Schouderpijn volgens de biopsychosociale benadering door Jeremy Lewis

Prof. dr. Jeremy Lewis is naast fysiotherapeut ook onderzoeker uit het Verenigd Koninkrijk, die bekend staat om zijn bijdragen aan het begrijpen en behandelen van schouderaandoeningen. Hij is vooral bekend om zijn revalidatieprogramma “Shape up my Shoulder (SUMS)” en een biopsychosociale benadering van schouderpijn. Deze aanpak gaat uit van het idee dat schouderpijn niet alleen wordt veroorzaakt door fysieke factoren, zoals een blessure of een aandoening van het schoudergewricht, maar ook door psychologische en sociale factoren, zoals angst, stress en werkgerelateerde factoren.

The Shoulder; het schouderprotocol van prof. dr. Jeremy Lewis

Het schouderprotocol van Jeremy Lewis is een gestructureerde benadering voor de evaluatie en behandeling van schouderpijn. Het protocol omvat een reeks van stappen die gericht zijn op het identificeren van de oorzaken van schouderpijn en het ontwikkelen van een gepersonaliseerd behandelplan dat deze oorzaken aanpakt.

Het protocol begint met een grondige beoordeling van de patiënt om de structuur en functie van de schouder te beoordelen en om eventuele fysieke oorzaken van de pijn te identificeren. Dit omvat een evaluatie van de mobiliteit, kracht en stabiliteit van de schouder, evenals een beoordeling van de nek en bovenrug, die ook van invloed kunnen zijn op de schouderpijn.

Naast de fysieke beoordeling omvat het protocol ook een evaluatie van psychologische en sociale factoren die bijdragen aan de schouderpijn. Dit omvat een evaluatie van angst, stress, depressie en andere psychologische factoren, evenals werkgerelateerde factoren en levensstijlfactoren die de schouderpijn kunnen verergeren.

Op basis van deze beoordeling wordt een gepersonaliseerd behandelplan ontwikkeld dat de oorzaken van de schouderpijn aanpakt. Dit kan onder meer fysiotherapie, oefeningen, manuele therapie, ergonomische aanpassingen en advies over levensstijlveranderingen omvatten. Het doel van het protocol is om de pijn te verminderen, de functie van de schouder te verbeteren en de patiënt te helpen terug te keren naar zijn of haar normale activiteiten.

Er zijn verschillende artikelen gepubliceerd door Jeremy Lewis over het biopsychosociale-model en de toepassing ervan bij de behandeling van musculoskeletale aandoeningen. Hieronder vind je 4 voorbeelden:

  1. Lewis J., O’Sullivan P. (2015). Is it time to reframe how we care for people with non-traumatic musculoskeletal pain? British Journal of Sports Medicine, 49(17), 1077-1078.
    In dit artikel beschrijven Lewis en O’Sullivan hoe het biopsychosociale-model kan worden toegepast om de zorg voor mensen met niet-traumatische musculoskeletale pijn te verbeteren.
  2. Lewis J., McCabe C., Franklyn-Miller A. (2015). Biopsychosocial factors affective outcomes in persistent shoulder pain. Disability and Rehabilitation, 37(16), 1430-1435.
    In deze studie wordt onderzocht hoe biopsychosociale factoren van invloed zijn op de uitkomsten bij patiënten met aanhoudende schouderpijn.
  3. Lewis J., McCreesh K., Roy J.S., Ginn K. (2015). Rotator cuff tendinopathy: navigating the diagnosis-management conundrum. Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy, 45(11), 923-937.
    In dit artikel wordt beschreven hoe het biopsychosociale-model kan worden toegepast bij de diagnose en behandeling van rotator cuff tendinopathie.
  4. Lewis J. (2018). Assessing and managing rotator cuff disorders. Manual Therapy, 33, 1-2.
    In dit artikel beschrijft Lewis hoe het biopsychosociale-model kan worden gebruikt om rotator cuff aandoeningen te beoordelen en te behandelen.

Deze artikelen laten zien hoe Jeremy Lewis het biopsychosociale-model toepast bij de behandeling van musculoskeletale aandoeningen, met specifieke aandacht voor schouderklachten. Ze bieden inzicht in de wetenschappelijke basis van zijn benadering en ondersteunen het gebruik van het biopsychosociale-model bij de zorg voor patiënten.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

De schoudercursus van prof. dr. Jeremy Lewis

Tijdens de tweedaagse cursus ‘The Shoulder: Theory & Practice’ (KRF 18pt) voor Fysiolinks legt hij de nadruk op een biopsychosociale benadering van de schouderrevalidatie, een combinatie van evidence based oefeningen, pijnwetenschap, levensstijl, psychosociale factoren en educatie. Zijn belangrijkste klinische expertisegebieden zijn: subacromiale pijn (impingement) syndroom, rotator cuff peesproblemen, schouderpijnsyndromen en frozen shoulder.

Daarnaast biedt de cursus praktische trainingen, veel educatie over de anatomie en biomechanica van de schouder, over de invloed van houding en spieronbalans en zijn verband met schouderpathologie, evenals over hoe schouderaandoeningen kunnen worden gediagnosticeerd en behandeld. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Jeremy Lewis ».

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Pijn is een wereldwijd probleem, met 1 op 5 mensen die een chronische vorm van pijn ervaart. De druk op de gezondheidszorg is aan het toenemen en de vraag naar een oplossing wordt groter. Opvattingen met betrekking tot (chronische) pijn maken daardoor ook een evolutie door. Sommige hebben het zelfs over een pijnrevolutie. Waarbij je radicaal anders leert denken en handelen met betrekking tot pijn en gezondheid. Maar hoe?

Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Diagnostiek en behandeling van slaapproblemen die je kunt gebruiken in de fysiotherapiepraktijk

Slaapproblemen, slapeloosheid en slaapstoornissen zoals slaapapneu, narcolepsie zijn een veelvoorkomend probleem in Nederland. Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit 2019 heeft ongeveer een derde van de Nederlandse bevolking van 12 jaar of ouder regelmatig slaapproblemen. Dit betekent dat ongeveer 5 miljoen Nederlanders te maken hebben met abnormaal slaappatroon en daar hinder van ondervinden. Andere studies concludeerde ook dat slaapproblemen vaker voorkomen bij vrouwen, ouderen en mensen met een lage sociaal-economische status (Van Straten et al., 2017).

De slaapproblemen kunnen variëren van moeilijk inslapen, te vroeg wakker worden en niet kunnen doorslapen, tot snurken, slaapapneu en andere slaapstoornissen. Bij sommige mensen zijn deze mild en tijdelijk van aard, terwijl andere mensen ernstige en chronische slaapproblemen hebben die een grote impact hebben op hun kwaliteit van leven en gezondheid.

“If sleep does not serve an absolutely vital function,
then its the biggest mistake the evolutionary proces has ever made.”

– Dr. Allan Rechtschaffen

Er is geen proces in ons lichaam dat niet zonder een goede nachtrust kan. Slaapproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben, waaronder stress, angst, depressie, onregelmatige werktijden, slechte slaapgewoonten en medische aandoeningen. Het is belangrijk om het gebrek aan slaap serieus te nemen en te zoeken naar effectieve behandelingen om de kwaliteit van slaap te verbeteren en de gezondheid en welzijn van mensen te bevorderen. Studies die tussen 2004 en 2014 zijn uitgevoerd, onderzocht de relatie tussen slaapduur en gezondheid. De studie concludeerde dat zowel te korte als te lange slaapduur geassocieerd is met een verhoogd risico op verschillende gezondheidsproblemen, waaronder obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten en vroegtijdige sterfte (Cappuccio et al., 2016).

Slaap heeft een belangrijke invloed op zowel fysieke, mentale en preventieve processen, symptomen:

  • Fysiek zorgt het voor: herstelwerkzaamheden aan het immuunsysteem, het regelt onze eetlust, lichaamsgewicht, het maken van juiste keuzes in voeding. Ondersteund je kracht en cardio en het vermindert je ontstekingsgevoeligheid.
  • Mentaal zorgt goede slaap ervoor dat je: betere beslissingen maakt, leert, adapteert en het geheugen. Het zorgt voor een goede coping ten aanzien van stress en speelt een belangrijke rol in ons emotionele circuit in het brein.
  • Daarnaast zorgt slaappreventies voor het voorkomen van ontstekingen, verschillende andere ziekte en het vecht tegen maligniteiten.

Fysiotherapeuten en manueel therapeuten kunnen een belangrijke rol spelen bij het identificeren en behandelen van slaapproblemen bij patiënten

Hieronder volgen enkele diagnostische en behandelingsmogelijkheden die je kunt overwegen in jouw fysiotherapiepraktijk:

  1. Diagnostiek: Om slaapproblemen bij de patiënten te identificeren, kun je gebruik maken van gestandaardiseerde vragenlijsten zoals de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI) en de Epworth Sleepiness Scale (ESS). Deze vragenlijsten kunnen helpen bij het beoordelen van de kwaliteit van de slaap van je patiënt en hun mate van slaperigheid overdag. Daarnaast zijn er ook een aantal testen die je kunt gebruiken zoals de Leep Onset Latency Test.
  2. Andere belangrijke normen aan de kwaliteit van slaap: niet langer dan 10-15 minuten wakkerliggen. Niet wakker worden gedurende de nacht, ook niet om te toiletteren. Uitgerust wakker worden en het liefst voor de wekker.
  3. Behandeling: Er zijn verschillende behandelingsopties die je kunt overwegen voor patiënten met slaapproblemen:
  • Circadiaanritme: Het meest eenvoudige om te doen, is de basis van het circadiaanritme (biologisch ritme waarvan de cyclus ongeveer één dag duurt) herstellen. Dit zijn een aantal open deuren zoals de invloed van licht en donker op je slaapritme, de temperatuur van je omgeving. Maar ook  de impact van bewegen gedurende de dag en het buiten zijn hebben impact op dit ritme.
  • Slaaphygiëne: Patiënten kunnen worden aangemoedigd om een regelmatig slaappatroon te behouden, hun slaapkamer comfortabel en rustgevend te houden, cafeïne en alcohol te vermijden en schermen uit de slaapkamer te weren. Geen koffie meer drinken na 14.00 uur. Dit is sowieso wenselijk.
  • Buikademhaling: De meest gebruikte en waardevolle tip voor een groot deel van je patiënten is de impact van ademhaling op je slaap. Activiteit van het diafragma is direct geschakeld aan de activiteit van de grootste parasympatische zenuw in het lichaam, de Nervus Vagus. Een hoge ademhaling waant het lichaam meer in fight/flight modus. Een goede diafragmale ademhaling stimuleert juist de rest/digest modus. Het zorgt ervoor dat je letterlijk UIT kunt staan.
  • Cognitieve gedragstherapie (CGT): Een diverse studies die tussen 1990 en 2017 zijn uitgevoerd, werd de effectiviteit van verschillende therapieën voor insomnia vergeleken, waaronder cognitieve gedragstherapie, medicamenteuze behandeling en combinaties van beide. De studie concludeerde dat cognitieve gedragstherapie de meest effectieve behandeling is voor insomnia op de lange termijn, hoewel medicamenteuze behandeling op de korte termijn ook effectief kan zijn (Trauer et al., 2015). Dit kan helpen bij het identificeren en veranderen van de gedachten en gedragingen die slaapproblemen kunnen veroorzaken. CGT kan worden uitgevoerd door een fysiotherapeut die hiervoor is opgeleid. Een andere optie is om je patiënt door te verwijzen naar een gespecialiseerde psycholoog.
  • Ontspanningstechnieken: Progressieve spierontspanning en ademhalingsoefeningen kunnen helpen om lichaam en geest te ontspannen en een rustige slaap te bevorderen.
  • Lichttherapie: Als patiënten lijden aan slaapstoornissen zoals jetlag of seizoensgebonden affectieve stoornis, kan lichttherapie helpen om hun circadiane ritme te reguleren en hun slaappatroon te verbeteren.
  • CPAP: Bij obstructieve slaapapneu kan continue positieve luchtwegdruk (CPAP) worden gebruikt om de ademhaling te ondersteunen en de slaap te verbeteren. Studie concludeerde dat polysomnografie (een slaaponderzoek in een slaaplaboratorium) nog steeds de gouden standaard is voor het diagnosticeren van slaapapneu, maar dat draagbare apparaten voor thuisgebruik ook een betrouwbare optie kunnen zijn voor patiënten met een verhoogd risico op slaapapneu (Kuna et al., 2018).

Het is belangrijk om op te merken dat de behandeling van een slaapstoornis maatwerk is en afhankelijk van de individuele behoeften en omstandigheden van de patiënt. Een multidisciplinaire aanpak, waarbij je samenwerkt met andere zorgverleners zoals huisartsen en psychologen, kan ook nuttig zijn om een effectieve behandeling te bereiken.

Welke nascholingscursussen voor fysiotherapeuten/manueel therapeut zijn interessant voor het behandelen van slaapproblemen

In onze cursus ‘Onderzoek en behandeling van hoog cervicale klachten’ (KRF 18pt) leer je meer over het onderzoek en behandelen van problematiek van de cervicale wervelkolom. Omdat de hoog cervicale gewrichten betrokken zijn bij verschillende aandoeningen (bijv. trauma’s van hoofd en nek, duizeligheid, craniomandibulair disfunctioneren, tinnitus) is de cursus geschikt voor fysiotherapeuten met zowel een algemene registratie als manueel therapeuten, craniomandibulair fysiotherapeuten en sportfysiotherapeuten.

Maar ook een basiscursus Dry Needling (KRF 22pt) en Dry Needling Advanced Upper Quadrant (KRF 16pt) geven je mogelijk meer inzichten bij het behandelen van slaapproblemen. Meer weten over de cursussen Dry Needling »

Explain pain Chronische pijn

Alleen al in Nederland zijn er meer dan 3,2 miljoen mensen met chronische pijnklachten. Chronische pijn is vaak complex en wordt beïnvloed door een combinatie van fysieke, psychologische en sociale factoren. Het kan moeilijk zijn om de oorzaak van de pijn te achterhalen en de juiste behandeling te bepalen. Heb je patiënten met chronische pijn die niet reageren op standaardbehandelingen? Zoek je naar nieuwe en effectieve manieren om hen te helpen?

Twee recente indrukwekkende wetenschappelijke onderzoeken* hebben bewezen, dat het in 12 weken mogelijk is om resultaten te boeken bij mensen met chronische pijn! Een methode die een jaar na de behandeling nog altijd effect heeft. Een behandelstrategie waar patiënten uiteindelijk zelf mee verder kunnen en ze minder afhankelijk zijn. De behandeling is gericht op beïnvloedbare factoren en op beïnvloedbare neuro-immuun processen. Allemaal uitvoerbaar in de fysiotherapiepraktijk en om een aantal cruciale vaardigheden van de fysiotherapeut vragen. Onze Explain Pain cursus over effectieve behandeling van pijnpatiënten gaat je die vaardigheden leren.

Aan de slag met conceptuele verandering

De beste behandelresultaten bij chronische rugpijn worden behaald op basis van conceptuele verandering. Ofwel, hoe je de patiënt helpt af te komen van niet-behulpzame gedachten, overtuigingen, strategieën, beperkingen en hoe je kunt helpen dit in het leven van de patiënt te verankeren. Naast een brede kijk op beïnvloedbare factoren op pijn zoals slaap, beweging, ontspanning, coping, gedachten, emoties en leefstijl worden nieuwe strategieën geïntroduceerd. De zogenaamde Sensory-Motor-Retraining en het revolutionaire Graded Motor Imagery geeft je concrete stappen voor deze behandeling. De meest complete benadering waarbij je invloed op neuro-immunologische processen hebt met behulp van innovatieve ‘brain training’.

“De behandeling is gericht op beïnvloedbare in stand houdende factoren en op beïnvloedbare neuro-immuun processen”

Met deze aanpak willen we ervoor zorgen dat de patiënt ervan overtuigd raakt dat het lichaam sterk en gezond is, in plaats van zwak, kapot en onveranderbaar. Dat het lichaam fit genoeg is, en dat het veilig is om te bewegen. Patiënten krijgen betrouwbare, nauwkeurige informatie, effectieve beweegstrategieën en worden niet lastiggevallen met onjuiste informatie die de patiënt slechts in verwarring brengen, waardoor herstel in de weg gestaan wordt.

*Bagg et al., 2022 doi:10.1001/jama.2022.9930 en Kent et al., 2023 https://doi.org/10.1016/S0140-6736(23)00441-5

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

De tweedaagse cursus Explain Pain (KRF 19pt) biedt de kans om nieuwe kennis en vaardigheden op te doen op het gebied van pijnbehandeling. Door middel van interactieve en praktijkgerichte sessies leer je over innovatieve technieken en behandelingsopties die bewezen effectief zijn bij het verminderen van chronische pijn en het verbeteren van de kwaliteit van leven van patiënten. Je ontwikkelt niet alleen professionele vaardigheden, maar je zal zelf ook een transformatie doormaken in je denkwijze over de behandeling van patiënten met chronische pijn.

Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

FNS hoe psychologische, sociale en biologische factoren samenwerken

Functionele Neurologische Stoornis (FNS), een aandoening waarbij patiënten symptomen ervaren die lijken op die van een neurologische aandoening, maar waarvoor geen lichamelijke oorzaak kan worden gevonden. Deze blog beschrijft hoe FNS mogelijk ontstaat en wat de wetenschap uit het verleden en heden ons vertelt.

Wat is FNS

Functioneel Neurologische Stoornis (FNS) is een hapering in het verzenden en ontvangen van signalen in de hersenen. Patiënten kunnen symptomen ervaren die lijken op die van een neurologische aandoening, zoals tremoren, spierzwakte, verlies van gevoel, blindheid of verlamming, maar waarvoor geen lichamelijke oorzaak kan worden gevonden. Het lijkt erop dat bepaalde delen van de hersenen anders functioneren bij mensen met FNS in vergelijking met gezonde mensen. Studies met hersenscans zoals functionele MRI (fMRI) hebben aangetoond dat er veranderingen zijn in de activiteit van de frontale cortex, de amygdala en de insula bij patiënten met FNS.

In Nederland krijgen jaarlijks naar schatting tweeduizend patiënten de diagnose FNS. Hoewel de exacte oorzaken van FNS nog niet volledig begrepen zijn, wordt aangenomen dat de symptomen kunnen worden veroorzaakt door een combinatie van psychologische, sociale en biologische factoren.

De diagnose van FNS kan alleen worden gesteld na grondige medische en neurologische onderzoeken om andere oorzaken van de symptomen uit te sluiten. Het is belangrijk om te benadrukken dat FNS geen verzonnen aandoening is, en dat patiënten hun symptomen wel degelijk ervaren. FNS wordt echter vaak verkeerd begrepen en verward met hypochondrie of simulatie.

Wat zegt de wetenschap over FNS

Literatuur uit het verleden

De geschiedenis van FNS als klinisch concept gaat terug tot de 19e eeuw, toen het door Franse neurologen werd beschreven als “hysterie”. In de loop van de tijd is de term veranderd in “conversiestoornis” en uiteindelijk naar “Functionele Neurologische Stoornis”.

De beroemde neuroloog Oliver Sacks heeft in zijn carrière verschillende patiënten behandeld die leden aan Functionele Neurologische Stoornissen (FNS). Hij beschrijft deze patiënten en zijn ervaringen met hen in zijn boek “The Man Who Mistook His Wife for a Hat” (in het Nederlands vertaald als “De man die zijn vrouw voor een hoed hield”). In dit boek uit 1985 beschrijft Sacks een aantal patiënten met FNS en andere neurologische aandoeningen, en onderzoekt hij hoe de hersenen werken en wat er gebeurt als de hersenen niet goed functioneren.

Een van de patiënten die Sacks beschrijft is een vrouw die last had van tijdelijke verlamming en blindheid. Na onderzoek bleek dat er geen fysieke oorzaak voor haar symptomen was, en dat ze leed aan FNS. Sacks beschrijft hoe deze vrouw uiteindelijk baat had bij een combinatie van fysiotherapie en psychotherapie, en hoe ze leerde omgaan met haar aandoening.

In zijn werk heeft Sacks ook gewezen op het belang van het begrijpen van de psychologische en emotionele factoren die kunnen bijdragen aan FNS, en hoe deze factoren kunnen worden aangepakt in de behandeling. Hij benadrukte dat patiënten vaak ten onrechte worden beschouwd als simulanten of patiënten met een psychische aandoening, terwijl het een echte en ernstige aandoening is die aandacht verdient. Sacks heeft met zijn werk bijgedragen aan een beter begrip van FNS en aan meer empathie voor patiënten die lijden aan deze aandoening.

Oliver Sacks was niet de voorloper in het onderzoek naar Functionele Neurologische Stoornissen, maar hij heeft wel een belangrijke bijdrage geleverd aan de bewustwording en het begrip van deze aandoening in de medische gemeenschap en bij het brede publiek.

FNS in de wetenschap op dit moment

Er zijn verschillende medische professionals geweest die zich door de jaren heen hebben beziggehouden met FNS, zoals Charcot en Freud, maar ook meer recente onderzoekers zoals Jon Stone, Mark Hallett en Suzanne O’Sullivan. Hun onderzoek heeft bijgedragen aan een beter begrip van de aandoening en heeft geleid tot nieuwe behandelmethoden en therapieën. Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar Functionele Neurologische Stoornissen (FNS). Onderzoek richt zich momenteel voornamelijk op het ontwikkelen van effectieve behandelingen voor de aandoening en het beter begrijpen van de complexe mechanismen die eraan ten grondslag liggen. Hieronder vind je enkele voorbeelden van wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd door experts op het gebied van FNS:

  1. dr. Jon Stone van de Universiteit van Edinburgh richt zich op het ontwikkelen van nieuwe behandelingen voor FNS. Hij heeft bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie (CGT) en fysiotherapie bij patiënten met FNS.
    In dit onderzoek kreeg een groep patiënten met FNS CGT, terwijl een andere groep een standaardbehandeling kreeg. Na afloop van het onderzoek had de groep die CGT had gekregen significant minder symptomen dan de groep die de standaardbehandeling had gekregen.
  2. dr. Mark Hallett van het National Institute of Neurological Disorders and Stroke (NINDS) doet onderzoek naar de neurobiologie van FNS en de mechanismen achter deze aandoening. Hij heeft bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar veranderingen in de hersenen van patiënten met FNS en de rol van psychologische factoren bij het ontstaan van deze aandoening. Zo hebben patiënten met FNS bijvoorbeeld vaak veranderingen in de activiteit van bepaalde hersengebieden die betrokken zijn bij emotieregulatie en zelfbewustzijn.
  3. dr. Suzanne O’Sullivan van het National Hospital for Neurology and Neurosurgery in Londen doet onderzoek naar de diagnose en behandeling van FNS. Ze heeft bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de effectiviteit van hypnotherapie en andere psychologische behandelingen bij patiënten met FNS.

In een onderzoek kreeg een groep patiënten met FNS hypnotherapie, terwijl een andere groep een standaardbehandeling kreeg. Na afloop van het onderzoek had de groep die hypnotherapie had gekregen significant minder symptomen dan de groep die de standaardbehandeling had gekregen.

Naast deze experts zijn er ook andere onderzoekers die zich bezighouden met FNS, zowel in Europa als in andere delen van de wereld. Er wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de genetische en omgevingsfactoren die bijdragen aan het ontstaan van FNS, en naar de beste behandelmethoden voor deze aandoening.

Stone, J., et al. (2010). “Cognitive behavioural therapy for functional neurological symptoms: a pilot study.” Journal of Neurology, Neurosurgery & Psychiatry 81(11): 1226-1232. PMID: 20940217

Hallett, M. (2016). “Functional Neurological Disorders: The Neurobiology of Non-epileptic Seizures.” Neurobiology of Epilepsy and Aging 227-235. PMID: 27651261

O’Sullivan, S. S., et al. (2018). “Clinical outcomes of a novel specialist psychotherapy service for functional neurological disorders.” Journal of Neurology 265(4): 904-912. PMID: 29470644

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Behandeling voor FNS kan bestaan uit psychotherapie, cognitieve gedragstherapie, fysiotherapie en medicatie, afhankelijk van de individuele symptomen en behoeften van de patiënt.

Fysiotherapie bij FNS

Onze tweedaagse cursus (KRF 18pt) fysiotherapie bij Functioneel Neurologische Symptomen (FNS) wordt gegeven door dr. Jeannette Gelauff (AIOS neurologie), dr. Didi Rhebergen (neuropsychiater) en Bart van Buchem (MSc) die vooraan staan in de kennis en kunde over de FNS-patiënt. Meer weten over de cursus Fysiotherapie bij Functioneel Neurologische Symptomen (FNS)

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Pijn is een wereldwijd probleem, met 1 op 5 mensen die een chronische vorm van pijn ervaart. De druk op de gezondheidszorg is aan het toenemen en de vraag naar een oplossing wordt groter. Radicaal anders leren denken en handelen met betrekking tot pijn en gezondheid kan uitkomst bieden. Maar hoe?

Onze tweedaagse cursus Explain Pain heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de cursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

NLP voor fysiotherapeuten en (para) medici

Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP) is een methodiek voor training, coaching en communicatieverbetering. In deze interactieve 3-daagse NLP cursus (22 punten KRF) ga je leren op welke verbale en non-verbale niveaus je kunt communiceren met je patiënten waardoor je meer informatie kunt krijgen die relevant is voor het behandeltraject. Meer weten over de nascholingscursus NLP voor fysiotherapeuten en (para) medici ->

Een biopsychosociale benadering bij een schouderprobleem

De anatomie van de schoudergordel is complex en het begrijpen van de functie en relatie tussen de verschillende structuren is essentieel om blessures en pijnklachten te begrijpen en te behandelen. De biopsychosociale benadering van schouderpijn is een geïntegreerde aanpak die de biologische, psychologische en sociale factoren die betrokken zijn bij schouderpijn behandelt. Deze aanpak gaat uit van het idee dat schouderpijn niet alleen wordt veroorzaakt door fysieke factoren, zoals een blessure of een aandoening van het schoudergewricht, maar ook door psychologische en sociale factoren, zoals angst, stress en werkgerelateerde factoren.

De biopsychosociale benadering

De biopsychosociale benadering werd voor het eerst ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw als een alternatief voor de traditionele biomedische benadering van gezondheid en ziekte, die voornamelijk gericht was op de fysieke aspecten van ziekte en genezing.

Deze benadering houdt rekening met de hele persoon en niet alleen met de schouder, omdat de oorzaken van schouderpijn vaak complex zijn en vaak verschillende aspecten van iemands leven beïnvloeden. Dit is een manier van benaderen van gezondheidsproblemen waarbij er aandacht wordt besteed aan de fysieke, psychologische en sociale aspecten van het leven van een persoon, om zo een beter inzicht te krijgen in de complexe interacties tussen deze aspecten. Op basis van deze evaluatie kan dan een gepersonaliseerd behandelplan worden ontwikkeld dat rekening houdt met alle factoren die bijdragen aan de gezondheid van de patiënt en een mogelijke rol spelen bij het ontstaan en het voortbestaan van deze klachten.

Schouderklachten kunnen veroorzaakt worden door een combinatie van fysieke, biologische, psychologische en sociale factoren. Hieronder volgen enkele voorbeelden van risicofactoren die verband houden met deze factoren:

Fysieke risicofactoren:

  • Overbelasting van de schouders door herhaalde bewegingen of het tillen van zware voorwerpen
  • Verkeerde houding tijdens het werken of sporten
  • Een blessure, zoals een schouderfractuur of een schouderluxatie
  • Verzwakte spieren rond de schouder, waardoor de stabiliteit van de schouder wordt verminderd
  • Verminderde mobiliteit van de schouder, bijvoorbeeld door verklevingen of stijfheid van de gewrichten

Biologische risicofactoren:

  • Leeftijd: ouderen hebben een groter risico op schouderklachten
  • Geslacht: vrouwen hebben over het algemeen meer last van schouderklachten dan mannen
  • Erfelijke aanleg voor bepaalde aandoeningen die schouderpijn kunnen veroorzaken, zoals artrose of reumatoïde artritis
  • Verminderde botdichtheid (osteoporose), wat kan leiden tot een verhoogd risico op fracturen in de schouder

Psychologische risicofactoren; bij deze factoren zou je kunnen denken aan het in kaart brengen van psychosociale stressfactoren en de invloed hiervan op de pijnervaring.
Bijvoorbeeld:

  • Stress en angst kunnen leiden tot spanning in de spieren rond de schouders en de nek, wat kan bijdragen aan schouderpijn
  • Depressie kan de perceptie van pijn versterken en kan ook leiden tot een verminderde activiteit en mobiliteit, wat op zijn beurt weer kan bijdragen aan schouderklachten
  • Negatieve emoties zoals woede, verdriet of frustratie kunnen leiden tot een verhoogde spierspanning, wat kan bijdragen aan schouderpijn

Sociale risicofactoren; bij deze factoren zou je kunnen denken aan het in kaart brengen van de sociale omstandigheden waarin de patiënt verkeert en welke invloed dit heeft op het ontstaan en voortbestaan van de klachten.
Bijvoorbeeld:

  • Werkgerelateerde factoren zoals langdurig werken met de armen boven het hoofd, werken aan een bureau met een slechte houding of werken in een repetitieve productielijn kunnen bijdragen aan schouderklachten
  • Gebrek aan sociale steun of sociale isolatie kan leiden tot een verminderde fysieke activiteit en kan bijdragen aan schouderklachten
  • Levensstijlfactoren zoals roken, een slecht dieet en een sedentaire levensstijl kunnen het risico op schouderklachten verhogen.

Door de biologische, psychologische en sociale factoren in kaart te brengen, kun je een volledig beeld krijgen van de oorzaken van de klachten en een behandeling op maat bieden. Het is belangrijk om deze verschillende risicofactoren te begrijpen en te evalueren bij het identificeren en behandelen van schouderklachten, omdat een biopsychosociale aanpak vaak de beste resultaten oplevert.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

De schoudercursus van prof. dr. Jeremy Lewis

Tijdens de tweedaagse cursus ‘The Shoulder: Theory & Practice’ (KRF 18pt) voor Fysiolinks legt hij de nadruk op een biopsychosociale benadering van de schouderrevalidatie, een combinatie van evidence based oefeningen, pijnwetenschap, levensstijl, psychosociale factoren en educatie. Zijn belangrijkste klinische expertisegebieden zijn: subacromiale pijn (impingement) syndroom, rotator cuff peesproblemen, schouderpijnsyndromen en frozen shoulder.

Daarnaast biedt de cursus praktische trainingen, veel educatie over de anatomie en biomechanica van de schouder, over de invloed van houding en spieronbalans en zijn verband met schouderpathologie, evenals over hoe schouderaandoeningen kunnen worden gediagnosticeerd en behandeld. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Jeremy Lewis ».

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Pijn is een wereldwijd probleem, met 1 op 5 mensen die een chronische vorm van pijn ervaart. De druk op de gezondheidszorg is aan het toenemen en de vraag naar een oplossing wordt groter. Opvattingen met betrekking tot (chronische) pijn maken daardoor ook een evolutie door. Sommige hebben het zelfs over een pijnrevolutie. Waarbij je radicaal anders leert denken en handelen met betrekking tot pijn en gezondheid. Maar hoe?

Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

De mysterieuze aandoening genaamd FNS - Fysiolinks

Ineens wil je been niet meer, gewoon lopen lukt niet. Plotseling gaan je handen trillen. Je spieren trekken op de gekste momenten ongecontroleerd samen. Je denkt dat er iets mis is in je hoofd. Alles wat je altijd deed zonder nadenken, gaat niet meer vanzelf. Maar, de dokter kan niets vinden. Deze klachten kunnen het gevolg zijn van een Functionele Neurologische Stoornis (FNS).

Wat is een Functioneel Neurologische Stoornis

Functioneel Neurologische Stoornis (FNS) is een aandoening waarbij patiënten symptomen ervaren die lijken op die van een neurologische aandoening, zoals tremoren, spierzwakte, verlies van gevoel, blindheid of verlamming, maar waarvoor geen lichamelijke oorzaak kan worden gevonden. In plaats daarvan wordt aangenomen dat de symptomen worden veroorzaakt door een combinatie van psychologische en sociale factoren.

FNS is een hapering in het verzenden en ontvangen van signalen in de hersenen. In Nederland krijgen jaarlijks naar schatting tweeduizend patiënten de diagnose FNS. De kans is groot dat dat deze groep nog veel groter is, omdat ze niet allemaal in het medisch circuit terechtkomen. Hoewel de exacte oorzaken van FNS nog niet volledig begrepen zijn, wordt aangenomen dat de symptomen kunnen worden veroorzaakt door een combinatie van psychologische, sociale en biologische factoren.

Welke rol spelen de hersenen bij FNS

Vaak ontstaat het bij acute stressvolle situaties waarbij die gebeurtenissen invloed hebben op het systeem. De hersenstam speelt een cruciale rol bij het reguleren van deze fysiologische reactie, en bepaalde gebieden in de hersenstam, zoals de locus coeruleus en de reticulaire vorming, spelen een belangrijke rol bij het activeren van het sympathische zenuwstelsel.

Het vluchten-vecht-bevries-effect is een fysiologische reactie op stress of gevaar, waarbij het sympathische zenuwstelsel wordt geactiveerd en het lichaam zich voorbereidt op actie. Deze reactie vindt plaats in de hersenstam, waar de hersenen signalen naar het lichaam sturen om te reageren op een bedreiging. Het vluchten-vecht-effect wordt ook wel de “fight or flight or freeze”-reactie genoemd en kan leiden tot:

  • een verhoogde hartslag,
  • snellere ademhaling,
  • verhoogde bloeddruk
  • verhoogde spierspanning,
  • wat het lichaam in staat stelt om te reageren op een dreiging door te vechten of te vluchten.

Diagnosestelling bij FNS

De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5) uit 2013 geeft de volgende criteria voor het stellen van de diagnose van Functioneel Neurologische Stoornis:

  1. Eén of meer symptomen van verstoring in de motorische of sensorische functie, die lijken op een neurologische aandoening. Deze symptomen veroorzaken klinisch significante stress of beperkingen in het dagelijks functioneren.
  2. Klinische bevindingen bieden bewijs dat de symptomen niet volledig verklaard kunnen worden door een neurologische aandoening of andere medische aandoening, zoals intoxicatie of medicatiegebruik.
  3. De symptomen zijn niet opzettelijk geproduceerd of gesimuleerd (zoals bij Münchhausen-by-proxy), en zijn niet te verklaren door een somatisch symptoomstoornis of angststoornis.
  4. De symptomen zijn niet uitsluitend toe te schrijven aan somatische uitingen van een andere psychische stoornis, zoals dissociatieve stoornis, conversiestoornis, somatisch-symptoomstoornis, of aan een andere specifieke psychische stoornis.
  5. De symptomen veroorzaken klinisch significante distress of beperkingen in het functioneren, sociale activiteiten of beroepsmatig functioneren, en kunnen gepaard gaan met secundaire somatische symptomen of angst- of depressieve symptomen.

De diagnose van FNS kan alleen worden gesteld na grondige medische en neurologische onderzoeken om andere oorzaken van de symptomen uit te sluiten. Het is belangrijk om te benadrukken dat FNS geen verzonnen aandoening is, en dat patiënten hun symptomen wel degelijk ervaren. FNS wordt echter vaak verkeerd begrepen en verward met hypochondrie of simulatie.

Behandeling voor FNS kan bestaan uit psychotherapie, cognitieve gedragstherapie, fysiotherapie en medicatie, afhankelijk van de individuele symptomen en behoeften van de patiënt.

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Fysiotherapie bij FNS

Onze tweedaagse cursus (KRF 18pt) fysiotherapie bij Functioneel Neurologische Symptomen (FNS) wordt gegeven door dr. Jeannette Gelauff (AIOS neurologie), dr. Didi Rhebergen (neuropsychiater) en Bart van Buchem (MSc) die vooraan staan in de kennis en kunde over de FNS-patiënt. Meer weten over de cursus Fysiotherapie bij Functioneel Neurologische Symptomen (FNS)

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Pijn is een wereldwijd probleem, met 1 op 5 mensen die een chronische vorm van pijn ervaart. De druk op de gezondheidszorg is aan het toenemen en de vraag naar een oplossing wordt groter. Radicaal anders leren denken en handelen met betrekking tot pijn en gezondheid kan uitkomst bieden. Maar hoe?

Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de cursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Explain Pain - Luisteren als therapie

Vaak denken we dat we goed luisteren naar de patiënt, maar in de praktijk kan dit nog weleens tegenvallen. In deze webinar zullen we met MSc Bart van Buchem en een ervaringsdeskundige Koert Hommel (secretatis van de Landelijke Pijnorganisatie) dan ook ingaan op de vraag hoe je kunt checken of je écht goed luistert naar het verhaal van de patiënt. Daarnaast zullen we bespreken welke strategieën kunnen helpen om beter te luisteren naar de patiënt. Kun je bijvoorbeeld luisteren leren, of is het iets dat vanzelfsprekend zou moeten zijn?

Volgens schattingen van het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) hebben ongeveer 2,2 miljoen mensen in Nederland chronische pijnklachten. Dit komt neer op ongeveer 1 op de 8 volwassenen. Het is belangrijk om te begrijpen dat elk individu met chronische pijn uniek is en hun eigen ervaringen heeft met het beheersen van hun pijn.

Voelt een patiënt zich wel gehoord en gezien als mens?

Over het algemeen zal een patiënt zich gehoord voelen als hij of zij het gevoel heeft dat de fysiotherapeut zijn of haar verhaal/ervaring serieus neemt en de tijd neemt om te luisteren en te begrijpen wat er aan de hand is.

  • Wordt er bijvoorbeeld voldoende doorgevraagd en wordt er relevante informatie besproken?
  • Ben jij je bewust van de non-verbale communicatie van jou of je patiënt, inclusief de antwoorden die je teruggeeft en de wisselwerking daarvan?
  • Hoe vertaalt dit zich tenslotte in een stukje behandeling?
  • Heeft daarbij het luisteren geleid tot iets zinvols? Waarbij er niet alleen gekeken wordt naar de pijnklachten, maar ook of je de patiënt als mens ziet?
  • Weet je daarbij wat voor een patiënt belangrijk is om nog wel te kunnen doen, hoe kan hij of zij zich nog nuttig voelen in de maatschappij. Zeker wanneer je niet meer in staat bent om te werken, hoe zorg je dan voor een stukje zingeving. Waar krijgt hij of zij juist energie van en refereer je daar in een volgend gesprek nog naar?
  • Wat is de invloed van zijn of haar omgeving, partner, werk en vrijetijdsbesteding?
  • Geef je de patiënt educatie over hun pijnklachten en hoe ze deze kunnen beheersen, laat je zien dat je de tijd neemt om de patiënt te ondersteunen en te helpen begrijpen wat er aan de hand is? Zonder dat je alleen maar aan het zenden bent en je blind staart op 1 manier van kennisoverdracht.

Koert vertelt: Eerst is er vooral het besef dat er aandacht was voor de fysieke schade die ik ervaar als patiënt. Mede door pijneducatie kwam ik erachter dat er ook veel meer biopsychosociale factoren meespelen bij chronische pijn. Zo zijn de omstandigheden waarin ik leef van invloed, evenzo de manier waarop ik keuzes maak. En dat je daar als behandelaar meer op zou kunnen inzoomen, dan alleen het fysieke. Een gepaste en essentiële vraag vanuit de fysiotherapeut zou al kunnen zijn; hoe gaat het verder met je? Wel is het van belang om de patiënt uit te leggen waarom je deze vraag stelt.

Het is belangrijk voor fysiotherapeuten om deze signalen vanuit het patiëntenperspectief op te pikken en te streven naar een open, ondersteunende en empathische benadering bij de behandeling van patiënten met chronische pijn. Waardoor ze een stukje zingeving en een doel terugkrijgen.

Goed luisteren valt te leren

Als fysiotherapeut is het belangrijk om goed te luisteren naar het verhaal van de patiënt, vooral als het gaat om chronische pijn. Een goede luistervaardigheid kan helpen om de patiënt beter te begrijpen en een effectieve behandelstrategie te ontwikkelen. Hier zijn enkele strategieën die kunnen helpen om beter te luisteren naar de patiënt:

  1. Zorg voor een comfortabele en veilige omgeving: Een comfortabele omgeving kan helpen om de patiënt op zijn of haar gemak te stellen en open te stellen over hun pijnervaringen. Zorg voor een rustige omgeving zonder afleiding, waarin de patiënt zich vrij voelt om te praten.
  2. Stel open vragen: Stel open vragen om de patiënt te stimuleren om hun pijnervaringen en gevoelens te delen. Open vragen beginnen vaak met woorden als “Wat”, “Hoe” en “Waarom”. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de vraag: Wat zijn jouw wensen als je kijkt naar je eigen behandeling en/of behandelaar?
  3. Actief luisteren: Actief luisteren houdt in dat je je volledige aandacht richt op wat de patiënt zegt, zonder te onderbreken of te oordelen. Hierbij maak je gebruik van non-verbale signalen zoals knikken of samenvatten wat de patiënt heeft gezegd.
  4. Herhaal en verifieer: Herhaal wat de patiënt heeft gezegd om ervoor te zorgen dat je hun verhaal goed begrijpt. Vraag ook om verduidelijking of verificatie van informatie om er zeker van te zijn dat je de situatie van de patiënt goed begrijpt.
  5. Wees empathisch: Probeer jezelf in de schoenen van de patiënt te plaatsen en probeer te begrijpen hoe het is om met chronische pijn te leven. Dit kan helpen om een gevoel van empathie te ontwikkelen en de patiënt te laten zien dat je om hen geeft.
  6. Let op non-verbale communicatie: Let op de non-verbale signalen van de patiënt, zoals gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal, die kunnen helpen om te begrijpen wat ze zeggen en hoe ze zich voelen.
  7. Vermijd aannames: Vermijd het maken van aannames over de patiënt of hun situatie en vraag om verduidelijking wanneer nodig.
  8. Luister naar wat er niet wordt gezegd: Soms kan wat de patiënt niet zegt net zo belangrijk zijn als wat ze wel zeggen. Let op wat er tussen de regels door wordt gezegd en vraag door wanneer iets niet duidelijk is.

Over het algemeen ondersteunt verschillende wetenschappelijk onderzoeken, zoals in het tijdschrift Musculoskeletal Science and Practice¹, dat een empathische, ondersteunende en luisterende benadering van de fysiotherapeut kan helpen om patiënten met chronische pijn beter te laten voelen gehoord en begrepen, wat uiteindelijk kan leiden tot betere behandelingresultaten.

¹Kamper, S. J., Apeldoorn, A. T., Chiarotto, A., Smeets, R. J., Ostelo, R. W., Guzman, J., … & Hartvigsen, J. (2015). Multidisciplinary biopsychosociaal rehabilitation for chronic low back pain. The Cochrane database of systematic reviews, (9), CD000963.

Gratis webinar voor fysiotherapeuten; Explain Pain – Luisteren als therapie

Wil je meer weten over de luisteren als therapie (tijdens de cursus Explain Pain gaan we dieper in op dit onderwerp) volgens de inzichten van MSc Bart van Buchem? Luister dan naar de uitgebreide versie van deze gratis webinar via onderstaande link.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Onze tweedaagse cursus Explain Pain – begrijp de pijn (KRF 19pt) heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Verschil schoudercursus Jeremy Lewis, Anju Jaggi en Ann Cools

Jeremy Lewis, Anju Jaggi, en Ann Cools zijn alle drie gerenommeerde experts op het gebied van schouderrevalidatie en -behandeling en als docent verbonden aan Fysiolinks voor diverse schoudercursussen. Ze hebben elk hun eigen unieke aanpak en methodologie over de benadering en behandeling van complexe schouderklachten. Wij leggen de verschillen voor je uit.

De schoudercursus van prof. dr. Jeremy Lewis

Jeremy Lewis is naast fysiotherapeut ook onderzoeker uit het Verenigd Koninkrijk, die bekend staat om zijn bijdragen aan het begrijpen en behandelen van schouderaandoeningen. Hij is vooral bekend om zijn revalidatieprogramma “Shape up my Shoulder (SUMS)”.

Tijdens de tweedaagse cursus ‘The Shoulder: Theory & Practice’ (KRF 18pt) voor Fysiolinks legt hij de nadruk op een biopsychosociale benadering van de schouderrevalidatie, een combinatie van evidence based oefeningen, pijnwetenschap, levensstijl, psychosociale factoren en educatie. Zijn belangrijkste klinische expertisegebieden zijn: subacromiale pijn (impingement) syndroom, rotator cuff peesproblemen, schouderpijnsyndromen en frozen shoulder.

Daarnaast biedt de cursus praktische trainingen, veel educatie over de anatomie en biomechanica van de schouder, over de invloed van houding en spieronbalans en zijn verband met schouderpathologie, evenals over hoe schouderaandoeningen kunnen worden gediagnosticeerd en behandeld. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Jeremy Lewis ».

De schoudercursus van dr. Anju Jaggi

Anju Jaggi is een fysiotherapeut en wetenschapper uit het Verenigd Koninkrijk, die gespecialiseerd is in de behandeling van complexe schouderaandoeningen. Ze heeft haar eigen schoudercursus ontwikkeld, genaamd “Solving complex shoulder problems“, waarin ze zich richt op een combinatie van mobilisatie, versterkende oefeningen en neuromusculaire re-educatie om schouderaandoeningen zoals schouderinstabiliteit te behandelen. De belangrijkste doelstellingen zijn het beter begrijpen van spierrekruteringspatronen, structurele tekorten en de psychosociale factoren bij de behandeling van complexe schouderinstabiliteit en pijn (RCRSP).

Ze is betrokken geweest bij de BESS/BOA patiënten zorgtraject van de a-traumatische schouder die gebruikt wordt al richtlijn in Engeland, deze wordt ook besproken tijdens de cursus.

Onze tweedaagse cursus ‘Solving complex shoulder problems’ (KRF 19pt) helpt je klachten van de schoudergordel beter te begrijpen door te focussen op het beïnvloeden van de motorische controle. Als cursist word je daarnaast meegenomen in de problematiek van schouderinstabiliteit veroorzaakt door gebrek aan rotator cuff controle, rotator cuff insufficiëntie en de classificatie en behandeling van niet traumatische instabiliteit. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Anju Jaggi ».

De schoudercursus van prof. dr. Ann Cools

Ann Cools is een Belgische fysiotherapeut en onderzoeker, die bekend staat om haar expertise in schouderrevalidatie en -behandeling. Ze heeft ook haar eigen schoudercursussen ontwikkeld, genaamd “Schouderklachten (level I, II en III)” en ‘Return to sport; The shoulder in sports medicine’, waarin ze zich richt op het ontwikkelen van een dieper begrip van de anatomie en biomechanica van de schouder en het toepassen van wetenschappelijk onderbouwde revalidatieprincipes.

Via haar eigen wetenschappelijke stroomdiagrammen helpt ze je om duidelijker schouderpijn te definiëren en heeft ze een algoritme voor de scapula revalidatie.

De tweedaagse ‘Basiscursus Schouderklachten’ (KRF 18pt) worden behandelingsrichtlijnen beschreven voor de meest voorkomende (chronische) schouderaandoeningen zoals rotator cuff aandoeningen, traumatische en atraumatische instabiliteit, scapulaire dyskinesis en sportspecifieke schouderpijn. Andere onderwerpen die zoal aan bod komen zijn: Revalidatie bij anterieure instabiliteit (TUBS), multidirectionele (AMBRI), functionele overbelastingsstabiliteit, manuele mobilisatie en spierverlengende technieken bij subacrominaal conflict en GIRD en tot slot scapulothoracale revalidatie oefening (kracht en musculaire evenwicht). Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholing schoudercursus van Ann Cools ».

Explain Pain - De kracht van doen

In deze sessie demonstreert MSc Bart van Buchem aan de hand van voorbeelden hoe een beweeg- of houding experiment tijdens een consult kan bijdragen. Het toepassen van deze experimenten in combinatie met de eerder besproken blog kracht van metaforen en afbeeldingen creëren samen een onuitwisbare indruk bij patiënten op weg naar herstel en controle.

Een pijnlijke ervaring met bijvoorbeeld het buigen van je rug, zorgt voor een reactie van wat je lichaam verwacht. Waar het systemisch-model van je lijf al op ingesteld is, omdat de ervaring je heeft geleerd dat die beweging pijnlijk is. Door iets toe te voegen dat hiërarchisch gezien gaat concurreren met de beweging en/of de pijn, maakt dat het de ervaring van de patiënt kan veranderen. Je bent als het ware een gedragstherapeutische benadering aan het hanteren, om een potentiële nieuwe uitkomst uit te lokken voor je patiënt.

Hoe werkt de kracht van doen binnen de fysiotherapie en hoe kun je dat uitlokken?

Dit kan door alles wat we horen, zien, proeven of aanraken toe te voegen als experiment tijdens de behandeling. Zo weten we bijvoorbeeld door onderzoek, dat het toevoegen van vieze geuren, onze sensitieve gevoeligheid voor pijnlijke ervaringen versterkt wordt. Dit geldt voor kleur en het proeven van structuur net zo. Of wat dacht je van het kraken van een deur? Dit blijkt het gevoel van stramheid, of de ervaring van je gewrichtsmobiliteit en je minder soepel voelen, versterkt.

Waarbij uit studies blijkt dat tegenovergestelde dus ook waar is. Wanneer je een soepel geluid toevoegt aan de beleving, dit bijdraagt aan hoe soepel je patiënt zich voelt. Zo kan een hand van jou als fysiotherapeut weer een positieve gevoel van vertrouwen leveren, wanneer je die hand op de rug van je patiënt legt. Dit kan een vorm van veiligheid generen, die een patiënt niet direct verwacht. Door dit gevoel van veiligheid te benadrukken met de aanraking van je hand, ervaart je patiënt dat het veilig is om een gewenste beweging uit te voeren in het onderdeel van de revalidatie. Dit schept bovendien meer vertrouwen in het eigen kunnen.

Wel is het belangrijk om je patiënt van tevoren goed uit te leggen hoe en waarom je dit experiment gaat doen. Mensen moeten namelijk reflecteren op wat er op dat moment gebeurt. Niet alleen na de oefening, ook wanneer ze hiermee thuis aan de slag gaan, is het stukje bewustwording en reflecteren essentieel voor deze ervaringsgerichte benadering.

Neem als voorbeeld mensen met lage rugpijn die hiervoor een fysiotherapeut zoeken
Deze patiënten hebben al een vooroordeel dat bukken slecht is voor de rug. Een associatie daarbij is dat mensen verwachten daardoor nog meer klachten te krijgen. Een andere associatie is dat ze denken dat ze door het bukken bij lage rugpijn iets beschadigen of stuk maken, waardoor de rug andermaal aan slijtage onderhevig is. Vanuit de ervaringsgerichte benadering ga je die ervaring toetsen in de praktijk. Je ziet vaak dat deze patiënten tijdens de beweging zichzelf schrap zetten en hun adem vasthouden. Dit doen ze omdat ze het gevoel hebben hun rug te moeten beschermen, anders is het slecht. Leg daarom bij dezelfde beweging jouw handen op de buik of rug van de patiënt. En vraag hem/haar de beweging nogmaals te doen, en in plaats daarvan door te blijven ademen en de rugspieren actief te ontspannen. De uitkomst kan conflicterend voor ze zijn, omdat ze niet nog meer pijn ervaren. Dit botst dus met de verwachting dat iets schadelijks is.

Werken met target concepts voor je behandelplan, hoe pak je dat aan?

Binnen de 4 thema’s van je target concepts kan de psychosociale concept ontzettend belangrijk zijn voor het succes van je therapie. Onderdeel van het psychosociale concept, waarbij de mentale en emotionele aspecten van de patiënt invloed heeft op het herstelproces, is dat patiënten het verschil kunnen aanduiden van iets dat beschadigd is en wat pijn is ten opzichte van elkaar. Die wisselwerking is niet altijd één op één. Als iets pijnlijk is, dan is niet altijd stuk. En als iets stuk is, dan hoeft niet per definitie pijnlijk te zijn. Wanneer je met zo’n experiment aan de slag gaat is het van belang om te beseffen dat er al een vertrouwensband is tussen de fysiotherapeut en de patiënt. Dit bevordert de vorderingen van je behandelplan. Stel daarom ook de vraag of iemand bereid is en vertrouwen heeft om dit experiment met jou als therapeut aan te gaan.

Gratis webinar voor fysiotherapeuten; Explain Pain – de kracht van doen

Wil je meer weten over de kracht van doen (tijdens de cursus Explain Pain gaan we dieper in op dit onderwerp) volgens de inzichten van MSc Bart van Buchem? Luister dan naar de uitgebreide versie van de gratis webinar via onderstaande link.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus

Pijn is een wereldwijd probleem, met 1 op 5 mensen die een chronische vorm van pijn ervaart. De druk op de gezondheidszorg is aan het toenemen en de vraag naar een oplossing wordt groter. Opvattingen met betrekking tot (chronische) pijn maken daardoor ook een evolutie door. Sommige hebben het zelfs over een pijnrevolutie. Waarbij je radicaal anders leert denken en handelen met betrekking tot pijn en gezondheid. Maar hoe?

Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over de nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->

Schouderproblemen kunnen complex en uitdagend zijn om te diagnosticeren en te behandelen. Om complexe schouderklachten effectief op te lossen is voorkennis over de klacht van belang en is een achtergrondkennis om een diagnose te stellen essentieel. Dit omdat er veel verschillende soorten schouderblessures zijn met soms dezelfde type klachten en symptomen.

The unstable shoulder; schouderinstabiliteit

Schouderinstabiliteit is anatomisch het onvermogen van de humeruskop om in de glenoid fossa te blijven wat kan resulteren in (sub)luxaties. Dit zorgt ervoor dat jouw patiënt waarneemt dat de schouder wegglijdt of een giving away gevoel heeft. Objectief is dit vaak slecht te meten. Symptomen hiervan kunnen pijn zijn, het giving away gevoel en/of bewegingsangst.

Classificatie van schouderinstabiliteit is grofweg te onderscheiden in 2 hoofdgroepen, traumatische versus a-traumatische instabiliteit. Traumatische instabiliteit is grotendeels unidirectioneel, waarvan Bankert-laesies, Hill-Sacks laesie het meest voorkomen. Deze groep bestaat vaak uit jonge atleten en oudere vrouwen. De jongere groep, bestaat uit meer mannen dan vrouwen in verband met contactsport, hebben meer instabiliteitlaesies. Terwijl de oudere groep boven de 60 jaar, meer vrouwen omvat dit doordat ze ouder worden en hun botkwaliteit vaker lager is door osteoporose, meer last hebben van rotator cuff laesies hebben en zenuwbeschadigingen. Hoe groter het trauma en de structurele schade hoe meer indicatie er is tot een chirurgische ingreep, als er minder schade aanwezig is dan is het eerder een spiercontrole probleem en is een fysiotherapeutisch interventie het belangrijkste.

A-traumatische instabiliteit is een multidirectionele instabiliteit, die vaak voorkomt

Deze groep patiënten zijn mensen die veel boven hun hoofd werken of een bovenhandse sport uitvoeren. Door de repeterende bewegingen die ze uitvoeren ontstaat er laxiteit.
Bij a-traumatische instabiliteit heeft 80% effect van oefentherapie. Er is een sterke aanbeveling voor krachttraining en fysiotherapie. Uit een recent onderzoek van Jaggi met een placebo OK en een werkelijke OK qua stabiliteit. Laten de resultaten zien dat alle patiënten na 6 maanden zo’n 40% verbeterd zijn, dit effect bleef gelijk na 1 en na 2 jaar. Er was geen significant verschil aanwezig na 2 jaar. Vanuit de studie werd de aanbeveling gedaan dat fysiotherapie de verbetering geeft bij deze patiëntengroep en dat dit meer doet dan een operatie.

De a-traumatische groep is nog in te delen in een extra groep. Vanuit de Stanmore-driehoek, zie je deze 3 groepen. De 3e groep is gegeneraliseerd hypermobiel. Deze mensen, vrouwen 60% versus mannen 40%, hebben vaker een bewegingsstoornis, met een zichtbaar dyskinesie beeld. En daarnaast naast een instabiele schouder ook vaak andere pijnsyndromen in andere gewrichten en bevinden zich vaker in de chronische pijngroep.

Nociceptieve pijn ontstaat bij een traumatische instabiliteit door de klassieke dislocatie die plaatsvindt, de patiënt ervaart pijn op de locatie van de dislocatie. De structuren komen onder stress te staan, waardoor er vanuit het gebied een pijnprikkel naar de hersen wordt gestuurd. Wat opvallend kan zijn is dat als de schouder weer stabiel en hersteld is, de pijnklachten in dezelfde mate aanwezig kan blijven. Wel is bekend dat bij instabiliteit de asymptomatische groep pijn heeft door centrale sensitisatie. Deze verhoogde pijnbeleving is soms lastig te beïnvloeden door een versterkt pijnsignaal vanuit het brein.

Naast de behandeling van de lichamelijke symptomen van complexe schouderproblemen is het dus ook belangrijk om aandacht te besteden aan de psychologische en sociale aspecten de de aandoening. Stress of angst als gevolg van de pijn en de beperking geven een extra uitdaging voor herstel.

Video schouderinstabiliteit met prof. dr. Anju Jaggi

Schouderinstabiliteit, dat is wat prof. dr. Anju Jaggi na aan het hart ligt. In onderstaande video bespreekt zij diverse vormen van schouderinstabiliteit én de behandeling ervan. Ook krijg je meer inzicht in de factoren die je in overweging moet nemen om een goed individueel behandelprogramma samen te stellen voor jouw patiënt. 

Welke nascholingscursussen kunnen jou als fysiotherapeut hierbij verder helpen?

Solving complex shoulder problems met Pt PhD Anju Jaggi
Onze tweedaagse cursus (KRF 19pt) helpt je klachten van de schoudergordel beter te begrijpen door te focussen op het beïnvloeden van de motorische controle. Als cursist word je daarnaast meegenomen in de problematiek van schouderinstabiliteit veroorzaakt door gebrek aan rotator cuff controle. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Solving complex shoulder problems ->.

Explain Pain – begrijp de pijn cursus
Onze tweedaagse cursus heeft twee hoofddoelen: Verdieping en verbreding kennis met betrekking tot pijn voor de professional. En toepassing van deze kennis – door het gericht en strategisch in te zetten ten behoeve van behandeldoelstellingen. Meer weten over onze KNGF geaccrediteerde nascholingscursus Explain Pain voor fysiotherapeuten ->