Explain Pain - Luisteren als therapie

Vaak denken we dat we goed luisteren naar de patiënt, maar in de praktijk kan dit nog weleens tegenvallen. In deze webinar zullen we met MSc Bart van Buchem en een ervaringsdeskundige Koert Hommel (secretatis van de Landelijke Pijnorganisatie) dan ook ingaan op de vraag hoe je kunt checken of je écht goed luistert naar het verhaal van de patiënt. Daarnaast zullen we bespreken welke strategieën kunnen helpen om beter te luisteren naar de patiënt. Kun je bijvoorbeeld luisteren leren, of is het iets dat vanzelfsprekend zou moeten zijn?

Volgens schattingen van het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) hebben ongeveer 2,2 miljoen mensen in Nederland chronische pijnklachten. Dit komt neer op ongeveer 1 op de 8 volwassenen. Het is belangrijk om te begrijpen dat elk individu met chronische pijn uniek is en hun eigen ervaringen heeft met het beheersen van hun pijn.

Voelt een patiënt zich wel gehoord en gezien als mens?

Over het algemeen zal een patiënt zich gehoord voelen als hij of zij het gevoel heeft dat de fysiotherapeut zijn of haar verhaal/ervaring serieus neemt en de tijd neemt om te luisteren en te begrijpen wat er aan de hand is.

  • Wordt er bijvoorbeeld voldoende doorgevraagd en wordt er relevante informatie besproken?
  • Ben jij je bewust van de non-verbale communicatie van jou of je patiënt, inclusief de antwoorden die je teruggeeft en de wisselwerking daarvan?
  • Hoe vertaalt dit zich tenslotte in een stukje behandeling?
  • Heeft daarbij het luisteren geleid tot iets zinvols? Waarbij er niet alleen gekeken wordt naar de pijnklachten, maar ook of je de patiënt als mens ziet?
  • Weet je daarbij wat voor een patiënt belangrijk is om nog wel te kunnen doen, hoe kan hij of zij zich nog nuttig voelen in de maatschappij. Zeker wanneer je niet meer in staat bent om te werken, hoe zorg je dan voor een stukje zingeving. Waar krijgt hij of zij juist energie van en refereer je daar in een volgend gesprek nog naar?
  • Wat is de invloed van zijn of haar omgeving, partner, werk en vrijetijdsbesteding?
  • Geef je de patiënt educatie over hun pijnklachten en hoe ze deze kunnen beheersen, laat je zien dat je de tijd neemt om de patiënt te ondersteunen en te helpen begrijpen wat er aan de hand is? Zonder dat je alleen maar aan het zenden bent en je blind staart op 1 manier van kennisoverdracht.

Koert vertelt: Eerst is er vooral het besef dat er aandacht was voor de fysieke schade die ik ervaar als patiënt. Mede door pijneducatie kwam ik erachter dat er ook veel meer biopsychosociale factoren meespelen bij chronische pijn. Zo zijn de omstandigheden waarin ik leef van invloed, evenzo de manier waarop ik keuzes maak. En dat je daar als behandelaar meer op zou kunnen inzoomen, dan alleen het fysieke. Een gepaste en essentiële vraag vanuit de fysiotherapeut zou al kunnen zijn; hoe gaat het verder met je? Wel is het van belang om de patiënt uit te leggen waarom je deze vraag stelt.

Het is belangrijk voor fysiotherapeuten om deze signalen vanuit het patiëntenperspectief op te pikken en te streven naar een open, ondersteunende en empathische benadering bij de behandeling van patiënten met chronische pijn. Waardoor ze een stukje zingeving en een doel terugkrijgen.

Goed luisteren valt te leren

Als fysiotherapeut is het belangrijk om goed te luisteren naar het verhaal van de patiënt, vooral als het gaat om chronische pijn. Een goede luistervaardigheid kan helpen om de patiënt beter te begrijpen en een effectieve behandelstrategie te ontwikkelen. Hier zijn enkele strategieën die kunnen helpen om beter te luisteren naar de patiënt:

  1. Zorg voor een comfortabele en veilige omgeving: Een comfortabele omgeving kan helpen om de patiënt op zijn of haar gemak te stellen en open te stellen over hun pijnervaringen. Zorg voor een rustige omgeving zonder afleiding, waarin de patiënt zich vrij voelt om te praten.
  2. Stel open vragen: Stel open vragen om de patiënt te stimuleren om hun pijnervaringen en gevoelens te delen. Open vragen beginnen vaak met woorden als “Wat”, “Hoe” en “Waarom”. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de vraag: Wat zijn jouw wensen als je kijkt naar je eigen behandeling en/of behandelaar?
  3. Actief luisteren: Actief luisteren houdt in dat je je volledige aandacht richt op wat de patiënt zegt, zonder te onderbreken of te oordelen. Hierbij maak je gebruik van non-verbale signalen zoals knikken of samenvatten wat de patiënt heeft gezegd.
  4. Herhaal en verifieer: Herhaal wat de patiënt heeft gezegd om ervoor te zorgen dat je hun verhaal goed begrijpt. Vraag ook om verduidelijking of verificatie van informatie om er zeker van te zijn dat je de situatie van de patiënt goed begrijpt.
  5. Wees empathisch: Probeer jezelf in de schoenen van de patiënt te plaatsen en probeer te begrijpen hoe het is om met chronische pijn te leven. Dit kan helpen om een gevoel van empathie te ontwikkelen en de patiënt te laten zien dat je om hen geeft.
  6. Let op non-verbale communicatie: Let op de non-verbale signalen van de patiënt, zoals gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal, die kunnen helpen om te begrijpen wat ze zeggen en hoe ze zich voelen.
  7. Vermijd aannames: Vermijd het maken van aannames over de patiënt of hun situatie en vraag om verduidelijking wanneer nodig.
  8. Luister naar wat er niet wordt gezegd: Soms kan wat de patiënt niet zegt net zo belangrijk zijn als wat ze wel zeggen. Let op wat er tussen de regels door wordt gezegd en vraag door wanneer iets niet duidelijk is.

Over het algemeen ondersteunt verschillende wetenschappelijk onderzoeken, zoals in het tijdschrift Musculoskeletal Science and Practice¹, dat een empathische, ondersteunende en luisterende benadering van de fysiotherapeut kan helpen om patiënten met chronische pijn beter te laten voelen gehoord en begrepen, wat uiteindelijk kan leiden tot betere behandelingresultaten.

¹Kamper, S. J., Apeldoorn, A. T., Chiarotto, A., Smeets, R. J., Ostelo, R. W., Guzman, J., … & Hartvigsen, J. (2015). Multidisciplinary biopsychosociaal rehabilitation for chronic low back pain. The Cochrane database of systematic reviews, (9), CD000963.

Gratis webinar voor fysiotherapeuten; Explain Pain – Luisteren als therapie

Wil je meer weten over de luisteren als therapie (tijdens de cursus Explain Pain gaan we dieper in op dit onderwerp) volgens de inzichten van MSc Bart van Buchem? Luister dan naar de uitgebreide versie van deze gratis webinar via onderstaande link.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Onze tweedaagse cursus Explain Pain – begrijp de pijn (KRF 19pt) heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Verschil schoudercursus Jeremy Lewis, Anju Jaggi en Ann Cools

Jeremy Lewis, Anju Jaggi, en Ann Cools zijn alle drie gerenommeerde experts op het gebied van schouderrevalidatie en -behandeling en als docent verbonden aan Fysiolinks voor diverse schoudercursussen. Ze hebben elk hun eigen unieke aanpak en methodologie over de benadering en behandeling van complexe schouderklachten. Wij leggen de verschillen voor je uit.

De schoudercursus van prof. dr. Jeremy Lewis

Jeremy Lewis is naast fysiotherapeut ook onderzoeker uit het Verenigd Koninkrijk, die bekend staat om zijn bijdragen aan het begrijpen en behandelen van schouderaandoeningen. Hij is vooral bekend om zijn revalidatieprogramma “Shape up my Shoulder (SUMS)”.

Tijdens de tweedaagse cursus ‘The Shoulder: Theory & Practice’ (KRF 18pt) voor Fysiolinks legt hij de nadruk op een biopsychosociale benadering van de schouderrevalidatie, een combinatie van evidence based oefeningen, pijnwetenschap, levensstijl, psychosociale factoren en educatie. Zijn belangrijkste klinische expertisegebieden zijn: subacromiale pijn (impingement) syndroom, rotator cuff peesproblemen, schouderpijnsyndromen en frozen shoulder.

Daarnaast biedt de cursus praktische trainingen, veel educatie over de anatomie en biomechanica van de schouder, over de invloed van houding en spieronbalans en zijn verband met schouderpathologie, evenals over hoe schouderaandoeningen kunnen worden gediagnosticeerd en behandeld. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Jeremy Lewis ».

De schoudercursus van dr. Anju Jaggi

Anju Jaggi is een fysiotherapeut en wetenschapper uit het Verenigd Koninkrijk, die gespecialiseerd is in de behandeling van complexe schouderaandoeningen. Ze heeft haar eigen schoudercursus ontwikkeld, genaamd “Solving complex shoulder problems“, waarin ze zich richt op een combinatie van mobilisatie, versterkende oefeningen en neuromusculaire re-educatie om schouderaandoeningen zoals schouderinstabiliteit te behandelen. De belangrijkste doelstellingen zijn het beter begrijpen van spierrekruteringspatronen, structurele tekorten en de psychosociale factoren bij de behandeling van complexe schouderinstabiliteit en pijn (RCRSP).

Ze is betrokken geweest bij de BESS/BOA patiënten zorgtraject van de a-traumatische schouder die gebruikt wordt al richtlijn in Engeland, deze wordt ook besproken tijdens de cursus.

Onze tweedaagse cursus ‘Solving complex shoulder problems’ (KRF 19pt) helpt je klachten van de schoudergordel beter te begrijpen door te focussen op het beïnvloeden van de motorische controle. Als cursist word je daarnaast meegenomen in de problematiek van schouderinstabiliteit veroorzaakt door gebrek aan rotator cuff controle, rotator cuff insufficiëntie en de classificatie en behandeling van niet traumatische instabiliteit. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Anju Jaggi ».

De schoudercursus van prof. dr. Ann Cools

Ann Cools is een Belgische fysiotherapeut en onderzoeker, die bekend staat om haar expertise in schouderrevalidatie en -behandeling. Ze heeft ook haar eigen schoudercursussen ontwikkeld, genaamd “Schouderklachten (level I, II en III)” en ‘Return to sport; The shoulder in sports medicine’, waarin ze zich richt op het ontwikkelen van een dieper begrip van de anatomie en biomechanica van de schouder en het toepassen van wetenschappelijk onderbouwde revalidatieprincipes.

Via haar eigen wetenschappelijke stroomdiagrammen helpt ze je om duidelijker schouderpijn te definiëren en heeft ze een algoritme voor de scapula revalidatie.

De tweedaagse ‘Basiscursus Schouderklachten’ (KRF 18pt) worden behandelingsrichtlijnen beschreven voor de meest voorkomende (chronische) schouderaandoeningen zoals rotator cuff aandoeningen, traumatische en atraumatische instabiliteit, scapulaire dyskinesis en sportspecifieke schouderpijn. Andere onderwerpen die zoal aan bod komen zijn: Revalidatie bij anterieure instabiliteit (TUBS), multidirectionele (AMBRI), functionele overbelastingsstabiliteit, manuele mobilisatie en spierverlengende technieken bij subacrominaal conflict en GIRD en tot slot scapulothoracale revalidatie oefening (kracht en musculaire evenwicht). Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Ann Cools ».

Explain Pain - De kracht van doen

In deze sessie demonstreert MSc Bart van Buchem aan de hand van voorbeelden hoe een beweeg- of houding experiment tijdens een consult kan bijdragen. Het toepassen van deze experimenten in combinatie met de eerder besproken blog kracht van metaforen en afbeeldingen creëren samen een onuitwisbare indruk bij patiënten op weg naar herstel en controle.

Een pijnlijke ervaring met bijvoorbeeld het buigen van je rug, zorgt voor een reactie van wat je lichaam verwacht. Waar het systemisch-model van je lijf al op ingesteld is, omdat de ervaring je heeft geleerd dat die beweging pijnlijk is. Door iets toe te voegen dat hiërarchisch gezien gaat concurreren met de beweging en/of de pijn, maakt dat het de ervaring van de patiënt kan veranderen. Je bent als het ware een gedragstherapeutische benadering aan het hanteren, om een potentiële nieuwe uitkomst uit te lokken voor je patiënt.

Hoe werkt de kracht van doen binnen de fysiotherapie en hoe kun je dat uitlokken?

Dit kan door alles wat we horen, zien, proeven of aanraken toe te voegen als experiment tijdens de behandeling. Zo weten we bijvoorbeeld door onderzoek, dat het toevoegen van vieze geuren, onze sensitieve gevoeligheid voor pijnlijke ervaringen versterkt wordt. Dit geldt voor kleur en het proeven van structuur net zo. Of wat dacht je van het kraken van een deur? Dit blijkt het gevoel van stramheid, of de ervaring van je gewrichtsmobiliteit en je minder soepel voelen, versterkt.

Waarbij uit studies blijkt dat tegenovergestelde dus ook waar is. Wanneer je een soepel geluid toevoegt aan de beleving, dit bijdraagt aan hoe soepel je patiënt zich voelt. Zo kan een hand van jou als fysiotherapeut weer een positieve gevoel van vertrouwen leveren, wanneer je die hand op de rug van je patiënt legt. Dit kan een vorm van veiligheid generen, die een patiënt niet direct verwacht. Door dit gevoel van veiligheid te benadrukken met de aanraking van je hand, ervaart je patiënt dat het veilig is om een gewenste beweging uit te voeren in het onderdeel van de revalidatie. Dit schept bovendien meer vertrouwen in het eigen kunnen.

Wel is het belangrijk om je patiënt van tevoren goed uit te leggen hoe en waarom je dit experiment gaat doen. Mensen moeten namelijk reflecteren op wat er op dat moment gebeurt. Niet alleen na de oefening, ook wanneer ze hiermee thuis aan de slag gaan, is het stukje bewustwording en reflecteren essentieel voor deze ervaringsgerichte benadering.

Neem als voorbeeld mensen met lage rugpijn die hiervoor een fysiotherapeut zoeken
Deze patiënten hebben al een vooroordeel dat bukken slecht is voor de rug. Een associatie daarbij is dat mensen verwachten daardoor nog meer klachten te krijgen. Een andere associatie is dat ze denken dat ze door het bukken bij lage rugpijn iets beschadigen of stuk maken, waardoor de rug andermaal aan slijtage onderhevig is. Vanuit de ervaringsgerichte benadering ga je die ervaring toetsen in de praktijk. Je ziet vaak dat deze patiënten tijdens de beweging zichzelf schrap zetten en hun adem vasthouden. Dit doen ze omdat ze het gevoel hebben hun rug te moeten beschermen, anders is het slecht. Leg daarom bij dezelfde beweging jouw handen op de buik of rug van de patiënt. En vraag hem/haar de beweging nogmaals te doen, en in plaats daarvan door te blijven ademen en de rugspieren actief te ontspannen. De uitkomst kan conflicterend voor ze zijn, omdat ze niet nog meer pijn ervaren. Dit botst dus met de verwachting dat iets schadelijks is.

Werken met target concepts voor je behandelplan, hoe pak je dat aan?

Binnen de 4 thema’s van je target concepts kan de psychosociale concept ontzettend belangrijk zijn voor het succes van je therapie. Onderdeel van het psychosociale concept, waarbij de mentale en emotionele aspecten van de patiënt invloed heeft op het herstelproces, is dat patiënten het verschil kunnen aanduiden van iets dat beschadigd is en wat pijn is ten opzichte van elkaar. Die wisselwerking is niet altijd één op één. Als iets pijnlijk is, dan is niet altijd stuk. En als iets stuk is, dan hoeft niet per definitie pijnlijk te zijn. Wanneer je met zo’n experiment aan de slag gaat is het van belang om te beseffen dat er al een vertrouwensband is tussen de fysiotherapeut en de patiënt. Dit bevordert de vorderingen van je behandelplan. Stel daarom ook de vraag of iemand bereid is en vertrouwen heeft om dit experiment met jou als therapeut aan te gaan.

Gratis webinar voor fysiotherapeuten; Explain Pain – de kracht van doen

Wil je meer weten over de kracht van doen (tijdens de cursus Explain Pain gaan we dieper in op dit onderwerp) volgens de inzichten van MSc Bart van Buchem? Luister dan naar de uitgebreide versie van de gratis webinar via onderstaande link.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Pijn is een wereldwijd probleem, met 1 op 5 mensen die een chronische vorm van pijn ervaart. De druk op de gezondheidszorg is aan het toenemen en de vraag naar een oplossing wordt groter. Opvattingen met betrekking tot (chronische) pijn maken daardoor ook een evolutie door. Sommige hebben het zelfs over een pijnrevolutie. Waarbij je radicaal anders leert denken en handelen met betrekking tot pijn en gezondheid. Maar hoe?

Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Schouderproblemen kunnen complex en uitdagend zijn om te diagnosticeren en te behandelen. Om complexe schouderklachten effectief op te lossen is voorkennis over de klacht van belang en is een achtergrondkennis om een diagnose te stellen essentieel. Dit omdat er veel verschillende soorten schouderblessures zijn met soms dezelfde type klachten en symptomen.

The unstable shoulder; schouderinstabiliteit

Schouderinstabiliteit is anatomisch het onvermogen van de humeruskop om in de glenoid fossa te blijven wat kan resulteren in (sub)luxaties. Dit zorgt ervoor dat jouw patiënt waarneemt dat de schouder wegglijdt of een giving away gevoel heeft. Objectief is dit vaak slecht te meten. Symptomen hiervan kunnen pijn zijn, het giving away gevoel en/of bewegingsangst.

Classificatie van schouderinstabiliteit is grofweg te onderscheiden in 2 hoofdgroepen, traumatische versus a-traumatische instabiliteit. Traumatische instabiliteit is grotendeels unidirectioneel, waarvan Bankert-laesies, Hill-Sacks laesie het meest voorkomen. Deze groep bestaat vaak uit jonge atleten en oudere vrouwen. De jongere groep, bestaat uit meer mannen dan vrouwen in verband met contactsport, hebben meer instabiliteitlaesies. Terwijl de oudere groep boven de 60 jaar, meer vrouwen omvat dit doordat ze ouder worden en hun botkwaliteit vaker lager is door osteoporose, meer last hebben van rotator cuff laesies hebben en zenuwbeschadigingen. Hoe groter het trauma en de structurele schade hoe meer indicatie er is tot een chirurgische ingreep, als er minder schade aanwezig is dan is het eerder een spiercontrole probleem en is een fysiotherapeutisch interventie het belangrijkste.

A-traumatische instabiliteit is een multidirectionele instabiliteit, die vaak voorkomt

Deze groep patiënten zijn mensen die veel boven hun hoofd werken of een bovenhandse sport uitvoeren. Door de repeterende bewegingen die ze uitvoeren ontstaat er laxiteit.
Bij a-traumatische instabiliteit heeft 80% effect van oefentherapie. Er is een sterke aanbeveling voor krachttraining en fysiotherapie. Uit een recent onderzoek van Jaggi met een placebo OK en een werkelijke OK qua stabiliteit. Laten de resultaten zien dat alle patiënten na 6 maanden zo’n 40% verbeterd zijn, dit effect bleef gelijk na 1 en na 2 jaar. Er was geen significant verschil aanwezig na 2 jaar. Vanuit de studie werd de aanbeveling gedaan dat fysiotherapie de verbetering geeft bij deze patiëntengroep en dat dit meer doet dan een operatie.

De a-traumatische groep is nog in te delen in een extra groep. Vanuit de Stanmore-driehoek, zie je deze 3 groepen. De 3e groep is gegeneraliseerd hypermobiel. Deze mensen, vrouwen 60% versus mannen 40%, hebben vaker een bewegingsstoornis, met een zichtbaar dyskinesie beeld. En daarnaast naast een instabiele schouder ook vaak andere pijnsyndromen in andere gewrichten en bevinden zich vaker in de chronische pijngroep.

Nociceptieve pijn ontstaat bij een traumatische instabiliteit door de klassieke dislocatie die plaatsvindt, de patiënt ervaart pijn op de locatie van de dislocatie. De structuren komen onder stress te staan, waardoor er vanuit het gebied een pijnprikkel naar de hersen wordt gestuurd. Wat opvallend kan zijn is dat als de schouder weer stabiel en hersteld is, de pijnklachten in dezelfde mate aanwezig kan blijven. Wel is bekend dat bij instabiliteit de asymptomatische groep pijn heeft door centrale sensitisatie. Deze verhoogde pijnbeleving is soms lastig te beïnvloeden door een versterkt pijnsignaal vanuit het brein.

Naast de behandeling van de lichamelijke symptomen van complexe schouderproblemen is het dus ook belangrijk om aandacht te besteden aan de psychologische en sociale aspecten de de aandoening. Stress of angst als gevolg van de pijn en de beperking geven een extra uitdaging voor herstel.

Video schouderinstabiliteit met prof. dr. Anju Jaggi

Schouderinstabiliteit, dat is wat prof. dr. Anju Jaggi na aan het hart ligt. In onderstaande video bespreekt zij diverse vormen van schouderinstabiliteit én de behandeling ervan. Ook krijg je meer inzicht in de factoren die je in overweging moet nemen om een goed individueel behandelprogramma samen te stellen voor jouw patiënt. 

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Solving complex shoulder problems met Pt PhD Anju Jaggi
Onze tweedaagse cursus (KRF 19pt) helpt je klachten van de schoudergordel beter te begrijpen door te focussen op het beïnvloeden van de motorische controle. Als cursist word je daarnaast meegenomen in de problematiek van schouderinstabiliteit veroorzaakt door gebrek aan rotator cuff controle. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Solving complex shoulder problems ->.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus
Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Specifieke oefentherapie voor sporters vanuit het Frans Bosch Systeem

Mogelijk is het Frans Bosch Systeem (FBS) jou allang bekend. Het is een benadering van training en revalidatie die zich richt op het ontwikkelen van functionele bewegingspatronen. Deze benadering is ontwikkeld door de Nederlandse bewegingswetenschapper en voormalig atletiekcoach, Frans Bosch.

De kracht van motorisch leren bij revalidatie van sportblessures

Specifieke oefentherapie voor sporters die de principes van het FBS hanteren, zal zich richten op het ontwikkelen van functionele bewegingspatronen die specifiek zijn voor de sport van de atleet. Deze analyse wordt gedaan bij de doelbewegingen van de sport. Dit kan onder meer betekenen dat de oefeningen worden aangepast aan de specifieke eisen van de betreffende sport, zoals het energieverbruik, maar ook adaptaties in kracht en motorische controle. Motorisch leren is hiervan van belang tijdens het trainen.

Motorisch leren is een belangrijk aspect in de revalidatie van sportblessures. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen impliciet en expliciet motorisch leren.

Impliciet motorisch leren vindt plaats wanneer de persoon zich niet bewust is van het leerproces. Dit betekent dat de persoon zich niet bewust richt op het aanleren van een bepaalde beweging of vaardigheid, maar eerder door middel van ervaring en feedback leert. In de sport specifieke revalidatie kan impliciet motorisch leren worden gestimuleerd door middel van functionele oefeningen, waarbij de nadruk ligt op het aanleren van bewegingspatronen in een natuurlijke omgeving.

Impliciet leren heeft verschillende voordelen ten opzichte van expliciet leren:

  1. Efficiëntie; impliciet leren kan efficiënter zijn dan expliciet leren, omdat de sporter zich niet bewust hoeft te richten op het leerproces en de leerervaringen onbewust kunnen worden opgenomen.
  2. Geschikt voor complexe taken; impliciet leren is vaak geschikter voor het aanleren van complexe taken, omdat het een meer natuurlijke manier van leren is die past bij de manier waarop de menselijke hersenen werken.
  3. Meer duurzaam; impliciet leren kan duurzamer zijn dan expliciet leren, omdat de sporter de beweging of vaardigheid op een dieper niveau begrijpt en kan toepassen in verschillende contexten.
  4. Minder kans op overbelasting; impliciet leren kan leiden tot minder fysieke of mentale overbelasting dan expliciet leren, omdat de sporter niet zo intensief bezig is met het bewust aanleren van de beweging.
  5. Beter voor het aanleren van nieuwe bewegingsvormen; impliciet leren kan beter zijn voor het aanleren van nieuwe bewegingsvormen, omdat het de sporter in staat stelt om te experimenteren en te verkennen zonder te veel te focussen op het eindresultaat.

Over het algemeen kan impliciet leren een effectieve manier zijn om bewegingen en vaardigheden aan te leren, vooral voor complexe taken. Echter, het is belangrijk om te benadrukken dat impliciet en expliciet leren elkaar niet uitsluiten en dat beide vormen van leren complementair kunnen zijn in verschillende contexten en voor verschillende leerlingen.

De basisprincipes vanuit het Frans Bosch Systeem

Het FBS hanteert een aantal basisprincipes, waaronder:

  • het belang van variatie in bewegingspatronen,
  • het ontwikkelen van kracht en snelheid,
  • het gebruik van plyometrische oefeningen om explosiviteit te ontwikkelen,
  • er wordt veel nadruk gelegd op het ontwikkelen van een goede lichaamshouding en het voorkomen van blessures dit door analyse van doelbewegingen.

Attractors en fluctuators

Dit zijn concepten uit de complexiteitstheorie die gebruikt kunnen worden om bewegingsvormen te beschrijven en te begrijpen, maar ook om het aantal vrijheidsgraden van bewegen in gewrichten te beschrijven.

  • Een attractor in bewegingsvormen is een stabiele toestand; waarin een persoon kan bewegen met minimale inspanning en weinig variabiliteit in de beweging. Deze zijn stabiel en economisch. Bijvoorbeeld, wanneer een tennisser een backhand slaat, kan een bepaalde beweging een attractor zijn als het leidt tot een stabiele, gecontroleerde en nauwkeurige backhand.
  • Een fluctuator in bewegingsvormen is een onstabiele toestand; waarin de beweging van een persoon variabel is en kan veranderen als reactie op interne of externe factoren. Dit zijn de veranderlijke elementen die instabieler zijn en die hoge energiekosten hebben. Bijvoorbeeld, wanneer een persoon een nieuwe vaardigheid leert, kan de beweging variëren en onstabiel zijn totdat de persoon de vaardigheid onder de knie heeft en het een attractor wordt.

In de bewegingsvormen kan een persoon tussen attractors en fluctuators bewegen. Wanneer een persoon een nieuwe vaardigheid leert, kan de beweging fluctueren totdat de persoon de vaardigheid onder de knie heeft en de beweging stabiel en geautomatiseerd wordt.

Het begrip van attractors en fluctuators in bewegingsvormen kan nuttig zijn bij het ontwerpen van oefeningen en revalidatieprogramma’s. Het kan helpen om te bepalen welke bewegingen de meest efficiënte en stabiele zijn, en welke bewegingen nog ontwikkeld moeten worden. Het is lastig om te analyseren welke bewegingselementen stabiel en instabiel zijn. Deze analyse is wel nodig om tot een trainingsopzet te komen die deze vaste elementen van bewegen op een efficiënte manier meeneemt in het bewegingspatroon.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Loopanalyse bij de geblesseerde atleet door MSc Philip Cortvriendt
De tweedaagse cursus (KRF 16pt) objectieve loopanalyse: van data tot een doelgericht behandelplan bij revalidatie is niet alleen interessant voor de sportfysiotherapeut, maar voor elke fysiotherapeut die zijn sporter en revalidant naar een hogere level wil brengen via veelbelovende en ongeëvenaarde oefeningen. Je vindt op onze website een korte video-impressie van deze cursus. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Loopanalyse bij de geblesseerde atleet ».

Explain Pain – begrijp de pijn cursus
Onze tweedaagse cursus (KRF 19pt) heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ».

Deze rol kan een fysiotherapeut innemen bij hoofdpijnklachten Fysiolinks

Hoofdpijn is een veelvoorkomend probleem. Veel patiënten met hoofdpijnklachten melden zich bij de fysiotherapeut of worden door de huisarts doorverwezen. Migraine is misschien wel de bekendste hoofdpijn, die wordt veroorzaakt door een hersenaandoening die daardoor lastiger te behandelen is door een fysio- of een manueel therapeut.

Behandeling van de fysiotherapeut bij Tension-type headache

Tension-type headache of anders gezegd, spanningshoofdpijn is de meest voorkomende vorm van hoofdpijn, maar liefst 30 tot 78% van de bevolking heeft last van die specifieke spanningshoofdpijn.

Het is ook het type hoofdpijn dat het vaakst door fysiotherapeuten wordt behandeld. In veel gevallen is er sprake van hypertonie in de nek- en schouderspieren. Wist je bijvoorbeeld dat bij spanningshoofdpijn de pijn vaak bilateraal gelokaliseerd is? Er is matig bewijs dat aerobe oefeningen, actieve oefentherapie, relaxatietraining en pijneducatie de pijnintensiteit en invaliditeit verminderen bij patiënten met (spannings)hoofdpijn. Andere hands-off interventies zijn beperkt in bewijs (Mukhtar et al 2021),

Welke soorten hoofdpijn kunnen wij als fysiotherapeut nog meer behandelen

Er zijn meerdere soorten hoofdpijn, waarbij wij als fysiotherapeuten een belangrijke rol kunnen spelen in het behandelen van de klacht.

Types als: cervicogene hoofdpijn, cervicale myofasciale pijn en Temperomandibulaire gewricht gerelateerde hoofdpijn zijn minder bekend. Toch zijn deze soorten hoofdpijn goed te behandelen door de fysiotherapeut. Een vereiste is dat hier dan wel gedegen en gericht lichamelijk onderzoek naar wordt gedaan.

Cervicogene hoofdpijn is door fysiotherapeuten aan te tonen door een lichamelijk onderzoek. Waarbij de focus ligt op een beperkte beweeglijkheid van de bovenste nekwervels, dat soms in combinatie met een verhoogde spierspanning voorkomt. Tijdens het lichamelijk onderzoek is er sprake van een beperkte beweeglijkheid van de nek en is er sprake van drukpijn in de hoog cervicale of occipitale regio (Sjaastad 2008). Als (manueel) therapeut kun je de mobiliteit van de cervicale wervelkolom verbeteren door gebruik te maken van manuele mobilisaties of -manipulaties. Een eventuele verhoogde spierspanning kan worden verholpen door middel van fricties, maar ook Dry Needling kan ondersteunen bieden.

Zelfs bij migraine kunnen cervicale manipulaties effectief zijn om het aantal migrainedagen en de pijn/intensiteit te verminderen (Rist et al 2019). Al is migraine tevens een hersenaandoening, het reduceren van het aantal migrainedagen of de pijnvermindering is iets waar een patiënt al baat bij kan hebben.

Het is daarom belangrijk om de verschillende types hoofdpijn goed te herkennen en de karakteristieken en verschillende ontstaanswijzen goed te onderscheiden. Als een patiënt zelf al weet welke factor de hoofdpijn triggert, helpt je dit bij het opstellen van je behandelplan. En kun je verder kijken dan alleen een therapeutische behandeling door bijvoorbeeld samen te werken met een diëtist, Dry Needling of een sportfysiotherapeut.

Welke nascholingscursussen voor fysiotherapeuten zijn interessant voor het behandelen van hoofdpijnklachten

In onze cursussen ‘Onderzoek en behandeling van hoog cervicale klachten’ (KRF 18pt) en de cursus ‘Manueel therapeutische interventies van de CWK’ (KRF 18pt) leer je meer over het onderzoek en behandelen van problematiek van de cervicale wervelkolom. Omdat de hoog cervicale gewrichten betrokken zijn bij verschillende aandoeningen (bijv. trauma’s van hoofd en nek, duizeligheid, craniomandibulair disfunctioneren, tinnitus) is de cursus geschikt voor fysiotherapeuten met zowel een algemene registratie als manueel therapeuten, craniomandibulair fysiotherapeuten en sportfysiotherapeuten.

Maar ook een basiscursus Dry Needling (KRF 22pt) en Dry Needling Advanced Upper Quadrant (KRF 16pt) geven je mogelijk meer inzichten bij het behandelen van hoofdpijnklachten. Meer weten over de cursussen Dry Needling »

Explain Pain - kracht van metaforen | Fysiolinks nascholing fysiotherapie

De kracht van het gesproken woord is niet te onderschatten. Zowel in negatieve als in positieve zin zijn woorden voor patiënten met aanhoudende pijnklachten relevant. In deze webinar gaan MSc Bart van Buchem, MSc Rutger Gerritsen en MSc Iris Barten in op de negatieve en positieve impact van woorden. Hoe je de positieve impact kunt bekrachtigen en relevant kunt maken voor het herstel.

Een metafoor waarbij je een woord of beeld voor iets anders, waarmee het een overeenkomst vertoont, gebruikt is snel gemaakt. Vaak zonder dat we het doorhebben gebruiken we er zomaar een stuk of 50 per dag. Hoe vaak gebruik je niet de vergelijking van iets? Denk hierbij aan: het is als… het lijkt op…

Beïnvloed jij onbewust de gedachte en het gedrag van jouw patiënt?

De interpretatie van een metafoor is voor jouw patiënt mogelijk anders, dan die van jou als fysiotherapeut. Neem het voorbeeld van de diagnostische metafoor ‘Frozen shoulder’. Dit geeft de suggestie aan je patiënt dat de schouder zodanig vast zit, dat het niet meer te bewegen valt. Je patiënt kan hierdoor worden beïnvloed, waardoor hij/zij de gedachte aanneemt dat bewegen met pijn daardoor niet goed is en de hele arm niet meer durft te bewegen. Bedenk dat hoe erger een diagnose klinkt, hoe meer een patiënt zich daar mogelijk naar gaat gedragen. Zie hieronder enkele voorbeelden van gedachtes, emoties, gedrag en andere componenten van patiënten zelf die hun pijn kunnen beïnvloeden;

  • Bewegen met pijn is niet goed (gedachte)
  • Er is iets kapot in het lichaam (gedachte)
  • Voel me onzeker als ik beweeg (emotie)
  • Ik twijfel erg of het nog goed komt (emotie)
  • Mijn werkdruk is hoog (sociaal)
  • Ik heb geen tijd om te sporten (sociaal)
  • Ervaringen met pijn vanuit opvoeding (levensfase)
  • Geen grenzen stellen en bewaken (gedrag)
  • Dat heb ik altijd zo gedaan (gedrag)
  • Steunweefsel aandoeningen (bijkomende ziekte)
  • Overgevoeligheid voor prikkels (genetisch)
  • Mentale klachten (genetisch)

Gebruik daarom liever taal die ontzenuwt en minder angst inboezemt dan noodzakelijk is. Dit kan een positieve bijdrage leveren aan de beleving en daarbij het herstel. In plaats van aan te geven dat: onderuitgezakt zitten niet mag, bukken slecht is, pijn betekent dat er iets kapot is, last van vastzittende spieren of dat je moet stoppen met bewegen als iets pijn doet. Kan je ook de nadruk leggen op: dat een rug sterk is, elke beweging goed is, je lichaam zich kan aanpassen, je lijf ook zelf voor herstel zorgt en dat je niets hoeft te vermijden om veilig te kunnen bewegen.

Uit de praktijk; zijn metaforen in de gezondheidszorg behulpzaam of niet?

Vraag jezelf eens af; zijn metaforen überhaupt wel behulpzaam of niet? Voegt het iets toe, zonder de waarde van de pijn of diagnose te verliezen. En hoe vaak corrigeer jij je patiënt? Als zorgverlener ben je geneigd om dit te doen, om een aandoening, diagnose of behandeling correct weer te geven. Maar onbewust kun je daarmee je patiënt invalideren.

Manueel therapeut Rutger vertelt
In de 14 jaar dat ik als manueel therapeut werk, heb ik geleerd dat het gebruik van taal soms essentieel is in het vergroten van de kans van slagen van de behandeling. Ik heb regelmatig patiënten voor het eerst in mijn behandelkamer gehad die mij vroegen om een ‘verschoven wervel’ weer op zijn plaats te zetten of om een ‘scheve rug’ recht te zetten. Ik heb ook gemerkt dat het direct willen corrigeren van dit type van gedachten vaak niet direct en soms zelfs averechts werkt. Ik probeer bij patiënten met langdurige pijnklachten altijd eerst te achterhalen wat hun eigen gedachten over het ontstaan van de klachten zijn. Door in gesprek te gaan en een behandelrelatie op te bouwen, staan patiënten vaak meer open voor de visie die jij zelf als therapeut hebt. Ons vak blijft maatwerk en dat maakt het ook zo ontzettend interessant!

 

Sportfysiotherapeut Iris vertelt
Steeds vaker valt het op hoe negatief mensen over hun eigen lichaam spreken met termen als; mijn spieren zitten vast, of er is niets meer aan te doen want alles is versleten. Daarbij zelfs juist al hun klachten in handen van ons, de therapeut, leggen. Want wij kunnen het wel ‘even’ oplossen. Zelfredzaamheid wordt meer een externe factor in plaats van dat het intrinsiek is. Onze gesprekken in de behandelkamer worden nog belangrijker om deze gedachtes mogelijk om te kunnen draaien. Waarbij de patiënt weer een positieve kijk ervaart over hun eigen lijf. En dat ze ook begrijpen dat ze zelf veel kunnen bereiken in hun klachtenbeeld. Vooral om focus te geven wat de reden van pijnklachten bij slijtage kan zijn, of waarom spieren vastzitten. Wellicht ademt iemand gewoon niet goed. Zijn andere factoren, qua vitaliteit niet op orde. Door meer kennis te geven in termen als: er is duidelijk een spierkrachtsverschil, of je hebt wel wat minder kracht in je been. Zorg je ervoor dat je samen met je patiënt aan hun klachten kunt werken.

Gratis webinar voor fysiotherapeuten; Explain Pain – de kracht van metaforen

Wil je meer weten over de kracht van metaforen (tijdens de cursus Explain Pain gaan we dieper in op dit onderwerp) volgens de inzichten van MSc Bart van Buchem? Luister dan naar de uitgebreide versie van de gratis webinar via onderstaande link.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Pijn is een wereldwijd probleem, met 1 op 5 mensen die een chronische vorm van pijn ervaart. De druk op de gezondheidszorg is aan het toenemen en de vraag naar een oplossing wordt groter. Opvattingen met betrekking tot (chronische) pijn maken daardoor ook een evolutie door. Sommige hebben het zelfs over een pijnrevolutie. Waarbij je radicaal anders leert denken en handelen met betrekking tot pijn en gezondheid. Maar hoe?

Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Bewust communiceren als fysiotherapeut kun je leren

Als paramedici worden we vooral getraind te denken en te handelen binnen het medische model. Bij een cursus NLP (Neuro Linguïstisch Programmeren) leer je op een praktische manier hoe zowel verbale- als non-verbale communicatie/gesprekstechnieken werkt, de waarde van taalgebruik en wat je kunt doen om deze te sturen.

Explain Pain - Pijneducatie van de patiënt

Eugenie de Ruiter is de auteur van het boek “Verklein je Pijn”, waarin ze haar eigen ervaringen met chronische pijn en die van andere patiënten bespreekt. Tijdens de webinar zullen we dieper ingaan op de kennis, ervaring en therapieën die voor haar essentieel zijn gebleken in haar herstel. Het belooft een informatief en inspirerend gesprek te worden, waarbij Eugenie de Ruiter haar persoonlijke ervaring en inzichten zal delen.

Volgens schattingen van het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) hebben ongeveer 2,2 miljoen mensen in Nederland chronische pijnklachten. Dit komt neer op ongeveer 1 op de 8 volwassenen. Het is belangrijk om te begrijpen dat elk individu met chronische pijn uniek is en hun eigen ervaringen heeft met het beheersen van hun pijn.

Gratis webinar voor fysiotherapeuten; Explain Pain – Pijneducatie van de patiënt

Wil je meer weten over het onderwerp: pijneducatie van de patiënt (tijdens de cursus Explain Pain gaan we dieper in op dit onderwerp) volgens de inzichten van MSc Bart van Buchem? Luister dan naar de uitgebreide versie van deze gratis webinar via onderstaande link.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Pijn is een wereldwijd probleem, met 1 op 5 mensen die een chronische vorm van pijn ervaart. De druk op de gezondheidszorg is aan het toenemen en de vraag naar een oplossing wordt groter. Opvattingen met betrekking tot (chronische) pijn maken daardoor ook een evolutie door. Sommige hebben het zelfs over een pijnrevolutie. Waarbij je radicaal anders leert denken en handelen met betrekking tot pijn en gezondheid. Maar hoe?

Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Dry needling cursus voor fysiotherapeuten van Fysiolinks

Dry Needling is niet meer weg te denken in de moderne fysiotherapiepraktijk. Wanneer triggerpoints bij de patiënt bewegingsbeperkingen, stijfheid, krachtverlies en langdurige/chronische pijnklachten veroorzaken, kan Dry Needling uitkomst bieden.

Mensen denken vaak dat Dry Needling hetzelfde is als acupunctuur. Bij acupunctuur wordt geprikt in energiebanen, terwijl je bij Dry Needling juist de spieren aanprikt, waardoor deze zich aanspant en vervolgens ontspant. De behandeltechniek is uiterst effectief bij myofasciale pijn en triggerpoints.

Onze driedaagse basiscursus Dry Needling (KRF 22pt) bij Fysiolinks start met een evidence-based theoretische inleiding over myofasciale pijn, de pathofysiologie van myofasciale triggerpoints en de werkingsmechanismes van Dry Needling. Het is betrekkelijk eenvoudig te leren en het geeft je praktische skills voor in je therapeutische toolbox. Het is dé nascholingscursus voor fysiotherapeuten en manueel therapeuten die je een keer gedaan moet hebben!

Wat krijg je bij onze Dry Needling cursus

  • Begeleiding door meerdere docenten met een universitaire achtergrond.
  • Bij elke spier die we behandelen wordt systematisch de anatomie doorlopen, de locatie van de meest voorkomende triggerpoints gepalpeerd en de meest geschikte dry needlingtechniek gedemonstreerd en ingeoefend.
  • Een digitale leeromgeving met alle priktechnieken, waar je een jaar lang toegang tot krijgt.
  • Toegang tot een app, een soort “digitale Needle gids”.
  • Een leuke interactieve eindquiz.

Driedaagse cursus Dry Needling en vervolgcursussen mogelijk

Met een opbouw van de basiscursus Dry Needling in drie dagen, twee advanced cursussen één voor de bovenste extremiteit (KRF 16pt) en één voor de onderste extremiteit (KRF 16pt) van steeds twee dagen en uiteindelijk nog experts modules voor specifieke aandoeningen van één dag. Volg je ze allemaal en wil je een examen doen, dan krijg je een certificaat van deelname.

Bekijk hier de basiscursus

Wij waren afgelopen week op bezoek bij fysiotherapeut en docent Bart van Buchem om te praten over patiënten met pijn. Wij vroegen hem de belangrijkste dingen die een patient moet weten over pijn en hij gaf ons drie handige tips. Wil je ze weten? Bekijk direct onderstaande video!

Meer over Bart van Buchem:

Bart van Buchem is sinds 2007 werkzaam als fysiotherapeut en is gespecialiseerd in het behandelen en begeleiden van mensen met chronische pijn en functionele stoornissen.

In 2010 studeerde Bart af als ‘Master in Physiotherapy’ in de psychosomatische fysiotherapie. Zijn interesse gaat uit naar chronische pijn en de ontwikkelingen voor de behandelmogelijkheden daarvan. Naast het behandelen van patiënten adviseert hij netwerken, opleidingen en collega’s over de laatste ontwikkelingen op dit gebied.

Wat andere cursisten zeggen over de cursussen van Bart.

 

“Goede en leerzame cursus, veel opgestoken van Bart. Goeie manier van presenteren en duidelijke uitleg.”

Zeer goede docent. Vertelt veel nieuwe informatie, maar is prettig om naar te luisteren”

“Wat heb ik genoten van deze twee dagen!! Ik denk nu de hele dag in DIM’s en SIM’s en probeer hier mee aan de slag te gaan. Inspirerende docent, Bart van Buchem! Dat smaakt naar meer!”

De cursussen van Bart bij Fysiolinks.

Bart geeft bij ons de cursus Explain Pain en de cursus Functioneel Neurologische Symptomen.

Wil je de hele cursus agenda zien? Klik hier.