek onlangs heeft aangepast op advies van zijn trainer, waarbij hij de servicebeweging agressiever inzet met meer bovenhandse kracht. Dit kan hebben bijgedragen aan de overbelasting van specifieke schouderspieren, met name in de exorotatoren.

Doelstelling patiënt:
Pijnvrij kunnen serveren tijdens training en competitie.

Klinisch onderzoek & redeneren

Subjectieve gegevens

  • Pijnscore: 6/10 na tennissen, 2/10 in rust
  • Belemmering: vooral bij explosieve armbewegingen boven schouderhoogte
  • Belastbaarheid: afgenomen; moet regelmatig stoppen tijdens training

Objectieve gegevens

  • Actieve abductie en exorotatie beperkt (lichte pijn in eindstand)
    • Triggerpoints gevonden in:
      m.infraspinatus
      m.teres major
      m.trapezius pars descendens
  • Referred pain: herkenbare uitstralende pijn naar de bovenarm bij palpatie m.infraspinatus
  • Geen neurologische afwijkingen of rood vlag-criteria

Klinisch redeneren

Op basis van het patroon is er sprake van een functionele myofasciale stoornis met centrale betrokkenheid van de m.infraspinatus – een spier die vaak verantwoordelijk is voor postero-laterale schouderklachten bij bovenhandse sporters. Ook de secundaire hypertonie in m.trapezius en m.teres major kan de klachten onderhouden. Tobias is een geschikte kandidaat voor Dry Needling, mede dankzij zijn sportieve motivatie en het uitblijven van effect bij conventionele therapie.

Behandelplan: Dry Needling advanced binnen een multimodale aanpak

Fase 1: Dry Needling interventie (week 1–2)

  • Dry Needling op m.infraspinatus, m.teres major en m.trapezius pars descendens
  • Follow-up: lokale twitch responses aanwezig bij eerste sessie, direct voelbare verlichting post-behandeling

Fase 2: Mobilisatie en actieve revalidatie (week 2–4)

  • Mobiliserende oefeningen (ROM-verbetering abductie en exorotatie)
  • Excentrische training rotator cuff
  • Neuromusculaire controle met theraband en overhead stability training

Fase 3: Return to sport (week 4–6)

  • Progressieve tennis drills
  • Integratie van core-stabiliteit en scapulothoracale controle
  • Evaluatie middels serveren op 50% / 75% / 100% intensiteit

Deze casus toont aan hoe de toepassing van technieken uit de dry needling-cursus direct toepasbaar is in de praktijk bij sportgerelateerde schouderklachten. Tobias profiteerde van een doelgerichte aanpak op basis van de richtlijnen uit de dry needling-opleiding, met aandacht voor anatomie, veiligheid en effectiviteit. Door Dry Needling te combineren met oefentherapie werd een volledig functioneel herstel gerealiseerd binnen 6 weken.

Voor fysiotherapeuten die meer willen leren over triggerpoints, veilige priktechnieken en klinische toepassing binnen een behandelplan, biedt deze dry needling-cursus KNGF-geaccrediteerd een solide basis om direct te starten in de praktijk.

Doe mee met de cursus Dry Needling basis

Volg de driedaagse cursus Dry Needling basis (KRF 22pt) die gaat over myofasciale pijn, de pathofysiologie van myofasciale triggerpoints en de werkingsmechanismes. Voor de basismodule worden een 27-tal spieren zorgvuldig geselecteerd die enerzijds vrij eenvoudig te prikken zijn, maar anderzijds ook klinisch heel relevant zijn. Zowel spieren uit het onderste als bovenste lidmaat als de wervelkolom komen aan bod.

Atraumatiche schouderinstabiliteit herkennen, classificeren en revalideren - Fysiolinks

Atraumatische schouderinstabiliteit is vaak minder zichtbaar dan de traumatische variant, maar vormt een aanzienlijke uitdaging in de klinische praktijk. Het komt vaker voor bij jonge vrouwen met hypermobiliteit, psychosociale comorbiditeiten en een atypisch bewegingspatroon. Prof. Jaggi benadrukt het belang van juiste classificatie en langdurige gestructureerde revalidatie.

Casus: Sofie, 24 jaar, yogadocente

Sofie presenteert zich met vage schouderklachten, gevoel van instabiliteit en recidiverende subluxaties zonder trauma. Ze scoort hoog op de Beighton score (8/9) en vertoont multidirectionele laxiteit met positieve apprehension- en sulcus-sign. Imaging toont geen structurele schade. Ze rapporteert angst om haar arm te gebruiken tijdens houdingen.

Sofie vertelt dat ze sinds het ontstaan van de klachten haar werk en sociale activiteiten heeft aangepast uit angst voor uitval en pijn, wat haar gevoel van controle verder ondermijnt, en dat haar dagelijkse routine in het huishouden en haar hobby’s, zoals het verzorgen van planten en buitensporten, steeds meer uit haar handen glijden; deze subtiele verlieservaringen stapelen zich op en versterken haar bewegingsangst, waardoor haar schouderinstabiliteit niet alleen een fysiek probleem is, maar ook in psychologisch en gedragsmatig opzicht een steeds groter effect op haar kúnnen heeft.

Klinisch redeneren en differentiaaldiagnose

Volgens Jaggi is de eerste stap het uitsluiten van structurele pathologie, gevolgd door evaluatie van hypermobiliteit, scapulaire dyskinesie en psychosociale factoren zoals angst, depressie en bewegingsangst (kinesiofobie). Bij Sofie wijst alles op een instabiliteit binnen het spectrum van hypermobiliteit (mogelijk hEDS). Functionele MRI toont bij deze populatie verhoogde corticale activiteit bij armbewegingen, wat wijst op verhoogde cognitieve belasting.

Behandelplan

  • Programma: Progressieve oefentherapie op basis van het Derby Shoulder Instability Program.
    • Doel: opbouw van kracht, snelheid, coördinatie en controle.
  • Week 1-4: Start met laagbelaste scapulastabiliteitsoefeningen (closed chain). Educatie over langdurig beloop en normaliseren van symptomen.
  • Week 5-8: Toevoegen van cuff- en kinetic chain oefeningen. Stimuleren van gripkracht als correlatie met schouderfunctie.
  • Week 9-16: Plyometrische belasting, integratie van beweging in functionele patronen (yoga-houdingen). Toetsing met WOSI en GROC.

Atraumatische instabiliteit vraagt om een langdurig, gepersonaliseerd oefenprogramma gericht op neuromusculaire controle en bewegingsangst. Begeleiding binnen een interdisciplinair team (psycholoog, revalidatiearts) kan nodig zijn bij persisterende klachten.

Leer meer over schouderinstabiliteit met prof. dr. Anju Jaggi en effectieve behandelingen in onderstaande inzichtelijke webinar van 25min.

Meer weten over schouderinstabiliteit met de schoudercursus van dr. Anju Jaggi

Onze tweedaagse Engelstalige cursus ‘Solving complex shoulder problems’ helpt je klachten van de schoudergordel beter te begrijpen door te focussen op het beïnvloeden van de motorische controle. Als cursist word je daarnaast meegenomen in de problematiek van schouderinstabiliteit veroorzaakt door gebrek aan rotator cuff controle, rotator cuff insufficiëntie en de classificatie en behandeling van niet traumatische instabiliteit. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde schoudercursus van Anju Jaggi ».

 

Frozen shoulder of spierverkramping - Fysiolinks

De stijve fase van frozen shoulder wordt vaak benaderd met mobilisaties en rektherapie. Maar volgens prof. dr. Jeremy Lewis is het cruciaal om te differentiëren tussen capsulaire contractuur en spierverkramping. Deze onderscheiding bepaalt of mobilisatie effectief is of juist averechts werkt.

Casus: Peter, 56 jaar, accountant

Peter ervaart zijn stijve schouder niet alleen als fysiek beperkend, maar merkt ook dat hij sociaal terughoudender wordt. Hij rapporteert dat hij minder deelneemt aan wekelijkse wandelingen met zijn vrouw en vrienden vanwege de angst voor ongemak of instabiliteit. Daarnaast vertelt hij dat zijn werkgever suggereerde dat hij ‘gewoon moet blijven bewegen’, wat hem schuldgevoel bezorgt omdat hij zijn volle productiviteit niet weer kan halen.

Dit psychologische patroon van schuld en schijnbare passiviteit versterkt de spierverkramping door verhoogde spierspanning en stress. Dergelijke emotioneel‑cognitieve factoren kunnen de fysiologische spierspanning voeden, waardoor spierverkramping niet alleen een mechanisch fenomeen is, maar integraal verweven is met Peters psychosociale situatie.

Peter zegt dat hij ’s nachts vaak wakker ligt van de pijn, waardoor hij zich overdag futloos voelt. Hij merkt dat hij minder gemotiveerd is om wandelingen of hobby’s te plannen. Zijn partner vraagt zich af of hij nog plezier haalt uit zijn vrije tijd. Dit ervaart Peter als pijnlijk. Hij voelt zich hierdoor niet alleen fysiek beperkt, maar ook emotioneel uitgeput. Deze slaapverstoring en emotionele belasting dragen bij aan spierspanning en belemmeren herstel.

Klinisch redeneren en onderbouwing

Lewis laat in zijn webinar een casus zien waarbij een patiënt volledige passieve mobiliteit toont onder narcose, wat wijst op spierverkramping in plaats van capsulaire fibros. In dergelijke gevallen is heavy slow resistance training (HSRT) effectiever dan passieve rek of mobilisaties.

Een studie uit India toonde aan dat de combinatie van TENS, mobilisaties en krachtoefeningen leidde tot >50 punten verbetering op de Shoulder Pain and Disability Index (SPADI) binnen een maand. Deze bevinding ondersteunt het idee dat spierverkramping behandelbaar is met gerichte krachttraining.

Behandelplan

  • Week 1-2: Uitsluiten van structurele pathologie via echo/MRI. Inleiding in spieractivatie en ademhalingsoefeningen.
  • Week 3-6: Start met excentrische scapula- en cufftraining (3x/week, 3 sets van 8 reps, tempo 4-1-2)
  • Week 7-12: Progressieve loading (HSRT), gecombineerd met functionele ROM-oefeningen
  • Week 13+: Beoordeling via SPADI, GROC en actieve ROM.

Niet elke stijve schouder is het gevolg van capsulaire contractie. Door spierverkramping te herkennen en daarop in te spelen met krachtgerichte therapie, kunnen fysiotherapeuten effectievere behandelresultaten behalen.

Tijdens onderstaande gratis webinar zal prof. dr. Jeremy Lewis, internationaal erkend schouderspecialist en expert op het gebied van schouderpathologie, de laatste wetenschappelijke inzichten in de diagnose en behandeling van frozen shoulder bespreken.

Bron: Webinar “Frozen Shoulder – Prof. Dr. Jeremy Lewis”

De schoudercursus van prof. dr. Jeremy Lewis

Tijdens de tweedaagse cursus ‘The Shoulder: Theory & Practice’ voor Fysiolinks legt hij de nadruk op een biopsychosociale benadering van de schouderrevalidatie, een combinatie van evidence based oefeningen, pijnwetenschap, levensstijl, psychosociale factoren en educatie. Zijn belangrijkste klinische expertisegebieden zijn: subacromiale pijn (impingement) syndroom, rotator cuff peesproblemen, schouderpijnsyndromen en frozen shoulder.

Daarnaast biedt de cursus praktische trainingen, veel educatie over de anatomie en biomechanica van de schouder, over de invloed van houding en spieronbalans en zijn verband met schouderpathologie, evenals over hoe schouderaandoeningen kunnen worden gediagnosticeerd en behandeld. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Jeremy Lewis ».

Herkennen en behandelen van Functioneel Neurologische Stoornis (FNS) - Fysiolinks

Functioneel Neurologische Symptomen (FNS) zijn neurologische klachten die niet het gevolg zijn van structurele schade, maar van een functiestoornis in het zenuwstelsel. Het herkennen van FNS vereist een verschuiving van het uitsluiten van pathologie naar het actief zoeken naar positieve tekenen. Fysiotherapeuten spelen een sleutelrol in het herkennen, normaliseren en behandelen van deze klachten.

Casus: Sanne, 29 jaar, administratief medewerkster

Sanne meldt zich met een wisselende parese van haar rechterbeen. Ze heeft moeite met lopen, voelt zich snel vermoeid, en wordt regelmatig verwezen tussen specialisten. Neurologisch onderzoek laat intacte reflexen en een positief Hoover’s sign zien. Er is geen sprake van spieratrofie, en de krachtinzet is wisselend.

Tijdens het fysiotherapeutisch onderzoek valt op dat Sanne zonder hulpmiddel enkele meters vlot achteruit kan lopen, maar bij voorwaartse beweging lijkt te slepen met haar rechterbeen. Ze is angstig en twijfelt aan de “echtheid” van haar klachten. Dit stigma beïnvloedt haar herstel.

Veelvoorkomende FNS-symptomen (motorisch & sensorisch)

Motorische symptomen

  • Functionele zwakte of verlamming (bv. van arm of been)
  • Onverklaarbare loopstoornissen (atypisch, variabel, bijvoorbeeld slepend been zonder spieratrofie)
  • Functionele aanvallen (lijkt op epilepsie, maar zonder afwijkende EEG)
  • Tremor (vaak variabel in frequentie en onder invloed van aandacht)
  • Myoclonieën (schokkerige bewegingen zonder neurologisch substraat)
  • Dystonie (onverklaarbare spierspanning en abnormale standen)
  • Functionele dysartrie (moeite met spreken zonder structurele schade)

Sensorische symptomen

  • Verlies van gevoel (bijv. in een arm of been, vaak in niet-anatomisch patroon)
  • Tintelingen of doof gevoel zonder duidelijke oorzaak
  • Vage pijnklachten (soms vergezeld van hyperalgesie zonder weefselafwijkingen)

Andere uitingen

  • Visusklachten (wazig zien, tunnelvisie, zonder oogheelkundige oorzaak)
  • Hoorproblemen of balansstoornissen
  • Spraakstoornissen (functionele afasie of hese stem)
  • Cognitieve klachten zoals concentratieverlies of geheugenklachten
  • Chronische vermoeidheid of verlaagd bewustzijn

Klinisch redeneren en wetenschappelijke onderbouwing

FNS wordt gediagnosticeerd op basis van positieve symptomen zoals variabiliteit, inconsistente krachtsinzet en afleidbaarheid. Diagnostische tests zoals Hoover’s sign en de tremor entrainment test zijn hiervoor cruciaal. De diagnose is géén uitsluitingsdiagnose meer, maar gebaseerd op klinische observaties en neurologisch onderzoek met positieve kenmerken.

De pathofysiologie van FNS laat zien dat er een verstoring is in ‘sense of agency’ en motorische planning, beïnvloed door aandacht, verwachtingen en emoties. Volgens Edwards et al. (2012) wordt de motorische controle beïnvloed door ‘top-down’ processen zoals angst, aandacht en eerdere ervaringen. Beeldvorming (fMRI) toont verhoogde activiteit in de amygdala en afwijkende connectiviteit tussen motorische gebieden en het limbisch systeem.

FNS gaat vaak gepaard met andere klachten zoals vermoeidheid, slaapstoornissen of somberheid. Dit pleit voor een biopsychosociaal model waarin de fysiotherapeut verder kijkt dan alleen het bewegingsprobleem. De multidisciplinaire samenwerking is essentieel.

Behandelplan

  • Week 1-2: Uitleg volgens de principes van positieve diagnostiek en reversibiliteit. Educatie aan de hand van visualisaties en het gebruik van www.neurosymptoms.org.

  • Week 3-4: Functioneel oefenen in context met aandacht voor automatische bewegingen (bijv. achteruit lopen, afleiden via taak).

  • Week 5-8: Exposure in vivo: geleidelijke opbouw van belastende activiteiten met focus op agency en controle.

  • Week 9+: Zelfmanagement versterken, terugvalpreventie (bijv. via videotraining of cognitieve herstructurering).

Het herkennen en behandelen van motorische FNS vraagt om een actieve, positieve benadering. Fysiotherapeuten die bekend zijn met de principes van FNS-diagnostiek en -behandeling kunnen een sleutelrol vervullen in het herstelproces.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Fysiotherapie bij FNS

Onze tweedaagse cursus (KRF 18pt) Fysiotherapie bij Functioneel Neurologische Symptomen (FNS) wordt gegeven door dr. Jeannette Gelauff (AIOS neurologie), dr. Sonja Rutten (psychiater) en Bart van Buchem (MSc) die vooraan staan in de kennis en kunde over de FNS-patiënt. Meer weten over de cursus Fysiotherapie bij Functioneel Neurologische Symptomen (FNS)

Behandelstrategie bij een oudere patiënt met een degeneratieve rotator cuff scheur met prof. dr. Ann Cools - Fysiolinks

Rotator cuff scheuren komen vaak voor bij oudere patiënten en zijn niet zelden een onderdeel van het normale verouderingsproces. Maar hoe ga je hier als fysiotherapeut op klinisch verantwoorde wijze mee om? Prof. dr. Ann Cools pleit in haar webinar voor een functionele benadering met een gepersonaliseerd oefenprogramma.

Casus: Mevrouw De Vries (68 jaar)

Mevrouw De Vries is een actieve, alleenwonende vrouw die zich presenteert met pijn in haar rechterschouder sinds enkele maanden. De pijn is vooral aanwezig bij het boven het hoofd reiken, zoals bij het pakken van objecten uit keukenkastjes of het kammen van haar haar. Tijdens klinisch onderzoek worden een positieve Jobe test, beperkte actieve elevatie en nachtelijke pijn vastgesteld. MRI toont een degeneratieve supraspinatus ruptuur. Haar hulpvraag is functioneel: ze wil zonder pijn haar dagelijkse activiteiten uitvoeren.

Klinisch redeneren en onderbouwing

Het klinisch beleid is niet gericht op de scheur zelf, maar op de functiebehoefte van de patiënt. Volgens de literatuur en de aanbevelingen van prof. Cools moeten oefeningen niet per se de rotator cuff zelf activeren, maar veeleer de deltoideus stimuleren om de functie van de schouder over te nemen. Bench slides, wall slides en het Levi-programma zijn evidence-based interventies waarbij minimale activatie van de rotator cuff plaatsvindt (EMG-activiteit <15%), maar de deltoideus en scapulaire spieren progressief geactiveerd worden (tot wel 40% EMG-output) zonder structurele overbelasting.

Daarnaast moet rekening worden gehouden met de mate van irriteerbaarheid. Bij mevrouw De Vries is sprake van matige irriteerbaarheid: VAS 5/10, geen constante pijn, lichte nachtelijke klachten. Dit laat toe om het oefenprogramma progressief op te bouwen binnen haar belastbaarheid. Ook contextuele factoren zoals haar motivatie, zelfstandigheid en verwachtingspatroon zijn positief, wat voorspellend is voor succesvolle conservatieve behandeling.

Behandelplan

Het behandelplan is opgebouwd volgens het principe van geleidelijke progressie, afgestemd op de individuele belastbaarheid:

  • Week 1-4: Bilaterale bench slides op lage elevatie (tot 90 graden), 3x/dag, 3×10 reps. Evaluatie met GROC en PASS.
  • Week 5-8: Inbouwen van Levi-oefeningen met inclinatie (15-30 graden). Focus op scapulastabiliteit.
  • Week 9-12: Wall slides met weerstand en coördinatie-oefeningen boven schouderhoogte. Gebruik van subjectieve scores (DASH, GROC >4, PASS positief) en objectieve metingen (ROM, kracht via hand-held dynamometer).

Rotator cuff scheuren bij ouderen zijn klinisch beheersbaar met een doelgerichte, progressieve oefentherapie. De focus ligt niet op de anatomische laesie, maar op de functionele noden van de patiënt. Door rekening te houden met irriteerbaarheid, motivatie en realistische doelstellingen, kunnen fysiotherapeuten een grote impact hebben op kwaliteit van leven.

Prof. dr. Ann Cools onthult in onderstaande boeiende 20-minuten gratis webinar de effectieve behandeldoelen en bijbehorende oefeningen. Verrijk je kennis met waardevolle inzichten en behaal succes in elke behandeling.

De schoudercursussen van prof. dr. Ann Cools

Ann Cools is een Belgische fysiotherapeut en onderzoeker, die bekend staat om haar expertise in schouderrevalidatie en -behandeling. Ze heeft ook haar eigen schoudercursussen ontwikkeld, genaamd “Schouderklachten basis, advanced en level III”, waarin ze zich richt op het ontwikkelen van een dieper begrip van de anatomie en biomechanica van de schouder en het toepassen van wetenschappelijk onderbouwde revalidatieprincipes.

De tweedaagse ‘Schouderklachten basis’ worden behandelingsrichtlijnen beschreven voor de meest voorkomende (chronische) schouderaandoeningen zoals rotator cuff aandoeningen, traumatische en atraumatische instabiliteit, scapulaire dyskinesis en sportspecifieke schouderpijn. Andere onderwerpen die zoal aan bod komen zijn: Revalidatie bij anterieure instabiliteit (TUBS), multidirectionele (AMBRI), functionele overbelastingsstabiliteit, manuele mobilisatie en spierverlengende technieken bij subacrominaal conflict en GIRD en tot slot scapulothoracale revalidatie oefening (kracht en musculaire evenwicht). Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Ann Cools ».